Terug
Gepubliceerd op 22/01/2025

Notulen  gemeenteraad

wo 25/10/2023 - 20:00 raadzaal
Aanwezig: Jan Laceur, raadsvoorzitter
Luk De Mey, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, An Geerinck, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Ignace Sertijn, Frank Van Erum, Mustafa Tokgoz, gemeenteraadsleden
André Reuse, algemeen directeur
Verontschuldigd: Herman Vijt, burgemeester
Lotte Peeters, Christel Vanhoyweghen, gemeenteraadsleden

 

 

De heer raadsvoorzitter opent de zitting.


  • Bij de aanvang van de zitting neemt de raad één minuut stilte in acht ter nagedachtenis van de slachtoffers van het geweld in het Midden-Oosten, Oekraïne en overal ter wereld, en van natuurrampen.

  • Raadslid M. Tokgoz, onafhankelijk, verklaart dat hij voortaan zal meestemmen met de bestuursmeerderheid, in zijn hoedanigheid van lid van CD&V.
  • Openbaar

    • Normaal

      • Proces-verbaal van de vorige zitting - goedkeuring

        BESLUIT:

        Keurt het proces-verbaal van 13 september 2023 met algemene instemming goed.

      • Deontologische code en deontologische commissie gemeenteraad - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        • De wet op de overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 8 met betrekking tot het gedrag bij stemming en beraadslaging.
        • Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, in het bijzonder artikel 10 §2 met betrekking tot vertrouwelijkheid van informatie.
        • Burgerlijk Wetboek, in het bijzonder artikel 1596 met betrekking tot het gedrag bij stemming en beraadslaging.
        • Strafwetboek, in het bijzonder:
          • Artikel 245 met betrekking tot corruptie.
          • Artikel 458 met betrekking tot het beroepsgeheim.
        • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder:
          • Artikel 10 met betrekking tot verboden functies voor lokale mandatarissen.
          • Artikel 11 met betrekking tot onverenigbaarheden.
          • Artikel 27 §2, §3 en §4 met betrekking tot verboden handelingen en het gedrag bij stemming en beraadslaging.
          • Artikel 28 met betrekking tot de openbaarheid van de vergadering.
          • Artikel 29 §4 met betrekking tot geheimhoudingsplicht.
          • Artikel 38 met betrekking tot terugbetaling specifieke kosten.
          • Artikel 39 dat bepaalt dat de gemeenteraad een deontologische code aanneemt.
        • Decreet van 3 februari 2023 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de oprichting van een deontologische commissie bij de gemeenteraad en de districtsraad.
        • Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 met houdende het statuut van de lokale mandataris.
        • Het gemeenteraadsbesluit van 30 september 1998 met betrekking de deontologische code van de gemeentelijke mandatarissen inzake dienstverlening aan de bevolking.
        • Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad zoals vastgesteld in zitting van 30 maart 2023 ('Gemeenteraad - huishoudelijk reglement - aanpassing - hybride/digitaal vergaderen - besluit').

        OVERWEGINGEN:

        • Deze deontologische code geeft lokale mandatarissen een kader waarbinnen ze hun mandaat moeten uitoefenen. De deontologische code is in de eerste plaats bedoeld om een veilige omgeving te creëren waarbinnen de lokale mandatarissen moeten werken. De code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden: dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid.
        • De deontologische code voorziet eveneens in de oprichting van een deontologische commissie, dergelijke commissie kan bepaalde handelingen van een raadslid bespreken in besloten zitting, waarna zij een advies uitbrengt aan de gemeenteraad.
        • Het model deontologische code zoals opgemaakt door de VVSG.
        • De overlegmomenten met de fractievoorzitters en raadsvoorzitter d.d. 5 juli 2023 en 13 september 2023.
        • Deze code is van toepassing op:
          • de voorzitter van de gemeenteraad,
          • de gemeenteraadsleden,
          • de burgemeester,
          • de schepenen.

        BESLUIT:

        Artikel 1: Keurt goed de deontologische code gemeenteraad.

        Artikel 2: Het besluit van de gemeenteraad van 24 juni 1998, Deontologische code van de gemeentelijke mandatarissen inzake dienstverlening aan de bevolking, wordt opgeheven.

        Hoofdstuk 1: Toepassingsgebied en dienstverlening

        Artikel 1

        §1. De deontologische code, die het geheel van beginselen en gedragsregels bevat, is van toepassing op de lokale mandatarissen van de gemeente.

        Hieronder worden begrepen:

        • de voorzitter van de gemeenteraad,
        • de gemeenteraadsleden,
        • de burgemeester,
        • de schepenen.

