De heer raadsvoorzitter opent de zitting.
BESLUIT:
Keurt het proces-verbaal van 23 november 2022 met algemene instemming goed.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2023 worden ten bate van de gemeente 1.039 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2: De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2: De belasting wordt vastgesteld op 8,00 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3: De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2023 wordt ten behoeve van de gemeente Hamme, een jaarlijkse algemene heffing op bedrijven en vrije beroepen geheven, voor een termijn eindigend op 31 december 2023.
Artikel 2: De algemene gemeentebelasting op bedrijven en vrije beroepen is verschuldigd door alle natuurlijke en rechtspersonen die op 1 januari van het belastingjaar, als hoofdactiviteit en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente:
Artikel 3: §1. De belasting is verschuldigd afzonderlijk per vestiging, hoe dan ook genaamd, gelegen op het grondgebied van de gemeente en door de belastingplichtige gebruikt of tot zijn gebruik is voorbehouden.
§2. De belasting wordt, ongeacht de kadastrale indeling vastgesteld rekening houdend met de totale bebouwde en onbebouwde oppervlakte van het goed waarop de vestiging zich bevindt. Als bebouwde oppervlakte wordt die van de laagste bovengrondse verdieping in aanmerking genomen.
Artikel 4: De basisbelasting wordt als volgt vastgesteld:
A. Voor land – en tuinbouwbedrijven:
A.1. Landbouwbedrijven:
Voor de schijf tot 7,5 ha |
74,00 EUR |
Voor de schijf boven 7,5 ha tot 12 ha |
105,00 EUR |
Voor de schijf boven 12 ha tot 25 ha |
148,00 EUR |
Voor de schijf boven 25 ha |
247,00 EUR |
Onder ‘landbouw’ wordt verstaan: akkerbouw, bosbouw en (pluim)veeteelt.
A.2. Tuinbouwbedrijven
A.2.1. Uitsluitend in open lucht.
Voor de schijf tot 1 ha | 74,00 EUR |
Voor de schijf boven 1 ha tot 3 ha |
105,00 EUR |
Voor de schijf boven 3 ha tot 6 ha |
148,00 EUR |
Voor de schijf boven 6 ha |
247,00 EUR |
A.2.2. Uitsluitend onder glas.
Voor de schijf tot 999 m² |
74,00 EUR |
Voor de schijf van 1.000 m² tot 6.999 m² |
105,00 EUR |
Voor de schijf van 7.000 m² tot 14.999 m² |
148,00 EUR |
Voor de schijf vanaf 15.000 m² |
247,00 EUR |
Gemengde tuinbouwbedrijven (exploitaties zowel in open lucht als onder glas) die in beide categorieën vallen, betalen een bedrag dat overeenkomt met de hoogste schijf waarin ze vallen.
B. Voor de andere bedrijven en de vrije beroepen:
Tot |
49 m² |
123,00 EUR |
van 50 m² tot |
99 m² |
154,00 EUR |
Van 100 m² tot |
249 m² |
185,00 EUR |
Van 250 m² tot |
499 m² |
310,00 EUR |
Van 500 m² tot |
749 m² |
371,00 EUR |
Van 750 m² tot |
999 m² |
635,00 EUR |
van 1.000 m² tot |
4.999 m² |
930,00 EUR |
van 5.000 m² tot |
9.999 m² |
1240,00 EUR |
van 10.000 m² tot |
24.999 m² |
1859,00 EUR |
van 25.000 m² tot |
49.999 m² |
2478,00 EUR |
meer dan 50.000 m² |
|
3100,00 EUR |
Artikel 5: Vrijstellingen en verminderingen:
§1. Is vrijgesteld van deze belasting:
De belastingplichtige die de activiteit bedoeld in artikel 2 van dit besluit heeft aangevat in het jaar dat het aanslagjaar voorafgaat EN die vóór de aanvang van de bedoelde activiteit de hoedanigheid van uitkeringsgerechtigde werkloze of schoolverlater had, of die genoot van een bestaansminimum.
Deze vrijstelling kan slechts voor 3 opeenvolgende jaren worden toegepast.
§2. Op de overeenkomstig artikel 4 van dit besluit berekende belasting wordt een vermindering toegestaan van:
§3. De verminderingen waarvan sprake in §2 zijn cumuleerbaar, zonder dat evenwel de belasting minder mag bedragen dan 25,00 EUR.
Artikel 6: Elke belastingplichtige is gehouden per vestiging aangifte te doen bij middel van een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de er in vermelde datum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. De aangifte blijft geldig tot ze wordt opgezegd.
Artikel 7: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege belast, conform artikel 6 van de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 8: Overtredingen op de aangifteverplichting geven aanleiding tot volgende belastingverhogingen:
De overtredingen op de aangifteverplichting worden vastgesteld door de ambtenaren van het gemeentebestuur van Hamme, speciaal daartoe aangesteld door het college van burgemeester en schepenen. De vastgestelde overtredingen worden genoteerd in processen – verbaal die bewijskracht hebben tot het tegendeel bewezen is.
De belastingverhoging wordt ingekohierd samen met het recht.
Artikel 9: De heffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2023 wordt ten behoeve van de gemeente Hamme een jaarlijkse algemene heffing op gezinnen geheven voor een termijn eindigend op 31 december 2023.
Artikel 2: Deze heffing is ten laste van ieder gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar is ingeschreven in de bevolkingsbestanden van de gemeente en waarvan geen enkel lid onderworpen is aan de algemene heffing op bedrijven en vrije beroepen.
Artikel 3: §1. Onder gezin wordt verstaan:
§2. De heffing wordt gevestigd ten laste van een gezinsverantwoordelijke, d.w.z. namens één van de gezinsleden ouder dan 18 jaar, dat in het gezin eigen belangen en desgevallend die van de medegezinsleden behartigt en zich tegenover derden als dusdanig kenbaar gemaakt heeft, optreedt of gekend is.
Artikel 4: §1. De belasting is verschuldigd per woning of woongelegenheid, hoe dan ook genaamd, op het grondgebied van de gemeente Hamme gelegen en door het gezin gebruikt of tot gebruik voorbehouden als hoofdverblijf.
§2. Een woning of woongelegenheid wordt beschouwd als gelegen in de gemeente wanneer zij haar adres heeft in de gemeente of de hoofdingang in de gemeente gelegen is.
Artikel 5: De belasting wordt bepaald op 40,00 euro per gezin.
Artikel 6: Het begonnen jaar is volledig verschuldigd, met dien verstande dat alleen de op 1 januari bestaande toestand in aanmerking genomen wordt.
Artikel 7: Kunnen ontheffing van deze belasting bekomen:
Artikel 8: De heffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9: De heffing is betaalbaar binnen de twee maand na toezending van het aanslagbiljet.
Artikel 10: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een periode ingaand op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 een kohierbelasting geheven om de kosten op ambtshalve door de gemeente of door derden in opdracht van de gemeente, voor derden uitgevoerde werken, terug te vorderen.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de perso(o)n(en): natuurlijke of rechtspersonen die – na ingebrekestelling – nalaten te voldoen aan de hen opgelegde verplichtingen opgenomen in een wet, decreet, reglementaire bepaling of zelfs gemeentelijke vergunning of gemeentelijke verordening. Een ingebrekestelling is niet vereist indien er sprake is van onmiddellijk gevaar. In geval twee of meer natuurlijke of rechtspersonen nalatig zijn, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld als volgt:
1. Voor de inzet van gemeentepersoneel:
2. Ingezet materieel/prestaties:
a. Voertuigen (vergoeding per begonnen uur):
b. Gereedschappen (vergoeding per begonnen uur):
c. Tijdelijke verkeerssignalisatie:
Per bord/baken/hek (inclusief steunen en voeten):
3. Verwerkte materialen:
Worden aan kostprijs doorgerekend aan de belastingplichtige(n). De kostprijs wordt bepaald aan de hand van een recente factuur van aankoop van het materiaal door ons bestuur.
4. Inzet van derden bij de uitvoering van de gevraagde prestatie(s):
Worden aan kostprijs doorgerekend aan de belastingplichtige(n). De uiteindelijke kostprijs van de prestatie(s) wordt bepaald aan de hand van de factuur die ons bestuur ontvangt van de derde-ondernemer.
Artikel 4: De kohieren inzake gemeentebelastingen worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar, door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente.
Artikel 5: De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 6: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 wordt een belasting geheven op de foorinrichtingen opgericht op privaat terrein. De belasting is verschuldigd door de uitbater van de inrichting.
Artikel 2: Deze belasting zal berekend worden in evenredigheid tot de oppervlakte van de inrichting aan 0,50 EUR /m².
Artikel 3: De foorkramer zal minstens acht dagen voordat hij de uitbating van zijn inrichting begint, aan het college van burgemeester en schepenen, een verklaring sturen waarin hij het opstellen van zijn inrichting laat kennen, alsook de aard en de oppervlakte hiervan, alsmede de duur van de opstelling.
Artikel 4: Het opmeten van de beslagen oppervlakte gebeurt door de zorgen van het gemeentebestuur.
Artikel 5: De belasting is éénmalig verschuldigd voor de duur van de bezetting.
Artikel 6: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 7: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaande op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 een gemeentebelasting gevestigd op de voor de bestemmelingen kosteloze verspreiding aan huis van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter.
Artikel 2: Onder verspreiding aan huis wordt verstaan op het grondgebied van de gemeente (of een deel ervan) achterlaten van drukwerk zonder adressering in de brievenbussen en zonder initiatief van de bestemmeling.
Onder drukwerk met handelskarakter wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken en merknamen, en die erop gericht is de potentiële klant er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder tegen betaling.
Artikel 3: De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken.
Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan of niet gekend is, wordt de belasting gevestigd lastens de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.
De drukker en de fysieke persoon of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4: De belasting wordt vastgesteld op:
Grotere formaten worden omgerekend naar A4-formaat.
Artikel 5: Van de belasting is vrijgesteld de verspreiding van drukwerken waarvan de bedrukte oppervlakte voor 50% of meer ingenomen wordt door tekst en/of afbeelding zonder handelskarakter.
