Dit is een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen, die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, te rekenen vanaf datum van eerste registratie. Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het gemeentelijk register, blijft de belasting verschuldigd.
Ze is verschuldigd door de houder van een zakelijk recht over het goed (eigendomsrecht, vruchtgebruik, erfpacht, opstal, recht van gebruik en bewoning, erfdienstbaarheid, …) op de verjaardag van de registratiedatum.
Alle houders van een zakelijk recht zijn hoofdelijk gehouden tot de betaling van de totale belastingschuld.
Volgende progressieve tarieven zullen gehanteerd worden:
verwaarlozing | tot 12 maand | tot 24 maand | tot 36 maand | tot 48 maand |
woning | 1.250 | 2.500 | 3.750 | 5.000 |
gebouw | 1.250 | 2.500 | 3.750 | 5.000 |
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Belastingstermijn en belastbare grondslag
§1. Er wordt voor het jaar 2023 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.
Artikel 2: Belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum.
§2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.
Artikel 3: Tarief van de belasting
De belasting bedraagt:
Artikel 4: Vrijstelling
4.1 De belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een ziekenhuis. Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening, de instelling of het ziekenhuis waar de belastingplichtige verblijft. De vrijstelling geldt voor een periode van maximum drie jaar, volgend op de datum van opname van de belastingplichtige. De vrijstelling geldt uitsluitend voor de woning, kamer of overige woongelegenheid die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in de erkende ouderenvoorziening, de psychiatrische instelling of het ziekenhuis.
4.2 De belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, kamer of overige woongelegenheid, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling wordt automatisch toegekend op basis van het attest dat door de instrumenterende notaris dient te worden afgeleverd aan de administratie, binnen 7 dagen na het verlijden van de verkoopsakte en gaat in op datum van het verlijden van de verkoopsakte. Deze vrijstelling geldt niet indien het zakelijk recht werd verkregen ingevolge:
4.3 De belastingplichtige die eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige overige woongelegenheid en die de geïnventariseerde woning zelf bewoont. De vrijstelling geldt alleen voor woningen, voor een periode van maximum drie jaar, volgend op de datum van opname in het register van verwaarloosde woningen.
4.4 Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
Artikel 5: Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6: Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7: Bezwaar
De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.