        §2. Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.

        §3. Lokale mandatarissen die namens de gemeente andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun mandaat als voor alle hiervan afgeleide mandaten.

        §4. Indien een mandaat namens de gemeente wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.

        §5. Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun mandaat.

        §7. De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.

        §8. De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten diensten van alle burgers zonder onderscheid

        Hoofdstuk 2: Belangenvermenging en de schijn ervan

        Artikel 2

        Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.

        Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, verenigingen, instellingen en ondernemingen, geven de lokale mandatarissen dan ook principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.

        Artikel 3

        Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.

        Artikel 4

        Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.

        Artikel 5

        Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.

        Artikel 6

        Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het decreet lokaal bestuur genoemde functies niet uitoefenen.

        Artikel 7

        Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het decreet lokaal bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.

        Artikel 8

        Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.

        Artikel 9

        Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft.

        Artikel 10

        De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.

        Hoofdstuk 3: Corruptie en de schijn ervan

        Artikel 11

        Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.

        Artikel 12

        Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan (artikel 245 Strafwetboek).

        Het aannemen van geschenken

        Artikel 13

        Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

        • Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.
        • De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.
        • Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.
        • Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.

        Artikel 14

        Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.

        Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke bestemming.

        Artikel 15

        De gemeenteraad kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.

        Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten

        Artikel 16

        Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

        • Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.
        • De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

        Artikel 17

        §1. Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.

        §2. Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenverwerving inhouden.

        Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)

        Artikel 18

        Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

        • De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.
        • De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente, …).
        • De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

        Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken

        Artikel 19

        Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad of het fractievoorzittersoverleg. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.

        Hoofdstuk 4: Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur

        Artikel 20

        Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.

        Artikel 21

        Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.

        Artikel 22

        Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.

        Hoofdstuk 5: Omgaan met informatie

        Artikel 23

        De gemeenteraad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.

        Artikel 24

        Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.

        Artikel 25

        Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.

        Artikel 26

        Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).

        Artikel 27

        Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.

        Artikel 28

        Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.

        Artikel 29

        Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.

        Hoofdstuk 6: Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen

        Artikel 30

        Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.

        Artikel 31

        Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.

        Artikel 32

        Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.

        Artikel 33

        Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.

        Hoofdstuk 7: Naleving en handhaving van de deontologische code

        Artikel 34

        De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.

        Artikel 35 - bevoegdheid

        §1. De gemeenteraad stelt hiertoe een deontologische commissie in die waakt over de naleving van deze deontologische code. De commissie is concreet bevoegd voor:

        • Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de gemeenteraad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in artikel 38 deze code.
        • Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de bevoegde raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad.

        Artikel 36 - samenstelling

        §1. Het aantal leden van deze deontologische commissies bedraagt 1 lid per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad die optreedt als voorzitter van de deontologische commissie.

        Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissies.

        §2. Elke fractie wijst de hen toegewezen mandaten in de commissies toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Indien de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan één lid afgevaardigd door de fractie, beslist de raad wie zal zetelen.

        §3. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger van een effectief lid voor een welbepaalde fractie wordt voorgedragen door diezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook iemand van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.

        §4. Gaat het om een mogelijke schending van de deontologische code door de voorzitter van de commissie, of is de voorzitter belet of afwezig, dan wordt de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur. Bij een mogelijke schending door de voorzitter zelf vindt de vervanging plaats gedurende de hele procedure daarover. Bij belet of afwezigheid duurt de vervanging zolang de voorzitter belet of afwezig is.

        §5. Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van één van de commissies, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.

        §6. De algemeen directeur of een door hem aangeduid personeelslid treedt op als secretaris van de commissies.

        Artikel 37 - agenda en bijeenroeping

        De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.

        De commissie vergadert minstens één keer per jaar en wanneer nodig inzake artikel 38 §3 van deze code. De voorzitter is gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden. De commissie kan slechts geldig vergaderen wanneer 2/3 van de leden aanwezig zijn. Indien dit na een eerste oproeping niet haalbaar blijkt, kan de commissie vergaderen, na een 2de oproep, onafhankelijk van het aantal aanwezigen.

        De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en wordt tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking gesteld van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.

        De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossiers gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt voor de gemeenteraadscommissies, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.
        De vergaderingen van de deontologische commissies zijn niet openbaar.

        De leden van de commissies werken volgens volgende principes:

        • De handhaving is onpartijdig.
        • Men is terughoudend met publiciteit.
        • Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.

        Artikel 38 - fasen inzake toezien op naleving deontologische code

        Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:

        1. het voorkomen van mogelijke schendingen
        2. het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code: start formele procedure binnen het lokaal bestuur
        3. het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
        4. het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code.