Artikel 6: Van de belasting zijn eveneens vrijgesteld:
Artikel 7: De belastingplichtige is gehouden ten minste 24 uren voor de verspreiding van het drukwerk hiervan aangifte te doen aan het gemeentebestuur. Hierbij dient de belastingplichtige een blanco specimen van het te verspreiden drukwerk, een verklaring van het aantal exemplaren en een overzicht van de straten waar de folder zal bedeeld worden, ter beschikking te stellen.
Voor de periodieke verspreiding mag de aangifte bij voorbaat gedaan worden voor een periode van hoogstens 12 maanden.
Artikel 8: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure - de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepalingen van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van de verzending van de betekening om zijn opmerkingen voor te dragen.
Artikel 9: De bij artikel 8 van dit reglement ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
Artikel 10: De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 11: De kohieren worden door de financieel beheerder ingevorderd.
Artikel 12: De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 13: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een gemeentebelasting gevestigd op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein bij het uitvoeren van bouw–, verbouw- en /of afbraakwerken.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd voor:
1° het plaatsen van materiaal, materieel en voertuigen, die nodig zijn voor de uitvoering van de geplande werken. De oppervlakte die in aanmerking wordt genomen, is diegene van de rechthoek die rond het voorwerp of de groep voorwerpen, die de openbare weg innemen, kan getrokken worden.
2° het afsluiten of laten afsluiten van een deel van het openbaar domein.
Artikel 3: §1. De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de machtiging tot inneming van het openbaar domein.
§2. De aannemer van de werken, de eigenaar, de huurder, de bewoner, de bouwheer, de architect of alle andere personen die bij de privatisering betrokken partij zijn, zijn hoofdelijk gehouden tot het betalen van de belasting.
Artikel 4: De belasting wordt vastgesteld als volgt:
Delen van een m² worden als een volledige m² beschouwd;
De belasting is ondeelbaar en steeds voor een ganse periode van 15 kalenderdagen verschuldigd.
Artikel 5: Van de belasting zijn vrijgesteld de tijdelijke privatiseringen in opdracht van instellingen die ingevolge bijzondere wetten vrijgesteld zijn van alle gemeentelijke belastingen.
Artikel 6: §1. De aanvraag tot inname van het openbaar domein dient online ingediend te worden via het e-loket binnen de hierna vermelde termijnen:
In bovenstaande gevallen is enkel een beslissing van de gemachtigd ambtenaar nodig.
In deze laatste gevallen is een beslissing van het college van burgemeester en schepenen nodig.
§ 2. Naar aanleiding van deze aangifte wordt aan de belastingplichtige een vergunning afgeleverd voor de privatisering van het openbaar domein. Deze vergunning dient verplicht geafficheerd te worden op de plaats waar de inname van het openbaar domein gebeurt.
§ 3. Deze aangifte geldt tevens als fiscale aangifte.
Artikel 7: Bij innames zonder vergunning vervalt de vrijstelling van de eerste 15 kalenderdagen en wordt deze vrijstelling vervangen door een belasting van 9,00 euro per m².
Artikel 8: Vooraleer de vergunning wordt afgeleverd is de belastingplichtige verplicht een bedrag gelijk aan de vermoedelijke belasting in bewaring te geven tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt en ten opzichte van de belastingplichtige met een kwitantie worden bevestigd nadat de inname is beëindigd. Betaalde bedragen zijn niet terugvorderbaar.
Artikel 9: Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze eisbaar overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 10: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: §1. Er wordt voor een periode ingaand op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 een gemeentebelasting van 9 EUR per eenheid en per breuk van KW gevestigd op de motoren gebruikt voor nijverheids-, landbouw- en handelsdoeleinden, evenals op deze gebruikt door de beoefenaars van vrije beroepen, ongeacht de krachtbron welke deze in beweging brengt, vanaf een globale capaciteit van 18,38 KW.
§2. De belasting is verschuldigd voor de motoren die de belastingplichtige voor de exploitatie van zijn inrichting of van haar bijgebouwen gebruikt. Dienen als bijgebouw van een inrichting beschouwd te worden: iedere instelling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente gevestigd is.
§3. Voor de motoren, gebruikt voor een zoals in vorige paragraaf bedoeld en op het grondgebied van een andere gemeente overgebracht bijgebouw, is geen gemeentebelasting verschuldigd voor het tijdvak van het gebruik in de andere gemeente.
§4. Wanneer, hetzij een inrichting, hetzij een zoals hierboven bedoeld bijgebouw, geregeld en duurzaam een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met één of meer bijgebouwen, of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting enkel verschuldigd, indien hetzij de inrichting zelf, hetzij het voornaamste bijgebouw in de gemeente gevestigd is.
Artikel 2: De kracht van de hydraulische toestellen wordt uitgedrukt in KWh.
Artikel 3: De belasting wordt niet geheven op:
Artikel 4: Iedere belastingplichtige, houder van in of buiten werking zijnde motoren, waarvan hij al dan niet eigenaar is, moet er aangifte van doen door middel van het formulier dat hem ten huize zal besteld worden door het gemeentebestuur. De belastingplichtige die het formulier niet zou ontvangen hebben moet deze aangifte spontaan doen binnen dezelfde termijn(en). Ook de kracht van de volgens artikel 3 van dit reglement, onbelastbare motoren dient te worden aangegeven.
Artikel 5: §1. De verdwijning of het definitief buiten gebruik stellen in de loop van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar van een belastbare motor, brengt een belastingvermindering met zich mee. Deze vermindering gaat in vanaf de maand volgend op het bericht, gezonden aan het gemeentebestuur, betreffende de verdwijning of het buiten gebruik stellen.
§2. Het stilleggen van een ononderbroken tijdvak gelijk aan of groter dan een maand, met uitzondering van de jaarlijks verplichte vakantieperiode, geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden dat het toestel gedurende het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar ononderbroken buiten werking is geweest. Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de activiteit die beperkt is tot één dag op vier weken of één week werk na vier weken inactiviteit in de bedrijven die met de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een akkoord hebben aangegaan inzake de activiteitsvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen.
§3. Om deze evenredige vermindering te kunnen genieten moet de belanghebbende aan het gemeentebestuur schriftelijk bericht gegeven hebben van de dag waarop de motor stilligt en na de dag waarop hij terug in werking wordt gesteld. Een ontvangstbewijs zal aan de belanghebbende worden afgeleverd.
Dit bericht moet om de drie maanden hernieuwd worden. De vermindering van belasting geldt van de maand af volgende op de datum van ontvangst van het bericht van stillegging tot de maand volgend op deze van wederinwerkingstelling.
De berichtgeving is van substantiële aard en op straffe van verval voorgeschreven.
§4. Wat het eerste jaar van belastingheffing aangaat, is het bewijs van tijdelijke non-activiteit of van de definitieve buiten gebruikstelling nochtans met alle mogelijke rechtsmiddelen te leveren.
Indien vastgesteld wordt dat de motor werkt voor het geven van het bericht van wederinwerkingstelling, zal geen vermindering toegestaan worden, hoelang de stillegging ook heeft geduurd.
Artikel 6: De belasting wordt gevestigd op grond van belastbare motorenkracht tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Ze wordt berekend per maand en elk gedeelte ervan wordt voor een volledige maand geteld. Indien een motor evenwel tijdens dezelfde maand belastbaar is in verschillende gemeenten, is de belasting verschuldigd aan de gemeente met het grootste aantal dagen gebruik.
Is dit aantal gelijk dan wordt de belasting evenredig per halve maand verdeeld.
Een motor die voor de eerste maal in werking wordt gesteld, is belastbaar vanaf de volgende maand.
Artikel 7: Bij staking van bedrijfsactiviteiten op het grondgebied van de gemeente in de loop van het belastingjaar om welke reden ook, wordt bij afwijking van bepaalde in voorafgaand artikel, een bijzondere, eventueel bijkomende, aanslag gevestigd, berekend op basis van de motoren tijdens voren bedoeld jaargedeelte of jaar gebruikt en verbonden aan het jaar waarin de staking van de bedrijfsactiviteiten plaats heeft.
De belastingplichtigen die onder de toepassing van deze bepaling vallen zijn verplicht, uiterlijk acht dagen na de staking van de bedrijfsactiviteiten, hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur.
Artikel 8: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
De kennisgeving van aanslagbiljet aan de belastingplichtige gebeurt onverwijld na de uitvoerbaarverklaring van het kohier.
Artikel 10: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaand op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023, een belasting geheven overeenkomstig de beschikkingen van de onderhavige verordening op het openen, verbreden, verlengen of rechttrekken van straten.
Artikel 2: Deze belasting is verschuldigd door alle eigenaars of gelijkgestelde wier onroerende goederen palen aan verkeerswegen welke tijdens de heffingstermijn van deze verordening en op kosten van de gemeente zullen geopend, verbreed, verlengd of rechtgetrokken worden.
Artikel 3: §1. De belasting bezwaart de eigendom. Zij is verschuldigd door de bezitter, zoals inzake onroerende voorheffing.
Zij is voor het ganse jaar verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van het aangeslagen goed.
§2. Wat het eerste belastingjaar aangaat zal de taks nochtans verschuldigd zijn door de bezitter van het betrokken onroerend goed op het ogenblik van de volledige verwerving der nodige gronden of van de voltooiing der werken. Deze voltooiing wordt bepaald door het proces – verbaal en vastgesteld bij besluit van het college van burgemeester en schepenen.
§3. Het eerste dienstjaar van de belasting stemt overeen met het kalenderjaar, tijdens hetwelk het werk zal voltooid zijn (in voorkomend geval voorlopige aanvaarding) of de grondverwervingen volledig doorgevoerd.
§4. Wanneer het werk echter slechts voltooid wordt (voorlopige aanvaarding) of de grondverwervingen volledig doorgevoerd worden tijdens het laatste kwartaal van een kalenderjaar, zal het eerste dienstjaar van de belasting overeenstemmen met het eerste daaropvolgend kalenderjaar.
§5. In geval van eigendomsoverdracht is de nieuwe eigenaar de taks verschuldigd, te rekenen van 1 januari die volgt op de datum van de akte die hem de eigendom toekent.
§6. Ingeval de eigendom nochtans belast is met recht van erfpacht of opstal, zal de belasting eisbaar zijn van de bezitter, ten titel van erfpacht of opstal.
Artikel 4: De opbrengst van de belasting zal in principe gelijk zijn aan de intrest en de aflossing van het gebruikte kapitaal.
Aflossingstermijn en intrestvoet zijn in principe dezelfde als voor de lening door de gemeente aangegaan tot financiering van de grondverwervingen en (of) de werken.
Ingeval de gemeente de uitgaven met eigen middelen financiert zal het verschuldigde kapitaal met tien jaarlijkse afkortingen worden afbetaald.
In dit geval zal de intrest aan marktwaarde worden aangerekend voor de leningen met terugbetalingstermijn van 10 jaar.
De schuldenaar van de belasting kan zich nochtans ontmaken van de betaling van jaarlijkse belasting:
Belastingbedragen van 50 EUR in min moeten steeds in éénmaal worden afbetaald.
Artikel 5: De globale waarde van de aangeworven percelen grond voor het openen, verbreden, verlengen of rechttrekken van straten door de gemeente, of voor haar rekening uitgevoerd, zal aan de gemeente terugbetaald worden door de aanpalende eigenaars door middel van een belasting, genaamd ‘openingstaks’.
Artikel 6: De eenheid van deze belasting zal vastgesteld worden door de globale prijs van de verworven percelen grond, afgezien van de waarde van de gebouwen, die er zich gebeurlijk op bevonden, te delen door de totale lengte van de boordeigendommen aan weerszijden van de weg op de rooilijn.
De belasting, door de aanpalende eigenaars verschuldigd, wordt verrekend pro-rata van het aantal strekkende meter eigendom op de rooilijn gemeten.
Nochtans, zo de weg gemeen is met een andere gemeente, zal de deling geschieden door de totale lengte der eigendommen, uitsluitend aan de zijde van Hamme.
De belasting mag niet meer dan 6 m² per strekkende meter van het goed aan de rooilijn treffen.
Artikel 7: De belasting wordt uitgesteld:
3. de niet-bebouwde eigendommen in de landelijke zone.
Bij de voorziene opheffing van uitstel, beginnen de afbetalingen te lopen van 1 januari af van het jaar, volgend op de opheffing. De verjaring mag niet ingeroepen worden.
Artikel 8: Voor de eigendommen, gelegen op de hoeken van straten en pleinen wordt de belastbare lengte enkel gerekend langs de grootste zijde, vermeerderd met de lengte van de afgeronde of afgeknotte hoek.
Indien de grondverwervingen of de werken, vermeld onder artikel 1 van dit reglement alleen uitgevoerd worden langs de kleinst ontwikkelde kant, dan zal de aanslag hierop gevestigd worden.
Worden de werken uitgevoerd langs de grootst ontwikkelde kant, nadat zij uitgevoerd werden langs de kleinste, dan zal de belastbare lengte, alvorens tot de grondslag te dienen voor de aanslag, eerst verminderd worden met het aantal strekkende meter eigendom aan de kleinste kant.
In geen geval zal de ontlasting meer dan 30 lopende meter mogen bedragen.
Artikel 9: De eigendommen, welke op twee straten uitgeven, zonder nochtans een hoek te vormen, zijn belastbaar voor de twee zijden.
Artikel 10: De bepalingen van het vroeger van kracht zijnde belastingreglement, toegepast bij het vaststellen van het eerste kohier op vroeger uitgevoerde werken, blijven op deze werken van toepassing.
Artikel 11: De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 12: De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. De kennisgeving van het aanslagbiljet aan de belastingplichtige gebeurt onverwijld na de uitvoerbaarverklaring van het kohier.
Artikel 13: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 14: De regels betreffende de invordering, de verwijlintresten en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelasting op de inkomsten zijn toepasselijk op deze gemeentebelastingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: §1. Vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 wordt een belasting geheven op het overwelven van grachten langs percelen langs de gemeentelijke openbare wegen.
§2. Deze belasting wordt vastgesteld op 125 EUR per strekkende meter.
Zij is verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 2: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 3: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 4: De regels betreffende de invordering, de verwijlintresten en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelasting op de inkomsten zijn toepasselijk op deze gemeentebelasting.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: § 1. De belasting op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente is een kohierbelasting ten laste van de in artikel 2 van dit reglement vermelde personen.
§ 2. Met ingang van 1 januari 2023 en voor een termijn eindigend op 31 december 2023 wordt een belasting gevestigd op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd door iedere persoon die afvalstoffen achterlaat, opslaat of stort op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze die niet overeenstemt met het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en het gebruik van het containerpark en andere wettelijke bepalingen.
Artikel 3: § 1. Bij het ambtshalve opruimen van sluikstorten door de gemeente wordt het bedrag van deze belasting als volgt vastgesteld:
1.Voor de inzet van gemeentepersoneel:
2.Ingezet materieel/prestaties:
a. Voertuigen (vergoeding per begonnen uur):
b. Gereedschappen (vergoeding per begonnen uur):
c. Tijdelijke verkeerssignalisatie:
Per bord/baken/hek (inclusief steunen en voeten):
3.Verwerkte materialen:
Worden aan kostprijs doorgerekend aan de belastingplichtige(n). De kostprijs wordt bepaald aan de hand van een recente factuur van aankoop van het materiaal door ons bestuur.
4. 0,70 EURO per kilometer transport van de afvalstoffen;
5. 0,20 EURO per kg opgeruimde afvalstoffen;
De voormelde bedragen zijn verschuldigd per aangevangen uur en/of ingezamelde kg en/of begonnen km.
§ 2. In ieder geval wordt een administratieve kost aangerekend van 40,00 EURO.
§ 3. Bij het ambtshalve opruimen van sluikstorten door derden in opdracht van de gemeente wordt het factuurbedrag van deze derde, vermeerderd met een administratieve kost van 40 EURO, doorgerekend aan de in artikel 2 van dit reglement vermelde belastingplichtige.
Artikel 4: De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 5: De in artikel 2 van dit reglement vermelde belastingplichtige beschikt voor de betaling van de belasting over een termijn van twee maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 6: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 7: Ter kennis zal eveneens een afschrift worden toegezonden aan de OVAM.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaand op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 een gemeentebelasting geheven op sommige tussenkomsten van de lokale politie.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd door degenen die de interventie noodzakelijk maken. Degene die hen opdracht of toelating gaf en de eigenaar, voor zover aangenomen en bewezen kan worden dat de eigenaar effectief schuldig of medeplichtig is, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 3: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:
§1. Het weghalen van autovoertuigen: terugvorderen van de door de gemeente betaalde takelkosten. Het gemeentebestuur zal de door haar te betalen factuur van de takelkosten ter staving van de aanslag voorleggen aan de belastingplichtige.
§2. Het bewaren en stallen van autovoertuigen: 6,25 euro/dag. Elke begonnen dag wordt als een volledige dag geteld.
§3. Nodeloos alarmeren van de politie zoals bepaald in het K.B. van 28 mei 1991 en het M.B. van 08 oktober 1993: 150 euro per oproep vanaf het derde nodeloos alarm.
§4. Vervoer van dronken personen of van personen die zich in soortgelijke toestand bevinden ten gevolge van het gebruik van verdovende of hallucinatieverwekkende middelen naar huis, naar een verpleeginstelling of naar een politiekantoor: 150,00 euro.
§5. Vervoer van bestuurlijk aangehouden personen naar een politiekantoor of naar een andere eindbestemming die naargelang het geval meer aangewezen zou kunnen zijn (thuis, verpleeginstelling, bij de meerderjarige die het ouderlijk gezag of feitelijk toezicht uitoefent, enz.): 150,00 euro.
Artikel 4: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 5: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 6: Verwijl- en moratoriumintresten zijn toepasselijk zoals inzake directe rijksbelastingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaand op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 een gemeentebelasting geheven op tweede verblijven, gelegen op het grondgebied van de gemeente Hamme, ongeacht het feit of ze al dan niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Artikel 2:
1. Als tweede verblijf wordt beschouwd: elke constructie met woon- of verblijfgelegenheid – hoe primitief ook - en waarvoor op het adres van het tweede verblijf niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters voor het hoofdverblijf.
2. Worden niet beschouwd als tweede verblijf:
Artikel 3: De belasting is verschuldigd door diegene die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar of vruchtgebruiker is van het tweede verblijf, de hoedanigheid van tweede verblijf wordt op diezelfde datum beoordeeld.
Artikel 4: Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:
Artikel 5: De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
Artikel 6: Het belastingkohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 7: De belasting is eisbaar na ontvangst, door de financieel beheerder, van het uitvoerbaar kohier. Zij is betaalbaar binnen de twee maand volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 8: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Belastingstermijn en belastbare grondslag
§1. Er wordt voor het jaar 2023 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.
Artikel 2: Belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum.
§2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.
Artikel 3: Tarief van de belasting
De belasting bedraagt:
Artikel 4: Vrijstelling
4.1 De belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een ziekenhuis. Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening, de instelling of het ziekenhuis waar de belastingplichtige verblijft. De vrijstelling geldt voor een periode van maximum drie jaar, volgend op de datum van opname van de belastingplichtige. De vrijstelling geldt uitsluitend voor de woning, kamer of overige woongelegenheid die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in de erkende ouderenvoorziening, de psychiatrische instelling of het ziekenhuis.
4.2 De belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, kamer of overige woongelegenheid, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling wordt automatisch toegekend op basis van het attest dat door de instrumenterende notaris dient te worden afgeleverd aan de administratie, binnen 7 dagen na het verlijden van de verkoopsakte en gaat in op datum van het verlijden van de verkoopsakte. Deze vrijstelling geldt niet indien het zakelijk recht werd verkregen ingevolge:
4.3 De belastingplichtige die eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige overige woongelegenheid en die de geïnventariseerde woning zelf bewoont. De vrijstelling geldt alleen voor woningen, voor een periode van maximum drie jaar, volgend op de datum van opname in het register van verwaarloosde woningen.
4.4 Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
Artikel 5: Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6: Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7: Bezwaar
De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 een activeringsheffing geheven op onbebouwde bouwgronden in woongebied en onbebouwde kavels.
Artikel 2: Het bedrag wordt vastgesteld op 0,60 euro per vierkante meter oppervlakte van de bouwgrond of kavel, evenwel met een minimum aanslag van 300,00 euro per bouwgrond of kavel.