        §1. Het voorkomen van mogelijke schendingen:

        1. Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
        2. Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

        §2. Het signaleren van vermoedens van schendingen: start formele procedure binnen het lokaal bestuur

        1. Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen. Dit behoudt de start van de formele procedure binnen het lokaal bestuur in.
        2. Al dan niet na het gesprek met de algemeen directeur (of het daartoe door de algemeen directeur aangewezen personeelslid), wanneer het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur, die samen een vooronderzoek doen onder mandaat van de deontologische commissie. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.

        §3 Het onderzoeken van vermoedens van schendingen

        1. Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.
        2. Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie de melding. De voorzitter van de deontologische commissie roept de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus. De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden. Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de raad. De commissie oordeelt in consensus. Wanneer geen consensus wordt bereikt, kan er overgegaan worden tot stemming met gewone meerderheid. Wanneer geen meerderheid bereikt wordt is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

        §4. Het zich uitspreken over schendingen: einde formele procedure binnen het lokaal bestuur

        1. Enkel de gemeenteraad kan zich uitspreken of een mandataris van de gemeente een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.
        2. Wanneer de raad vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van de gemeente, dan kan de raad:
          • zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid.
          • vragen dat het raadslid zich verontschuldigt.
          • beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen.
          • bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de burgemeester, een schepen of de raadsvoorzitter een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.

        Evalueren van de deontologische code

        Artikel 39

        Minimaal één keer per bestuursperiode evalueren de fractievoorzitters tijdens het fractievoorzittersoverleg deze deontologische code. Ze bekijken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt. Het fractievoorzittersoverleg brengt hierover verslag uit aan de gemeenteraad.

        Hoofdstuk 8: Informatiebemiddeling

        Artikel 40

        Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.

        Artikel 41

        §1. De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid. 

        §2. De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.


        Artikel 42

        Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.

        Hoofdstuk 9: Administratieve begeleiding en ondersteuning

        Artikel 43

        De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.

        Artikel 44

        Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.

        Artikel 45

        De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.

        Verkiezingscampagnes

        Artikel 46

        De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.

        Hoofdstuk 10: Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten

        Bespoedigingstussenkomsten

        Artikel 47

        Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.

        Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.

        Begunstigingstussenkomsten

        Artikel 48

        Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.

        Artikel 49

        Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.

        Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.

         

        Artikel 50

        De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.

        Artikel 51

        De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:

        • louter informatieve vragen van algemene of technische aard,
        • vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten.
      • Deontologische commissie gemeenteraad - samenstelling - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 39 dat bepaalt dat de gemeenteraad een deontologische code aanneemt.
        • Decreet van 3 februari 2023 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de oprichting van een deontologische commissie bij de gemeenteraad en de districtsraad.
        • Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 met houdende het statuut van de lokale mandataris.
        • Het gemeenteraadsbesluit van heden met betrekking de deontologische code en deontologische commissie.
        • Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad zoals vastgesteld in zitting van 30 maart 2023 ('Gemeenteraad - huishoudelijk reglement - aanpassing - hybride/digitaal vergaderen - besluit').

        OVERWEGINGEN:

        • De gemeenteraad nam in zitting van heden een deontologische code aan, met als toepassingsgebied:
          • de voorzitter van de gemeenteraad,
          • de gemeenteraadsleden,
          • de burgemeester,
          • de schepenen.
        • Deze deontologische code geeft lokale mandatarissen een kader waarbinnen ze hun mandaat moeten uitoefenen. De deontologische code is in de eerste bedoeld om een veilige omgeving te creëren waarbinnen de lokale mandatarissen moeten werken. De code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden: dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid. De deontologische code voorziet eveneens in de oprichting van een deontologische commissie, dergelijke commissie kan bepaalde handelingen van een raadslid bespreken in besloten zitting, waarna zij een advies uitbrengt aan de gemeenteraad.
        • Het aantal leden van deze deontologische commissies bedraagt 1 lid per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad die optreedt als voorzitter van de deontologische commissie.
        • Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissies.
        • Elke fractie wijst de hen toegewezen mandaten in de commissies toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Indien de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan één fractielid als lid van de commissie, beslist de raad wie zal zetelen.
        • Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is.
        • Ontvangen voordrachten per fractie:
          • GROEN: Peggy Geerinckx - plaatsvervanger: Christophe Fierens
          • OPEN VLD: Guy Bogaert-De Clercq - plaatsvervanger: Mathieu Weyn
          • VLAAMS BELANG: Mario Michils - plaatsvervanger: Leon Van der Vorst
          • VOORUIT: Yentl Scheirs - plaatsvervanger: Jan Rosschaert
          • CD&V:
          • N-VA: Kim Van de Sande - plaatsvervanger: Gert Steeman