Voor het tweede opeenvolgende aanslagjaar waarin de heffing wordt gevestigd op dezelfde bouwgrond of kavel, wordt de aanslagvoet verhoogd tot 1,20 EUR per vierkante meter oppervlakte van de bouwgrond of kavel, met een minimale aanslag van 600,00 EUR per bouwgrond of kavel.
Voor het derde opeenvolgende aanslagjaar waarin de heffing wordt gevestigd op dezelfde bouwgrond of kavel, wordt de aanslagvoet verhoogd tot 1,80 EUR per vierkante meter oppervlakte van de bouwgrond of kavel, met een minimale aanslag van 900,00 EUR per bouwgrond of kavel.
Vanaf het vierde opeenvolgende aanslagjaar waarin de heffing wordt gevestigd op dezelfde bouwgrond of kavel, wordt de aanslagvoet verhoogd tot 2,40 EUR per vierkante meter oppervlakte van de bouwgrond of kavel, met een minimale aanslag van 1200,00 EUR per bouwgrond of kavel.
Artikel 3: De activeringsheffing is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het heffingsjaar eigenaar is van de bouwgrond of kavel. In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. Indien er een erfpacht of opstalrecht bestaat, is de heffing verschuldigd door de erfpachter of opstalhouder. In geval van mede-eigendom, zijn de niet-vrijgestelde mede-eigenaars hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde activeringsheffing.
Artikel 4: Als niet bebouwde bouwgrond wordt beschouwd elke grond waarop de oprichting van een voor bewoning bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het belastingsjaar.
Als niet bebouwde kavels worden beschouwd: alle kavels, als zodanig vermeld in een niet vervallen verkavelingsvergunning, met uitzondering van deze waarop, op 1 januari van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, de oprichting van een voor bewoning of industrie bestemd gebouw reeds werd aangevat overeenkomstig de stedenbouwkundige hoofdbestemming van de kavel en overeenkomstig een uitvoerbare en niet vervallen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
Artikel 5: Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld:
Artikel 6: De activeringsheffing wordt niet geheven op bouwgronden en kavels die tijdens het heffingsjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd:
Artikel 7: De activeringsheffing wordt opgeschort in hoofde van de houders van een in laatste administratieve aanleg verleende verkavelingsvergunning, en dit gedurende één jaar te rekenen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg, respectievelijk, wanneer de verkaveling werken omvat, vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van afgifte van het in artikel 4.2.16, §2 VCRO vermelde attest, desgevallend voor die fase van de verkavelingsvergunning waarvoor het attest wordt verleend.
Artikel 8: Enkel de vrijstellingen zoals bepaald in artikels 5, 6 en 7 van dit reglement worden toegepast.
Artikel 9: De opname van de belastbare kavel of grond zal door de zorgen van het college van burgemeester en schepenen gebeuren, ingevolge aangifte te doen bij middel van een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier dat door de belastingplichtige, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde datum moet worden ingestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen voor 31 november van het aanslagjaar.
Artikel 10: Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden.
Overtredingen op de aangifteverplichting geven aanleiding tot volgende belastingverhogingen:
De overtredingen op de aangifteverplichting worden vastgesteld door de ambtenaren van het gemeentebestuur van Hamme, speciaal daartoe aangesteld door het college van burgemeester en schepenen. De vastgestelde overtredingen worden genoteerd in processen-verbaal die bewijskracht hebben tot het tegendeel.
De belastingverhoging wordt ingekohierd, samen met het recht.
Artikel 11: De heffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 12: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 13: De aan deze belasting onderworpen kavels kunnen niet aangeslagen worden in de belasting op de niet-bebouwde gronden, gelegen in het woongebied en palende aan een openbare uitgeruste weg.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Algemene bepalingen
Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen, kamers, gebouwen en overige woongelegenheden die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister, te rekenen vanaf datum van eerste registratie.
Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid en het gemeentelijk reglement inzake leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden.
Artikel 2: Definities
2.1 De definities uit het gemeentelijk reglement betreffende het opmaken van een leegstandsregister voor woningen en gebouwen van 20/12/2017 zijn van toepassing voor dit reglement.
2.2 De definities van woningen en gebouwen uit artikel 1.2 van het decreet grond- en pandenbeleid zijn toepasselijk, evenals de andere definities van artikel 1.2 van het decreet grond- en pandenbeleid.
2.3 Leegstaande gebouwen zijn gebouwen zoals omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid.
2.4 Leegstaande woningen zijn woningen zoals omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid.
2.5 Een ramp is een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en die het onroerend goed dermate beschadigt dat het gebruik onmogelijk is. Voorbeelden zijn ernstige brand, gasontploffing, overstroming, hevige storm, …
2.6 Een renovatienota is een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota die door het college van burgemeester en schepenen wordt goedgekeurd en waarin minstens volgende elementen zijn opgenomen:
2.7 Een sociale woonorganisatie is een organisatie, vermeld in artikel 2 § 1, eerste lid, 26° van de Vlaamse Wooncode; een sociale huisvestingsmaatschappij, het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, een sociaal verhuurkantoor of een huurdersorganisatie.
Artikel 3:
3.1 De belasting voor een leegstaande woning, kamer, overige woongelegenheid of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning, kamer, overige woongelegenheid of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden vanaf de initiële inventarisatiedatum is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
3.2 Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning, kamer of overige woongelegenheid niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Artikel 4:
4.1 De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of leegstaande woning, kamer of overige woongelegenheid op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
4.2 Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
4.3 De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.
Artikel 5:
5.1 De belasting bedraagt:
5.2 Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op de inventaris staat, wordt herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Artikel 6: Vrijstellingen
6.1 Aanvraag vrijstelling:
De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting moet hiervoor zelf schriftelijk het aanvraagformulier en de nodige bewijsstukken indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
6.2 Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:
6.3 Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
De nieuwe vrijstellingsmaatregelen kunnen enkel toegepast worden voor nieuw opgestarte dossiers. Lopende vrijstellingen kunnen hun termijn uitlopen. Lopende vrijstellingen voor renovatiewerken op basis van een renovatienota kunnen in geen geval verlengd worden zoals bedoeld in punt 6.3 f.
Artikel 7: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 8: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 9: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn aanvang nemend op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 een belasting geheven op het gebruik van de openbare weg of het openbaar domein voor publicitaire doeleinden d.m.v. reclamevoertuigen, lastens de natuurlijke of rechtspersoon die de reclame voert.
Artikel 2: Onder reclamevoertuigen wordt verstaan: aanhangwagens of voertuigen, al dan niet uitgerust met een motor, dewelke op de openbare weg of het openbaar domein worden geplaatst met het oog op louter publicitaire doeleinden.
Artikel 3: Worden niet als reclamevoertuig aanzien: de voertuigen die publiciteit voeren die betrekking heeft op de handel of de nijverheid van de vervoerder en bovendien uitsluitend dienen voor het vervoer van koopwaar, de voertuigen die bijkomstig voorzien zijn van publiciteit en niet met uitsluitend publicitaire doeleinden de openbare weg gebruiken.
Artikel 4: De belasting wordt vastgesteld op € 25 per dag en per voertuig. Breuken van dagen worden als volledige dagen geteld.
Artikel 5: De belastingplichtige is gehouden ten minste 24 uren voor het plaatsen van het reclamevoertuig aangifte te doen aan het gemeentebestuur.
Artikel 6: Deze belasting wordt contant geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 7: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 8: Verwijl- en moratoriumintresten zijn toepasselijk zoals inzake directe rijksbelastingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor de periode ingaand op 1 januari 2023 tot 31 december 2023 een gemeentebelasting geheven op het verwijderen van onrechtmatige aanplakkingen door de diensten van het gemeentebestuur, van allerhande aanplakkingen op de gemeentelijke aanplakborden.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd door diegene die onrechtmatig heeft aangeplakt.
Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld op 123,95 euro voor het verwijderen van affiches per gemeentelijk aanplakbord.
Artikel 4: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 5: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 6: De regels betreffende de invordering, de verwijl- en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelasting op de inkomsten zijn toepasselijk op deze gemeentebelasting.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 wordt een gemeentebelasting geheven op de aanvraag van omgevingsvergunningen.
Artikel 2: Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor het verkavelen van gronden, is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de te verkavelen gronden. Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor het exploiteren of veranderen van een ingedeelde inrichting of activiteit, is de belasting verschuldigd door de exploitant van de ingedeelde inrichting of activiteit. Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor stedenbouwkundige handelingen, is de belasting verschuldigd door de bouwheer.
Artikel 3: De belasting bedraagt:
Artikel 4: Het belastingbedrag zal verhoogd worden met:
Artikel 5: Vrijstelling van belasting wordt verleend aan:
Artikel 6: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 7: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 8: De regels betreffende de invordering, de verwijlintresten en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelasting op de inkomsten zijn toepasselijk op deze gemeentebelasting.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaand op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023 een gemeentebelasting geheven op het bewaren van dieren.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het dier.
Artikel 3: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt: een forfaitair bedrag van 90 euro per bewaard dier verhoogd met 8,70 euro verblijfskost per dag met een minimum van 14 dagen.
Artikel 4: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 5: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 6: Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent door middel van een verzoekschrift op tegenspraak, waarvan sprake is in de artikelen 1034 bis tot 1034 sexies van het Gerechtelijk Wetboek. Het beroep moet, op straffe van verval, worden ingesteld binnen drie maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing aan de bezwaarindiener of zijn vertegenwoordiger.
Artikel 7: Verwijl- en moratoriumintresten zijn toepasselijk zoals inzake directe rijksbelastingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 een belasting geheven op de ontgraving van kisten en de verplaatsing en de ontgraving van asurnen op de gemeentelijke begraafplaatsen.
Artikel 2: De aanslagvoet bedraagt:
Artikel 3: De belasting is niet verschuldigd voor:
Artikel 4: De belasting is verschuldigd door degene die om de opgraving verzoekt.
Artikel 5: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 6: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1 - Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen zijn:
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd voor het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij voor 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.
Artikel 4 – Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Artikel 5 - Definitief karakter
Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt een belasting geheven op de afgifte van administratieve stukken, voornaamswijzigingen, identiteitsbewijzen voor kinderen van minder dan 12 jaar, identiteitskaarten en afgifte van verblijfsbewijzen voor vreemdelingen door het gemeentebestuur, ingaand op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2023.