        BESLUIT:

        Enig artikel: de deontologische commissie gemeenteraad wordt als volgt samengesteld:

        • Voor fractie Groen: effectief lid: Peggy Geerinckx - plaatsvervanger: Christophe Fierens
        • Voor fractie Open VLD: effectief lid: Guy Bogaert-De Clercq - plaatsvervanger: Mathieu Weyn
        • Voor fractie Vlaams Belang: effectief lid: Mario Michils - plaatsvervanger: Leon Van der Vorst
        • Voor fractie Vooruit: effectief lid: Yentl Scheirs - plaatsvervanger: Frederik Vermeire
        • Voor fractie CD&V: effectief lid: Mieke De Keyser - plaatsvervanger: Hans Van Erdeghem
        • Voor fractie N-VA: effectief lid: Kim Van de Sande - plaatsvervanger: Gert Steeman
      • Intergemeentelijke samenwerking - FARYS ov - buitengewone algemene vergadering 15 december 2023 - goedkeuren agenda - vaststellen mandaat vertegenwoordigers - besluit

        REGELGEVING:

        • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald:

          • Artikel 41, §2, 4° met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad met betrekking tot beslissingen inzake de vertegenwoordiging van de gemeente in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen;
          • Deel 3 met betrekking tot deelname in rechtspersonen en samenwerking.
        • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald artikel 432, alinea 3, waarbij bepaald wordt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
        • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald artikel 447, waarbij het niet toegelaten is dat er met volmachten gewerkt wordt voor de afgevaardigden in de algemene vergaderingen.

        OVERWEGINGEN:

        • Het feit dat gemeente Hamme aangesloten is bij Farys ov.
        • De statuten van Farys ov.
        • De oproepingsbrief voor de Buitengewone Algemene Vergadering van Farys ov op 15 december 2023, waarin de agenda werd meegedeeld.
        • De verontschuldigingen van de vertegenwoordiger alsook de plaatsvervanger in de collegezitting van 3 oktober 2023.

        BESLUIT:

        Artikel 1: De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de buitengewone algemene vergadering Farys ov van 15 december 2023 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:

        1. Wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
        2. Actualisering van bijlage 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
        3. Evaluatie 2023, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2024 (cfr. artikel 432 DLB)
        4. Begroting 2024 (cfr. artikel 432 DLB)
        5. Statutaire benoemingen
        6. Samenwerking binnen Waterunie Operator
          6.1. Kennisname bijzonder verslag van de Raad van Bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 472, §1, tweede lid DLB
          6.2 Goedkeuring tot oprichting van de naamloze vennootschap van publiek recht 'Waterunie Operator' overeenkomstig artikel 472, §1, tweede lid DLB
          6.3 Statutenwijziging Farys
          6.3.1 Toelichtende nota bij de statutenwijziging met artikelsgewijze bespreking
          6.3.2 Nieuwe tekst van de statuten
          6.3.3 Volmachten
        7. Samenwerking met Azulatis
          7.1 Kennisname bijzonder verslag van de Raad van Bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 472, §1, tweede lid DLB
          7.2 Statuten Azulatis NV - kennisname
          7.3 Goedkeuring tot deelname aan de naamloze vennootschap Azulatis overeenkomstig artikel 472, §1, tweede lid DLB
        8. Samenwerking met SWDE
          8.1 Kennisname bijzonder verslag van de Raad van Bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 472, §1, tweede lid DLB
          8.2 Goedkeuring tot deelname aan de naamloze vennootschap Mainvault overeenkomstig artikel 472, §1, tweede lid DLB
          8.3 Statuten Mainvault NV

          Varia

        Artikel 2: De raad draagt de aangeduide vertegenwoordiger dhr. Jan De Graef, schepen, en plaatsvervanger mevr. Ann Verschelden, schepen, op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van Farys ov vastgesteld op 15 december 2023, te onderschrijven en hun stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.

        Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal gestuurd worden:

        • hetzij per post t.a.v. FARYS ov, Stropstraat 1 te 9000 Gent.
        • hetzij per elektronische post, 20231215BAVFarys@farys.be.
      • Intergemeentelijke samenwerking - INTERGEM - buitengewone algemene vergadering 14 december 2023 - goedkeuren agenda - goedkeuren partiële splitsing - vaststellen mandaat vertegenwoordigers - besluit

        REGELGEVING:

        • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald:

          • Artikel 41, §2, 4° met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad met betrekking tot beslissingen inzake de vertegenwoordiging van de gemeente in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen;
          • Deel 3 met betrekking tot deelname in rechtspersonen en samenwerking.
        • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald artikel 432, alinea 3, waarbij bepaald wordt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.

        OVERWEGINGEN:

        • De gemeente Hamme is momenteel voor één of meerdere activiteiten aangesloten bij de Opdrachthoudende vereniging Intergem.
        • De agenda met documentatiestukken werd opgesteld door de Raad van Bestuur in zitting van 14 september 2023.
        • De gemeente Hamme werd per aangetekend schrijven van 15 september 2023 opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Intergem die op donderdag 14 december 2023 plaatsheeft in Salons Caelberg, Pachting 14 te 9310 Aalst.
        • Het feit dat een dossier met documentatiestukken bij deze oproepingsbrief werd gevoegd.

        BESLUIT:

        Artikel 1: Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Intergem d.d. 14 december 2023:

        1. Kennisneming van de vorming van een distributienetbeheerder Fluvius Halle-Vilvoorde.
        2. Realisatie van een partiële splitsing door overneming overeenkomstig de artikelen 12:8 en 12:59 en volgende WVV van de Opdrachthoudende vereniging lntergem (Fluvius Midden-Vlaanderen) (partieel te splitsen vereniging) om de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare verlichting, openbare elektronische-communicatienetwerken en Strategische Participaties met betrekking tot de gemeente Affligem over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Sibelgas (Fluvius Halle-Vilvoorde) (overnemende vereniging):

          a. Vaststelling van de in het splitsingsvoorstel opgenomen opschortende voorwaarden en tijdsbepaling.
          b. Kennisneming van het splitsingsvoorstel (art. 12:59 WVV), van het omstandig verslag van de Raad van Bestuur (art. 12:61 WVV) en van de Commissaris (art. 12:62 WVV) met betrekking tot het voorstel tot partiële splitsing door overneming en van eventuele belangrijke wijzigingen in activa en passiva van het vermogen (art. 12:63 WVV), met juridische, boekhoudkundige en fiscale uitwerking van de partiële splitsing per 1 januari 2025.

          De deelnemers kunnen één maand voor de Algemene Vergadering op de zetel van Intergem kennis nemen van het splitsingsvoorstel, voormelde verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 12:59, 12:61 en 12:62 WVV en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen.

          c. Goedkeuring van:

          i. De partiële splitsing door overneming van de Opdrachthoudende vereniging lntergem (Fluvius Midden-Vlaanderen) (partieel te splitsen vereniging) om de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare verlichting, openbare elektronische-communicatienetwerken en Strategische Participaties met betrekking tot de gemeente Affligem over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Sibelgas (Fluvius Halle-Vilvoorde) (overnemende vereniging) omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, en dit op basis van een balans afgesloten op 31 december 2022, met inwerkingtreding per 1 januari 2025 en dit op basis van de (voorlopige) ruilverhouding van de balans afgesloten op 31 december 2022 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2024.
          ii. De overeenkomstige wijzigingen aan het eigen vermogen.
          iii. De overeenkomstige wijzigingen aan het register van de deelnemers.

          d. Aanvaarding van de uittreding voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare verlichting, openbare elektronische-communicatienetwerken en Strategische Participaties van de gemeente Affligem vanaf 1 januari 2025.
          e. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de partiële splitsing en wijzigingen aan het eigen vermogen en inzonderheid verlening van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om:

          i. De al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden ten aanzien van de partiële splitsing zoals vermeld onder punt 2.a vast te stellen;
          ii. De verwezenlijking van de partiële splitsing vast te stellen;
          iii. Het overgedragen vermogen exact te beschrijven en desgevallend de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving;
          iv. De definitieve ruilverhouding in het kader van de partiële splitsing vast te stellen op basis van de geactualiseerde netto actief-waarde van de partieel te splitsen vereniging en de overnemende vereniging per 31 december 2024, berekend volgens de principes vastgelegd in het partiële splitsingsvoorstel en de bijzondere verslagen over het partiële splitsingsvoorstel, dit na revisorale controle van de cijfers per 31 december 2024;
          v. Daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn;
          vi. Alle formaliteiten te vervullen met betrekking tot de neerlegging en publicatie van de beslissingen van de Algemene Vergadering en de uitvoering van de partiële splitsing in de meest brede zin.