De belasting is verschuldigd door natuurlijke personen of rechtspersonen aan wie het stuk wordt afgeleverd.
Artikel 2: Het bedrag van de gemeentebelasting voor de afgifte van administratieve stukken en afsluiten van huwelijken wordt vastgesteld als volgt:
1. Elektronische identiteitskaarten afgeleverd aan personen vanaf de leeftijd van 12 jaar:
Deze belastingen komen bovenop de bedragen die door de FOD Binnenlandse Zaken van de gemeente worden geïnd.
2. Elektronische identiteitskaarten, identiteitsstukken en identiteitsbewijzen afgeleverd voor personen minder dan 12 jaar:
Deze belastingen komen bovenop de bedragen die door de FOD Binnenlandse Zaken van de gemeente worden geïnd.
3. Verblijfsbewijzen voor vreemdelingen:
Attest van immatriculatie (model A en B):
4. Afgifte van paspoorten & reisdocumenten:
Het bedrag van de gemeentebelasting voor de afgifte van paspoorten in uitvoering van de Wet van 14 augustus 1974 en gelet op het KB van 1 oktober 2001, gelet op de Omzendbrief van 2 augustus 2004 en op de omzendbrief van 20 september 2017, wordt als volgt vastgesteld:
Voor de gewone procedure:
Voor de uitzonderingsprocedure:
5. Slachtbewijzen
6. Verlenen stedenbouwkundige inlichtingen en stedenbouwkundige uittreksels
6.1 Verlenen van stedenbouwkundige inlichtingen betreffende onroerende goederen: 62 euro per onroerend goed.
6.2 Verlenen van een uittreksel uit het plannenregister: 25 euro per onroerend goed.
6.3 Verlenen van een uittreksel uit het vergunningenregister: 25 euro per onroerend goed.
7. Adresaanvragen of inlichtingen uit het bevolkingsregister:
Voor de toepassing van adresaanvragen of inlichtingen uit het bevolkingsregister wordt rekening gehouden met het KB van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister art. 3 en art 6.
7.1. adresaanvragen per adres: 2,50 euro
7.2. jaarabonnement: 75 euro
7.3. verstrekken van lijsten: 0,50 euro per blad met een minimum van 5 euro
7.4. Genealogische opzoekingen en opzoekingen voor derden:
Zijn van belasting vrijgesteld:
De particulier of rechtspersoon die om een verzending van de administratieve stukken verzoekt, is eveneens de verzendingskosten verschuldigd aan het bestuur, zelfs als de afgifte kosteloos is.
8.Afsluiten huwelijk:
8.1. Trouwboekje: voor trouwboekjes, exclusief de taks voor het huwelijksgetuigschrift in het boekje aangebracht: 15 euro.
8.2. Ceremonietaks: 50 euro.
9. Aanvraag van een rijbewijs, een voorlopig rijbewijs en een internationaal rijbewijs.
Er wordt voor de aflevering van een papieren rijbewijs een vergoeding gevorderd zoals voorzien in het Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 april 2011.
Er wordt 4 euro gevoegd bij de kostende prijs die de gemeente aan de FOD Mobiliteit en Vervoer moet betalen (16 euro).
Er wordt voor aflevering van het rijbewijs in bankkaartmodel een vergoeding gevorderd zoals voorzien in het Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 april 2011. Er wordt 4 euro gevoegd bij de kostende prijs die de gemeente aan de FOD Mobiliteit en Vervoer moet betalen (20 euro), zowel voor de eerste aflevering als voor de duplicaten.
Bij eventuele wijzigingen in de kostprijs die door de FOD Mobiliteit en Vervoer aangerekend wordt, zal het vermeld tarief aangepast worden, op die wijze dat het bedrag van de gemeentebelasting onveranderd blijft.
10. Prijs print-outs
De bedragen voor eventuele print-outs aan derden, bijvoorbeeld in het kader van afgifte uittreksels inzake openbaarheid van bestuur, worden als volgt vastgelegd:
11. Wijziging voornaam
11.1 De belasting voor voornaamswijziging wordt vastgesteld op 250,00 euro zonder mogelijkheid tot vermindering.
11.2 Bij een voornaamswijziging die wordt aangevraagd door transgenders, wordt de belasting vastgelegd op 25 euro.
11.3 Vreemdelingen die bij hun nationaliteitsverklaring geen voornaam hebben en een verzoek indienen om een voornaam te krijgen, zijn vrijgesteld van de belasting.
De belasting dient te worden geïnd op het moment dat de verklaring tot voornaamswijziging wordt afgelegd.
Artikel 3: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingswijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 4: De belasting is niet van toepassing op de afgifte van stukken welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is.
Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen en waarvan in het besluit van de regent van 26 juli 1948 sprake is.
Artikel 5: Zijn van belasting vrijgesteld:
Artikel 6: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Het gedeelte van de aanpassing 5 van het meerjarenplan 2020-2025 dat betrekking heeft op de gemeente, met een aanpassing van de kredieten van boekjaar 2022 en de beginkredieten voor boekjaar 2023, wordt vastgesteld.
Artikel 2: Het gedeelte van de aanpassing 5 van het meerjarenplan 2020-2025 dat betrekking heeft op het OCMW wordt goedgekeurd.
Artikel 3: Het geheel van de aanpassing 5 van het meerjarenplan 2020-2025 wordt aangenomen.
Artikel 4: Aan de Vlaamse Overheid zal digitaal over de aanpassing 5 van het meerjarenplan 2020-2025 worden gerapporteerd, conform de daartoe vastgestelde bepalingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Keurt goed de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij (AGB HIM), zoals gevoegd bij dit besluit voor goedkeuring van de kredieten 2022 en 2023.
Artikel 2: Afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan het AGB HIM.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement voor het dienstjaar 2023, vermeld in de artikelen 2 en 3 van huidige beslissing, ten voordele van het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij, goed.
Artikel 2: PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT AGB Hamse Investeringsmaatschappij - dienstjaar 2023 - vrijetijdsinfrastructuur (sport)
§1. Het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2023. Op basis van deze ramingen heeft het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2023 de inkomsten uit de toegangsgelden voor de vrijetijdsinfrastructuur (sport) te Hamme minstens 226 315,00 euro exclusief BTW dienen te bedragen om economisch rendabel te zijn.
§2. Om economisch rendabel te zijn wenst het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij vanaf 1 januari 2023 de voorziene toegangsprijzen (inclusief btw) voor de toegangsgelden voor de vrijetijdsinfrastructuur (sport) te Hamme te vermenigvuldigen met een factor 5,69.
De gemeente Hamme erkent dat het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief btw) voor de toegangsgelden voor de vrijetijdsinfrastructuur (sport) te Hamme dient te vermenigvuldigen met een factor 5,69 om economisch rendabel te zijn.
§3. Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van de vrijetijdsinfrastructuur (sport) wenst de gemeente Hamme dat er tijdens het kalenderjaar 2023 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de vrijetijdsinfrastructuur (sport). De gemeente Hamme wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat de vrijetijdsinfrastructuur (sport) toegankelijk is voor iedereen. De gemeente Hamme verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De waarde van de prijssubsidie toegekend door de gemeente Hamme voor de toegangsgelden voor de vrijetijdsinfrastructuur (sport) te Hamme bedraagt de prijs (inclusief btw) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt vermenigvuldigd met een factor 4,69.
De gesubsidieerde toegangsgelden (inclusief btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de gemeente Hamme deze steeds documenteren.
§4. Het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij moet op de 5de werkdag van elke kwartaal de gemeente Hamme een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens het voorbije kwartaal tot de vrijetijdsinfrastructuur (sport). Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij uitreikt aan de gemeente Hamme. De gemeente Hamme dient deze debet nota te betalen aan het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij binnen de 5 werkdagen na ontvangst.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2024 zal worden onderhandeld tussen de gemeente Hamme en het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij vóór 30 januari 2024.
Artikel 3: PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT AGB Hamse Investeringsmaatschappij - dienstjaar 2023 - ondergrondse parkings
§1. Het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2023. Op basis van deze ramingen heeft het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2023 de inkomsten uit de exploitatie van de ondergrondse parking in de Nieuwstraat en Nieuwemarkt minstens 419 930,00 euro exclusief BTW dienen te bedragen om economisch rendabel te zijn.
§2. Om economisch rendabel te zijn wenst het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij vanaf 1 januari 2023 de voorziene tarieven voor het gebruik van de ondergrondse parkings Nieuwstraat en Nieuwemarkt te vermenigvuldigen met een factor 2,70.
De gemeente Hamme erkent dat het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij, op basis van deze ramingen, de voorziene tarieven voor het gebruik van de ondergrondse parkings Nieuwstraat en Nieuwemarkt dient te vermenigvuldigen met een factor 2,70 om economisch rendabel te zijn.
§3. Rekening houdend met het belang van de ondergrondse parkings Nieuwstraat en Nieuwemarkt op het vlak van mobiliteit wenst de gemeente Hamme dat er tijdens het kalenderjaar 2023 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de ondergrondse parkings Nieuwstraat en Nieuwemarkt. De gemeente Hamme wenst immers de vergoedingen te beperken opdat de ondergrondse parkings een ruime gebruik kennen en het straatparkeren voldoende wordt ontlast. De gemeente Hamme verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De waarde van de prijssubsidie toegekend door de gemeente Hamme voor de toegangsgelden voor de ondergrondse parkings Nieuwstraat en Nieuwemarkt bedraagt de prijs (inclusief BTW) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt, vermenigvuldigd met een factor 1,70.
De gesubsidieerde toegangsgelden (inclusief btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de Gemeente Hamme deze steeds documenteren.
§4. Het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij moet op de 5de werkdag van elke kwartaal de gemeente Hamme een overzicht bezorgen van het gebruik van de ondergrondse parkings Nieuwstraat en Nieuwemarkt tijdens het voorbije kwartaal. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij uitreikt aan de gemeente Hamme. De gemeente Hamme dient deze debet nota te betalen aan het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij binnen de 5 werkdagen na ontvangst.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2024 zal worden onderhandeld tussen de gemeente Hamme en het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij vóór 30 januari 2024.