        3. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2024 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2024.
        4. Vaststelling van de uitkering overeenkomstig artikel 6:114 e.v. WVV.
        5. Aanvaarding uitbreiding aansluiting gemeenten voor (neven)activiteiten.
        6. Statutaire benoemingen.
        7. Statutaire mededelingen.
        8. Verlenen van machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met de mogelijkheid tot subdelegatie voor de opmaak en finalisering van de nodige documenten en afhandeling van de formaliteiten met betrekking tot de agendapunten 1 en 2 te actualiseren en te finaliseren, en om de beslissingen genomen in de agendapunten 1, 2, 5, 6 en desgevallend 7 bij authentieke akte te doen vaststellen.


        Artikel 2: Zijn goedkeuring te hechten aan het voorstel van partiële splitsing interger (Fluvius Midden-Vlaanderen) - Sibelgas (Fluvius Halle-Vilvoorde) door overneming inzake de overgang van lntergem (Fluvius Midden-Vlaanderen) naar Sibelgas (Fluvius Halle-Vilvoorde) van alle activiteiten verbonden aan de gemeente Affligem. De buitengewone algemene vergadering van lntergem wordt verzocht de uittreding van de gemeente Affligem voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare verlichting, openbare
        elektronische-communicatienetwerken en Strategische Participaties (Elia, Publi-T en Publigas) te willen aanvaarden. Ingevolge deze uittreding zal het deelnemersregister en de bijlage 1 bis van lntergem met ingang van 1 januari 2025 hiermee in overeenstemming worden gebracht.

        Artikel 3: De betrokken opdrachthoudende verenigingen te verzoeken om de nodige bestuurlijke en vennootschapsrechtelijke acties te ondernemen om uitvoering te kunnen geven aan bovenstaande beslissingen van deze gemeenteraad.

        Artikel 4: De vertegenwoordiger van de gemeente, de heer Herman Vijt (plaatsvervanger mevrouw Fatima Gökce) die zal deelnemen aan de buitengewone algemene
        vergadering van de opdrachthoudende vereniging lntergem op 14 december 2023 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen 1 tot en met 3 van onderhavige gemeenteraadsbeslissing.

        Artikel 5: Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging lntergem, ter attentie van het secretariaat, (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

      • Intergemeentelijke samenwerking - TMVS dv - Buitengewone Algemene Vergadering op 12 december 2023 - goedkeuren agenda - statutenwijziging - aanduiden vertegenwoordigers - besluit

        REGELGEVING:

        Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB), meer bepaald:

        • Artikel 41, §2, 4° met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad met betrekking tot beslissingen inzake de vertegenwoordiging van de gemeente in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen.
        • Deel 3 met betrekking tot deelname in rechtspersonen en samenwerking.

        OVERWEGINGEN:

        • Het feit dat gemeente Hamme aangesloten is bij TMVS dv.
        • De statuten van TMVS dv.
        • De oproepingsbrief dd. 3 oktober 2023 voor de buitengewone algemene vergadering van TMVS dv op 12 december 2023, waarin de agenda werd meegedeeld.
        • De brief dd. 29 augustus 2023 waarin de documenten worden overgemaakt m.b.t. de voorgestelde statutenwijziging.

        BESLUIT:

        Artikel 1: De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de buitengewone algemene vergadering TMVS dv van 12 december 2023 om 14u30, en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:

        1. Wijziging van vermogen
        2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijziging van vermogen
        3. Evaluatie 2023, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2024 (cfr. artikel 432
          Decreet over het Lokaal Bestuur)
        4. Begroting 2024 (cfr. artikel 432 Decreet over het Lokaal Bestuur)
        5. Statutaire benoemingen
        6. Statutenwijziging
          6.1. Toelichtende nota bij de statutenwijziging met artikelsgewijze bespreking
          6.2. Nieuwe tekst van de statuten
        7. Overboeking van het (oorspronkelijk) vast kapitaal (rekening 111 Onbeschikbare inbreng buiten het kapitaal) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
        8. Overboeking van de in het verleden aangelegde wettelijke reserves (rekening 1311 Statutair onbeschikbare reserves) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
        9. Volmachten
          Varia
        Artikel 2: De gemeenteraad draagt de aangeduide vertegenwoordiger mevrouw Fatima Gökce, gemeenteraadslid, op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van TMVS dv vastgesteld op 12 december 2023, te onderschrijven en haar stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.

        Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal gestuurd worden:
        • hetzij per post t.a.v. FARYS I TMVW, Stropstraat 1 te 9000 Gent,
        • hetzij per elektronische post, 20231212BAVTMVS@farys.be.
      • Intergemeentelijke samenwerking - GEMEENTELIJKE HOLDING NV - buitengewone algemene vergadering 13 november 2023 - goedkeuren agenda - statutenwijziging - aanduiden vertegenwoordigers - besluit

        REGELGEVING:

        • De statuten van Gemeentelijke Holding NV.
        • Het gemeenteraadsbesluit van 22 mei 2019 waarbij de heer Jan Rosschaert, raadslid, wordt aangeduid als effectief vertegenwoordiger van de gemeente Hamme voor Gemeentelijke Holding NV.
        • Artikel 432, alinea 3 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.

        OVERWEGINGEN:

        • De op 13 november 2023 geplande algemene vergadering van aandeelhouders van Gemeentelijke Holding NV waarvan de agenda werd overgemaakt op 16 oktober 2023 door Gemeentelijke Holding NV aan gemeente Hamme.
        • Gemeente Hamme is aandeelhouder van Gemeentelijke Holding NV.
        • De besprekingen in het college van burgemeester en schepenen.

        BESLUIT:

        Artikel 1: De heer Jan Rosschaert wordt aangeduid als effectief vertegenwoordiger van de gemeente Hamme voor de algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding nv.

        Artikel 2: Mevrouw Ann Verschelden wordt aangeduid als plaatsvervanger van de gemeente Hamme voor de algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding nv.

        Artikel 3: De agendapunten van de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding nv op 13 november 2023 worden goedgekeurd en gesteund.

        Artikel 4: De vertegenwoordiger van de gemeente is gemandateerd om de agendapunten van de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding op 13 november 2023 goed te keuren.

        Artikel 5: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van deze beslissing.

        Artikel 6: Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de Gemeentelijke Holding nv.

      • Retributiereglement op het betalend parkeren - aanpassing invorderingsprocedure - besluit

        REGELGEVING:

        • Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, ook aangeduid als de wegcode.
        • Het Ministerieel Besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart.
        • Het gemeenteraadsbesluit van 26 januari 2022, waarbij een retributie geheven wordt op het betalend parkeren.
        • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40§3 dat de bevoegdheid tot het vaststellen van reglementen bij de gemeenteraad legt.
        • Koninklijk besluit van 30 november 1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen.
        • De wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht, Artikels XIX.1 t.e.m. XIX.13 Wetboek van economisch recht.
        • De Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.

        OVERWEGINGEN:

        • De gemeente wenst een gedifferentieerd parkeerbeleid te voeren i.f.v. het aanbieden van parkeerplaatsen voor zijn inwoners en bezoekers en i.f.v. het sturen van het autogebruik. Ter uitvoering van dit beleid wordt in verschillende delen van het grondgebied de parkeertijd beperkt door het invoeren van "betalend parkeren". In functie van parkeren door inwoners of zorgverleners worden parkeerkaarten uitgereikt door de parkeerconcessionaris.
        • Met het parkeerbeleid wordt een evenwicht nagestreefd tussen de verschillende parkeerbehoeftes van de verschillende gebruikers.
        Publieke stemming
        Aanwezig: Jan Laceur, Luk De Mey, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, An Geerinck, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Ignace Sertijn, Frank Van Erum, Mustafa Tokgoz, André Reuse
        Voorstanders: Jan Laceur, Luk De Mey, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, An Geerinck, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Ignace Sertijn, Frank Van Erum, Mustafa Tokgoz
        Onthouders: Agnes Onghena, Gilles Verbeke
        Resultaat: Met 22 stemmen voor, 2 onthoudingen

        BESLUIT:

        Artikel 1: Er wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg.

        Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar parkeren toegelaten is en waar het regelmatig gebruik van de parkeerautomaten of een ander systeem van betalend parkeren verplicht is.

        Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.

        Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten.

        Artikel 2: De retributie wordt als volgt vastgesteld :

        Voor het parkeren van alle gebruikers van een motorvoertuig:

        • 0,50 euro per 30 minuten;
        • 1 euro per uur.

        Voor een tijd van 15 minuten kan gratis geparkeerd worden. De bestuurder dient hiervoor een ticket af te halen aan de automaat volgens de instructies hierop vermeld.

        De tarieven zijn van toepassing van maandag tot en met vrijdag van 9-18 uur, op zaterdag van 9-17 uur, met uitzondering van wettelijke feestdagen waarop geen retributie wordt aangerekend. Op zondagen wordt ook geen retributie aangerekend.

        De gebruiker heeft steeds ook mogelijkheid om voor het volgende forfaitair stelsel te kiezen:

        • 25,00 euro voor de volledige dag, zijnde van 9 tot 18u, of 9 tot 17 uur op zaterdag.