Artikel 4: De provinciegouverneur in kennis te stellen van dit besluit op de wijze zoals bepaald in artikel 231, derde lid van het Decreet over het lokaal bestuur.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: De dotatie van de gemeente Hamme aan de politiezone Hamme-Waasmunster vast te stellen op 3.911.744,56 euro.
Artikel 2: Deze dotatie in te schrijven in aanpassing 5 van het meerjarenplan 2020-2025 onder jaarbudgetrekening 2023/GBB/0400-00/6496400/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN voor een bedrag van 3.911.744,56 euro.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: De totale dotatie van de gemeente Hamme aan de hulpverleningszone OOST vast te stellen op 553.633 euro.
Artikel 2: De werkingssubsidies voor de brandweer in de meerjarenplanaanpassing 5 2020-2025 onder jaarbudgetrekening 2023/GBB/0410-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN in te schrijven voor 504.922,- euro.
Artikel 3: De werkingssubsidies m.b.t. de erkentelijkheidspremies in de meerjarenplanaanpassing 5 2020-2025 onder jaarbudgetrekening 2023/GBB/0410-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN in te schrijven voor 45.211,- euro.
Artikel 4: De werkingssubsidies m.b.t. de meerkost van de gemeentelijke ambulancedienst in de meerjarenplanaanpassing 5 2020-2025 onder jaarbudgetrekening 2023/GBB/0420-00/6494000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN in te schrijven voor 3.500,- euro.
Artikel 5: Dit besluit in het kader van het specifiek toezicht over te maken aan de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Voorwaardelijk gunstig advies te verlenen aan de ingediende beschrijving met voorlopige raming van de uit te voeren onderhoudswerken aan de waterlopen van 3° categorie, dienstjaar 2023. De ingediende programma's worden pro rato aangepast naar het afgesproken bedrag dat werd overeenkomen nav de budgettaire planningen, nl. 150.000 euro per jaar.
Artikel 2: De noodzakelijke budgettaire middelen voor de onderhoudswerken aan erkende waterlopen van 3° categorie te voorzien in volgende jaarbudgetrekening in MJP2020_2025 nl. 2023/GBB/0310-00/6496400/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Artikel 3: Een afschrift van dit besluit over te maken aan de Gouverneur van Oost-Vlaanderen, de verschillende Polderbesturen en de financiële dienst.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Elke houder van een visverlof heeft het huishoudelijk reglement gelezen en is hiermee akkoord.
Artikel 2: Iedere hengelaar (min. 14 jaar oud), dient in het bezit te zijn van een op naam geschreven visverlof, afgeleverd door een afgevaardigde van het gemeentebestuur, zijnde de visputverantwoordelijke/viswachter. Kinderen onder de 14 jaar vergezeld door een meerderjarige in het bezit van een gemeentelijk visverlof, mogen gratis vissen met één hengel.
Een afgevaardigde van het gemeentelijk politiekorps of van het gemeentebestuur kan controle uitvoeren op het visverlof, de aangewende visbak en emmers.
Op hun verzoek moeten deze zaken ter controle overhandigd worden.
Artikel 3: De openingsdata worden als volgt vastgesteld:
De Gespoelde Put en Meulenbroek: van 1 januari tot en met 31 december. Binnen deze periode kunnen deze visserijen uitzonderlijk gesloten worden.
Dit zal worden aangeduid door verbodsplaten of mededelingen in de infokasten.
Artikel 4: Het is verboden te vissen van zonsondergang tot zonsopgang. Tevens is vissen verboden bij ijsvorming op het water.
BBQ’en langs de oever is verboden.
Artikel 5: §1. Er mag maximaal met 2 hengels gevist worden en dit enkel vanaf de oever. Men dient ook haaks op de oever te vissen en de hengels moeten binnen handbereik liggen.
Het gebruik van emmers (minimum 35 cm diameter), gevuld met water, is verplicht om de vissen te kunnen onthaken. Bij karpervissen is het gebruik van een onthaakmat verplicht.
Alle gevangen vis moet na het onthaken onmiddellijk worden teruggezet (uitgezonderd paling).
§2. Tijdens de door het gemeentebestuur goedgekeurde viswedstrijden is dagvisserij niet toegelaten.
Men kan die dag op de andere vijver terecht.
§3. Het is verplicht om vishaken te gebruiken zonder weerhaak.
Artikel 6: §1. Een leefnet is enkel toegestaan op de door het gemeentebestuur goedgekeurde viswedstrijden.
§2. Vissen op snoek en snoekbaars (roofvissen) is enkel met 1 hengel toegelaten van 1 oktober t.e.m. 31 december als de betrokkenen in het bezit zijn van een gemeentelijk jaarverlof.
Er mag geen snoek of snoekbaars meegenomen worden.
Paling is vrij mee te nemen. Bij het vissen op snoek en snoekbaars is het gebruik van levend aas niet toegestaan.
Artikel 7: Het is verboden brood te gebruiken als visaas. Het verboden om eenden te voederen.
Artikel 8:
§1. Zonder schriftelijke en voorafgaande toestemming van de burgemeester is het verboden om:
§2. De honden moeten aan de leiband gehouden worden.
Artikel 9: Alle overtredingen op dit huishoudelijk reglement van de gemeentelijke visserijen hebben tot gevolg dat het visverlof onmiddellijk wordt ingetrokken voor de duur van een volledig visseizoen.
Artikel 10: Dit huishoudelijk reglement op de gemeentelijke visserijen vervangt het vroegere dat dateert van 15 december 2021.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Ten behoeve van de gemeente Hamme wordt een retributie geven op het gebruik van de academiezaal (incl. inkomhal, deel gang, toiletten, EHBO-lokaal) van de gemeentelijke academies, Creatieve Campus, Marktplein 20, 9220 Hamme.
Artikel 2: De retributie en waarborg wordt vastgesteld op:
Categorie |
Retributietarief |
Waarborg |
Categorie A: gemeentelijke diensten en instellingen |
€0 |
€0 |
Categorie B: Verenigingen, erkende gemeentelijke adviesraden en hun leden, gemeentelijke vzw’s, scholen |
€150/3 uur €50 voor elk bijkomend uur |
€125 |
Categorie C: Particulieren, zelfstandigen, bedrijven en – buitengemeentelijke verenigingen (verenigingen van buiten de gemeente, zelfs indien de leden inwoner zijn van Hamme) en bedrijven. |
€250/3 uur €50 voor elk bijkomend uur |
€125 |
Artikel 3: De gebruikers verklaren zich door het ondertekenen van het aanvraagformulier akkoord met het gebruikers- en retributiereglement.
Artikel 4: De academiezaal wordt ten vroegste 6 maanden en ten laatste 4 weken voor de activiteit via het voorziene aanvraagformulier bij de academie gereserveerd.
Artikel 5: Wijze van betalen:
Artikel 6: De toezegging van het gebruik van de lokalen is pas definitief na betaling van de retributie en de waarborg.
Artikel 7: Bij verlies van de sleutel of de afstandsbediening van de gordijnen door de aanvrager zijn de kosten voor het aanmaken van een nieuwe sleutel, het vervangen van de sloten of het aankopen van een nieuwe afstandsbediening ten laste van de aanvrager.
Artikel 8: Bij het achterlaten van afval/materiaal zal een forfaitaire kost van €50 worden aangerekend.
Artikel 9: Bij het annuleren van de reservering minder dan twee weken voor de geplande datum is een vergoeding van 50 % van de verschuldigde retributie verschuldigd.
Artikel 10: Bij niet-naleving van de opgesomde artikelnummers in artikel 11 §3 van het gebruikersreglement kan het schoolbestuur de aanvrager per vastgelegde inbreuk een forfaitaire vergoeding van €250 opleggen, onverminderd het recht van het schoolbestuur om op basis van de bewezen schade een hoger of lager bedrag te eisen.
Artikel 11: De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 27 maart 2019 inzake de invorderingskosten van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en vaststellen factuurvoorwaarden.
Artikel 12: Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Het Schoolbestuur stelt de academiezaal, inkomhal, deel gang, toiletten, EHBO-lokaal (zie plan) waarvan zij eigenaar is ter beschikking voor activiteiten van particulieren, verenigingen en andere organisaties (zie artikel 3 ‘Gebruikers’), onder de voorwaarden bepaald in dit gebruikersreglement en het toepasselijke retributiereglement.
In dit reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.
§1. De gebruikers worden onderverdeeld in 3 categorieën
§2. Prioritair gebruik
De academie heeft voorrang op alle andere kandidaat gebruikers. De academie moet geen aanvraag indienen.
§1. De academiezaal leent zich voor activiteiten van kunstzinnige, culturele of informatieve aard; tentoonstellingen, kleine muziek-, zang-, dans-, toneelopvoeringen, lesmomenten, lezingen, film- en diavoorstellingen.
§2. Uitgesloten activiteiten
§1. De tarieven en eventuele andere vergoedingen die aan het gebruik van de academiezaal verbonden zijn, worden bepaald in het toepasselijke retributiereglement.
§2. De retributie is verschuldigd per tijdsblok van 3 uur. Per bijkomend uur is de aanvrager een extra retributie verschuldigd.
§1. De algemene verplichtingen en gebruiksvoorwaarden gelden voor de academiezaal en haar bijhorigheden zoals in artikel 1 opgesomd. Het is ten strengste verboden de lift te gebruiken en zich naar de eerste verdieping te begeven.
De aanvrager zorgt ervoor dat deze bepalingen ook nageleefd worden door zijn/haar eventuele aangestelden en de deelnemers aan zijn/haar activiteit in de academiezaal en de bijhorigheden.
§2. De academiezaal en haar bijhorigheden mogen enkel en alleen gebruikt worden voor de activiteit zoals beschreven in de aanvraag en waarvoor het gebruik werd toegestaan.
De aanvrager kan het gebruik van de academiezaal en haar bijhorigheden niet afstaan aan derden.
§3. Verantwoordelijkheden van de aanvrager
Bewaren van sleutel. De aanvrager mag deze niet doorgeven aan derden of bijmaken. Bij verlies kan het schoolbestuur de kosten voor het aanmaken van nieuwe sleutels en het vervangen van sloten overeenkomstig het retributiereglement verhalen op de aanvrager;
Bewaren afstandsbediening gordijnen. De aanvrager mag deze niet doorgeven aan derden. Bij verlies kan het schoolbestuur de kosten voor het aankopen van een nieuwe afstandsbediening overeenkomstig het retributiereglement verhalen op de aanvrager;
Vermijden van overlast (bvb. geur- of geluidshinder) in het gebouw en op de bijhorende plaatsen daarbuiten;
Vermijden van nutteloze alarmmeldingen;
In geval van incidenten of calamiteiten tijdens of naar aanleiding van het gebruik van de academiezaal: onmiddellijk gepaste maatregelen nemen, de beheerder van de zaal verwittigen en zo nodig de hulpdiensten inschakelen;
§4. De aanvrager draagt als een goede huisvader zorg voor de academiezaal, de bijhorigheden (gang, toiletten, buitenruimtes, ...) en het daarin aanwezige materiaal van het Schoolbestuur. Dit betekent o.a.:
§5. Het is niet toegestaan om in de academiezaal:
§1. Aanvraag
§2. Beschikbaarheid en toezegging van ingebruikname
§3. Annulatie
§1. Het schoolbestuur sluit voor gebruikers die activiteiten zonder winstbejag organiseren een verzekering met afstand van verhaal af;
§2. Voor commerciële doeleinden dienen de organisatoren zelf een verzekering voor het gebouw af te sluiten.
§1. Wanneer de aanvraag wordt ingediend namens een feitelijke vereniging, dan verbindt de natuurlijke persoon die de aanvraag indient zich persoonlijk.
§2. Onverminderd de eventuele contractuele of buitencontractuele aansprakelijkheid van derden, kan het schoolbestuur de aanvrager aanspreken voor enigerlei schade die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de niet-naleving van dit gebruikersreglement, dan wel van zijn/haar fout of onzorgvuldigheid bij het gebruik van de zaal en de bijhorigheden.
§3. Tenzij anders is bepaald, draagt het Schoolbestuur zelf geen enkele verantwoordelijkheid voor de activiteiten van de aanvrager, eventuele aangestelden en deelnemers, en de schade die hier rechtstreeks of onrechtstreeks uit zou kunnen volgen.
§1. Indien dit noodzakelijk wordt geacht voor de beoordeling van een aanvraag, kan de beheerder steeds bijkomende inlichtingen inwinnen bij de aanvrager of bij derden.
§2. De beheerder kan te allen tijde controle uitoefenen op het gebruik van de academiezaal.
§1. Bij niet-naleving van dit gebruikersreglement kan het schoolbestuur de activiteit in de zaal onmiddellijk laten stopzetten.
§2. Het Schoolbestuur kan op basis van een of meerdere inbreuken beslissen om het gebruik van de academiezaal en zijn bijhorigheden door de betreffende aanvrager weigeren voor een periode van maximum twee jaar.
§3. Bij niet-naleving van artikel 6 § 2 (gebruik voor een andere dan de toegestane activiteit en afgifte van gebruik aan derden zonder toestemming), artikel 6 §3.b (veiligheidsnormen), artikel 6 §3.c (rookverbod), artikel 6 §3.e (overlast), artikel 6 §5.c (overnachting zonder toestemming) of in toepassing van artikel 9 §2 (schade) van dit reglement, kan het schoolbestuur de aanvrager per vastgestelde inbreuk een forfaitaire vergoeding overeenkomstig de bepaling in het retributiereglement opleggen, onverminderd het recht van het Schoolbestuur om op basis van de bewezen schade een hoger of lager bedrag te eisen.
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023 voor onbepaalde duur.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
- het opstellen van investerings- en renovatieprogramma’s;
- het (hydraulisch) ontwerpen en opmaken van technische en hydraulische adviezen;
- het opmaken van een hemelwaterplan: ontwikkelen van een visie voor hemelwaterafvoer, -buffering en -hergebruik;
- het projectmanagement inclusief werftoezicht, grondinnames, afkoppelingen privaat domein, minder-hinder,…;
- het dagdagelijks exploiteren, onderhouden en renoveren van ondermeer 6.587 km leidingen en 1.852 pompstations en bergbezinkbekkens en 321 RWZI’s;
- het opmaken van onderhoudsprogramma's via een eigen ontwikkelde en geregistreerde methodologie t.t.z. HydroplanTM en HadesTM en eigen ontwikkelde methodieken voor opmaken van assetmanagement-systeem,…
BESLUIT:
Artikel 1: De overeenkomst “Dienstverleningsovereenkomst inzake de uitbouw en het beheer van gemeentelijke afvalwaterzuiveringsinfrastructuur.” wordt goedgekeurd.
Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3: De dienstverleningsovereenkomst inzake de uitbouw en het beheer van gemeentelijke afvalwaterzuiveringsinfrastructuur wordt afgesloten met Aquafin NV, Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar voor de duur van 5 jaar. De overeenkomst wordt mogelijks tegen dezelfde voorwaarden verlengd met 5 jaar.
Artikel 4: De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2023 en in het budget van de volgende jaren op budgetcodes GBB/0200-00/6103510/GEMEENTE/CBS/0/IP-GEEN, GBB/0290-00/6103510/GEMEENTE/CBS/0/IP-GEEN, GBB/0310-00/6103510/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN en GBB/0670-00/6103510/GEMEENTE/CBS/0/IP-GEEN en in het investeringsbudget van 2023 en in het budget van de volgende jaren op budgetcodes GBB/0310-00/2140000/GEMEENTE/CBS/IP-001, GBB/0310-00/2270000/GEMEENTE/CBS/0/IP-001, GBB/0310-00/2280000/GEMEENTE/CBS/0/IP-001 en GBB/0310-00/2280000/GEMEENTE/CBS/0/IP-061. Projectmanagement wordt geboekt op krediet van het project.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Keurt het geactualiseerd algemeen nood- en interventieplan van de gemeente Hamme goed.
Artikel 2 : Een afschrift van dit besluit zal, samen met een exemplaar van het algemeen nood- en interventieplan, worden overgemaakt aan de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen.
Artikel 3: Een exemplaar van het ANIP zal digitaal verspreid worden aan de geadresseerden, vermeld in het algemeen nood- en interventieplan.
REGELGEVING:
• Decreet van 22 december 2017 betreffende het lokaal bestuur.
• Het collegebesluit van de gemeente Hamme van 17 december 2013 ter oprichting van het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVSES.
• Gemeenteraadsbeslissing van 10 september 2014 omtrent de oprichting van de interlokale vereniging sociale economie Scheldeland – IVSES.
• Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de regierol van gemeenten op het vlak van de lokale sociale economie, vermeld in artikel 15 van het decreet van 17 februari 2012 betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen.
• Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de lokale regierol van de gemeenten op het vlak van sociale economie en werk van 29 april 2022
OVERWEGINGEN:
• De interlokale vereniging sociale economie Scheldeland is een intergemeentelijk samenwerkingsverband tussen de gemeenten en OCMW’s van Hamme, Berlare, Zele, Dendermonde, Buggenhout, Lebbeke, Laarne, Wichelen en Wetteren. De vereniging heeft tot doel de regionale samenwerking inzake sociale economie van de deelnemende gemeenten te stimuleren en te organiseren.
• Gemeentebestuur Hamme is beherende gemeente voor IVSES.
• De KDV –DDS omvat het werkingsgebied van IVSES en heeft als eerste drijfveer de economische achterstand in de regio Dendermonde-Wetteren aan te pakken.
• Vanaf 1 januari 2023 dient een nieuw beleidsplan sociale economie te worden gerealiseerd met als bijkomend werkingsdomein ‘werk’.
• Omwille van deze uitbreiding van de regierol naar sociale economie én werk en omwille van de nieuw geformuleerde beleidsprioriteiten lanceert het Vlaams departement Werk & sociale economie een nieuwe oproep voor het opnemen van de lokale regierol sociale economie én werk voor de periode 2023-2025. Ook de bestaande regisseurs sociale economie voor de periode 2020-2025, waartoe de IVSES behoort, worden gevraagd om opnieuw een subsidiedossier met actieplan in te dienen.
• De lokale regierol sociale economie en werk omvat de volgende aspecten:
o de lokale uitdagingen en lokale partners op het vlak van sociale economie en werk in kaart brengen
o het overleg, de samenwerking en de netwerking tussen die partners bevorderen
o een beleidsvisie en beleidsdoelstellingen ontwikkelen over de sociale economie en over de tewerkstelling van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de reguliere en de sociale economie.
• De Vlaamse beleidsprioriteiten voor de lokale regierol sociale economie en werk:
o het opnemen van de lokale regierol sociale economie en werk door de lokale besturen
o de tewerkstelling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de reguliere en de sociale economie bevorderen en daarbij drempels richting de arbeidsmarkt wegnemen, o.m. via de instrumenten wijk-werken, tijdelijke werkervaring en gemeenschapsdienst voor langdurig werkzoekenden
o het ondernemerschap, waaronder het sociaal ondernemen en het maatschappelijk verantwoord ondernemen bevorderen
o de samenwerking en partnerschappen met VDAB en andere lokale arbeidsmarktactoren faciliteren en een lokale samenwerkingsovereenkomst met VDAB sluiten en opvolgen.
• Voor IVSES werd een nieuw actieplan opgemaakt op basis van individuele gesprekken met lokale besturen en betrokken actoren. Het actieplanen de opgenomen acties werden besproken en goedgekeurd op het beheerscomité van IVSES 22/09/2022.
• Om een goede werking rond de regierol sociale economie en werk te verzekeren zal IVSES de regisseursrol uitbesteden aan DDS (intergemeentelijke vereniging voor streekontwikkeling voor de regio). Deze uitbesteding werd door het beheerscomité van IVSES goedgekeurd op 22/09/2022. Een samenwerkingsovereenkomst werd opgemaakt en ondertekend door de betrokken partijen. De werking van DDS zal gedragen worden door het door IVSES ontvangen subsidiebedrag.
• De nieuwe toegekende subsidiebedragen gelden voor de resterende 3 jaren van het meerjarenplan (2023-2025), en worden jaarlijks toegekend via een ministerieel besluit
BESLUIT:
Artikel 1: Kennis te nemen van het subsidiedossier regierol sociale economie en werk met actieplan volgens de 4 Vlaamse Beleidsdoelstellingen.
Artikel 2: Akkoord te zijn met indiening van de aanvraag voor de oproep ' De lokale regierol van de gemeenten op het vlak van sociale economie én werk, 2023-2025’ door Hamme als beherende gemeente van IVSES voor de betrokken gemeenten Berlare, Buggenhout, Laarne, Lebbeke, Hamme, Wetteren, Wichelen, Zele en stad Dendermonde.
Artikel 3: De verbintenisverklaring bij de oproep ‘De lokale regierol van de gemeenten op het vlak van sociale economie én werk, 2023-2025’ te ondertekenen.
Artikel 4: Akkoord te zijn met de uitbesteding van de regierol sociale economie en werk door IVSES aan Dienstverlenende vereniging DDS op basis van een samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 5: De herbevestiging van de samenwerkingsovereenkomst Regierol Sociale Economie 2020-2025 te ondertekenen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: De gemeenteraad keurt de verlenging van het Convenant met Archeologisch Museum Van Bogaert – Wauters goed, zoals hieronder beschreven.
Artikel 2: Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de vzw De Vrienden van Durme- en Scheldehoek.
Het Gemeentelijk Meerjarig Beleidsplan 2020 - 2025 stelt o.a.: “We vinden het Viking museum een waardevol privaat initiatief. Het gemeentebestuur wil met de initiatiefnemers nagaan hoe de toekomst van het museum verzekerd kan worden, onder meer wat een mogelijke toekomstige locatie betreft.”
Met andere woorden: de gemeente Hamme wenst in dit kader een belangrijke partner te zijn in de ondersteuning en de uitbouw van het erfgoedcentrum en samen met de museumbeheerder, de vzw De Vrienden van Durme- en Scheldehoek een toekomstvisie uitwerken. Deze convenant vloeit hieruit voort.
Deze convenant wordt afgesloten tussen gemeentebestuur Hamme en de vzw De Vrienden van Durme- en Scheldehoek – verder ook genoemd: de museumbeheerder – met betrekking tot het ‘Archeologisch Museum Van Bogaert – Wauters’.
Deze convenant wordt afgesloten met als doel de samenwerking tussen de gemeente en het Archeologisch Museum Van Bogaert- Wauters te versterken met het oog op toenemende integratie in het lokale cultuurbeleid, het intergemeentelijke en regionale cultureel erfgoedbeleid en het lokale en regionale toerismebeleid.
Hiertoe wordt de museumfunctie verder uitgebouwd en zal deze nauwer aansluiten bij de werking en de beleidsvisie van het gemeentebestuur, de intergemeentelijke Erfgoedcel Land van Dendermonde en het lokale en regionale toerismebeleid en – voor zover van toepassing – het provinciebestuur. Het gemeentebestuur wil zo het Archeologisch Museum Van Bogaert- Wauters kansen bieden en het structureel mee verankeren binnen het lokale en regionale toerisme- en cultureel erfgoedbeleid.
De gemeente Hamme biedt een ondersteunend kader (financieel, promotioneel, logistiek) waarin de museumbeheerder volgens het gemeenteraadsbesluit betreffende de bruikleenovereenkomst automatisch instapt. Dit kader kan in samenspraak met de andere partners uitgebreid of aangepast worden. Tegenover dit engagement staan niet uitsluitend normatieve voorschriften maar ook inhoudelijke doelstellingen die zullen aansluiten bij de visie van het erfgoedcentrum. Deze dienen nagestreefd te worden net zoals de visie van het erfgoedcentrum.
Deze convenant geldt voor de inhoudelijke werking van het museum en heeft slechts betrekking op de museuminfrastructuur voor zover dit in het belang is voor de museumwerking.
De duur van deze convenant loopt van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025. Het convenant kan door het gemeentebestuur verlengd worden met telkens een periode van drie jaar. Vóór het einde van die periode wordt het convenant geëvalueerd. Deze convenant kan op elk moment in onderling akkoord worden bijgestuurd of door één van beide partijen worden stopgezet, mits een grondige motivering voor deze stopzetting en een opzeggingsperiode van minstens drie maand.
Door het sluiten van deze convenant verbindt de museumbeheerder zich gedurende de looptijd van het convenant volgende doelstellingen na te streven:
Met betrekking tot de basisfuncties (onderzoek, behoud, beheer en publieksontsluiting) engageert de museumbeheerder zich tot de volgende afspraken:
Ook de volgende afspraken worden hieronder begrepen:
Deze doelstellingen worden opgevolgd door het indienen van een jaaractieplan en een jaarverslag. Deze verantwoordingsstukken dienen respectievelijk vóór 31 januari van het nieuwe jaar ingediend te worden.
Het jaaractieplan omvat een omschrijving van de geplande erfgoedactiviteiten (deelname aan erfgoedprojecten of -evenementen, de organisatie van tentoonstellingen, acties m.b.t. de museumcollectie, het opzetten van netwerking en samenwerkingsinitiatieven, enz.), welke acties rond publieksbereik en publiekswerving worden genomen, een sluitende jaarbegroting en een communicatieplan.
In het meerjarig beleidsplan wordt de koers die het Archeologisch Museum de volgende jaren wil varen uitgebreid omschreven en vastgelegd in doelstellingen en acties die realistisch en meetbaar zijn. Dit plan wordt tegelijk met het afsluiten – of de aanvraag tot verlengen – van het convenant ingediend.
In een tweede luik volgt een duidelijke raming van de financiële middelen die voor het behalen van de beoogde doelstellingen zullen worden ingezet. De museumbeheerder wordt hierbij aangemoedigd om nog andere financieringsbronnen te zoeken. In geval van subsidiëring of sponsoring dient dit duidelijk te worden aangegeven in de boekhouding.
In het jaarverslag volgt telkens de evaluatie van dit alles. Dit kan ook aanleiding geven tot het actualiseren van het meerjarig beleidsplan. Aanpassingen van de doelstellingen in het meerjarig beleidsplan worden grondig gemotiveerd.
Het jaarverslag en de bijkomende verantwoordingsstukken worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Team cultuur en roerend erfgoed vraagt hierbij de nodige adviezen over de verslaggeving bij de diensten op. De resultaten die hieruit voortvloeien m.b.t. deze convenant worden door beide partijen geëvalueerd. Op basis hiervan kunnen de gemaakte afspraken uit het convenant worden aangepast. Indien nodig kan op gelijk welk moment door één van beide partijen om een opvolgingsgesprek worden gevraagd.
Het Archeologisch Museum Van Bogaert – Wauters zal in zijn promotie van activiteiten en in zijn externe communicatie steeds duidelijk het gemeentelogo vermelden. Het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraadsleden en de betrokken diensten zullen tevens voor deze activiteiten worden uitgenodigd.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Ten behoeve van de gemeente Hamme wordt er een retributie geheven op het gebruik van de gemeentelijke sportinfrastructuren.
Artikel 2: Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt:
|
|
EURO/UUR |
|
1 terrein |
3,00/uur |
|
1 tafel |
2,50/uur |
|
1/3 zaal |
6/uur |
|
1/2 zaal |
12/uur |
|
2/3 zaal |
14/uur |
|
3/3 zaal |
18/uur |
|
EURO/UUR |
|
6,00/uur |
|
1150 euro/jaar |
|
1150 euro/jaar |
|
1440 euro/jaar |
|
115 euro/jaar |
|
Gratis |
|
2,50 euro |
|
3,50 euro |
|
1,20 euro |
|
1,70 euro |
|
2,50 euro |
|
1,00 euro |
|
1,50 euro |
|
10,00 euro |
|
12,00 euro |
|
25,00 euro |
|
25 euro |
|
35 euro |
|
5,00 euro |
|
1,20 euro |
|
60,00 euro |
|
910,00 euro/jaar |
|
6,00 euro per uur |
|
10,00 euro per uur |
|
60,00 euro |
|
gelijk aan kostende prijs voor gemeentebestuur |
|
12,00 euro |
De prijzen van de consumpties in de cafetaria van het gemeentelijk zwembad worden als volgt vastgesteld:
|
2,00 euro |
|
2,00 euro |
|
3,50 euro |
|
2,00 euro |
|
1,50 euro |
|
1,80 euro |
|
2,20 euro |
Toegangsprijzen in EURO:
|
5 euro |
|
35 euro |
|
1 euro |
|
7,50 euro |
|
46,00 euro |
|
41,00 euro |
|
37,00 euro |
|
33,00 euro |
|
19,00 euro |
|
23,00 euro |
|
23,00 euro |
|
18,00 euro |
|
18,00 euro |
|
14,00 euro |
|
8,00 euro |
|
10,00 euro |
|
14,00 euro |
|
11,00 euro |
|
6,00 euro |
Een terugbetaling bij niet of gedeeltelijke deelname kan enkel met een doktersattest.
Inschrijving wielerkampen gemeentelijke sportdienst:
|
50 euro/week (100 euro met huurfiets) |
|
65 euro/week (115 euro met huurfiets) |
Een terugbetaling bij niet of gedeeltelijke deelname kan enkel met een doktersattest.
Prijzen per jaar:
|
345 euro/jaar |
|
1380 euro/jaar |
|
185 euro/jaar |
|
185 euro/jaar |
|
185 euro/jaar |
|
185 euro/jaar |
|
575 euro/jaar |
|
12 euro/uur |
Artikel 3: Bovenvermelde prijzen zijn inclusief BTW.
Artikel 4: Het gemeenteraadsbesluit van 17 juni 2020 inzake de retributie op het gebruik van de gemeentelijke sportinfrastructuur, wordt opgeheven en vervangen door dit besluit. Ingeval van hoogdringendheid kan het college van burgemeester en schepenen beslissen om prijzen/vrijstellingen/verminderingen vast te stellen of toe te staan. Deze beslissing dient nadien bekrachtigd te worden door de gemeenteraad.
Artikel 5: Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de hogere overheid.
De heer raadsvoorzitter verklaart de zitting gesloten.
NB Volgende stukken werden ter beschikken gesteld van de raadsleden:
Namens gemeenteraad,
André Reuse
algemeen directeur
Jan Laceur
raadsvoorzitter