        De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van hetzij het ticket dat de parkeerautomaat afprint na de betaling van bovenvermelde retributie, hetzij elk ander bewijs dat aan de retributie werd voldaan.

        Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis.

        Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 29 juli 1991.

        Artikel 3: De retributie is verschuldigd door de gebruiker van het voertuig. Indien de gebruiker niet gekend is, is de retributie verschuldigd door de titularis van de nummerplaat van het voertuig.

        De retributie is verschuldigd zodra het voertuig geparkeerd is, en is betaalbaar hetzij door het insteken in het apparaat van muntstukken of bepaalde magneetkaarten hetzij door elke andere vorm van betaling die voor de betrokken zone van toepassing is, hetzij door overschrijving; deze laatste mogelijkheid wordt enkel aangeboden als de gebruiker opteert voor de toepassing van het forfaitair tarief.

        Artikel 4:

        Parkeerkaart zorgverstrekkers:

        Een afwijking op de retributie wordt toegekend aan zorgverstrekkers. Door het plaatsen van de parkeerschijf in combinatie met de parkeerkaart voor zorgverstrekkers wordt hen, tijdens de diensturen, een gratis parkeertijd van 1 uur toegestaan in de betalende parkeerzones. De parkeerkaart en de parkeerschijf dienen zichtbaar aangebracht achter de voorruit, of als er geen voorruit is, aan de voorzijde van het voertuig. De parkeerkaart geldt niet voor de parkeerplaatsen bestemd voor kortparkeren.

        Tot de zorgverstrekkers behoren: huisartsen (dokters algemene geneeskunde) en thuisverpleegkundigen.

        De parkeerkaart moet aangevraagd worden bij de parkeerfirma-concessiehouder en vergezeld zijn van de volgende bewijsstukken:

        • Inschrijvingsformulier (roze formulier) van het voertuig
        • Bewijs waaruit blijkt dat men zorgverstrekker aan huis is (attest Orde van Geneesheren), RIZIVattest, erkenning door Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
        • Identiteitskaart van de aanvrager.
        • Indien de wagen op naam van een andere persoon staat: een attest van de verzekering waarop staat dat de aanvrager medebestuurder is.
        • Indien het een bedrijfsvoertuig of leasewagen van de werkgever betreft: attest van de werkgever waarin vermeld staat dat de aanvrager de gebruikelijke bestuurder is (cf. document in bijlage).
        • Indien het een leasewagen van een eigen bedrijf betreft: kopie van het leasecontract en een kopie uit het staatsblad met de statuten van het bedrijf.

         De parkeerkaart voor zorgverstrekkers is gratis en voor 1 jaar geldig.

        Parkeerkaart bewoners:

        Een afwijking op het retributiereglement wordt toegekend aan bewoners die in het bezit zijn van een (digitale) parkeerkaart bewoners.

        Enkel bewoners met een hoofdverblijfplaats in de straten die ressorteren onder de betalende of de blauwe zone of bewoners met een hoofdverblijfplaats in straten en pleinen ingesloten tussen deze betalende of blauwe zones en waar geen parkeerplaatsen zijn, komen in aanmerking voor de uitreiking van een bewonerskaart. Per domicilieadres worden er meerdere bewonerskaarten toegestaan. De eerste bewonerskaart voor een gegeven domicilieadres is gratis. Vanaf de tweede bewonerskaart op eenzelfde adres bedraagt de kostprijs 75 euro per jaar per bewonerskaart. De retributie wordt vooraf betaald en het bedrag is ondeelbaar.

        Een bewonerskaart is steeds gekoppeld aan één kentekenplaat. De bewonerskaarten worden aangevraagd en louter digitaal uitgereikt via de concessiehouder die door de gemeente belast is met de exploitatie van het parkeerbeheer. De bewonerskaart kan verkregen worden voor één of twee jaar en kan na het aflopen van die termijn, indien gewenst, vernieuwd worden.

        De parkeerkaarten zijn enkel geldig in de blauwe parkeerzones, niet in de betalende en de zones bestemd voor kortparkeren, en geven het voertuig gekoppeld aan de kaart het recht kosteloos en zonder tijdsbeperking aldaar te parkeren.

        De parkeerkaarten van bewoners gedomicilieerd in een betalende zone geeft in deze betalende zone recht op parkeren aan halve prijs doch niet langer dan toegelaten volgens het geldende reglement.

        De parkeerkaarten kunnen aangevraagd worden zowel door bewoners die gedomicilieerd zijn in een blauwe zone als door bewoners die gedomicilieerd zijn in een betalende zone als bewoners die in een (deel van een) straat wonen waar geen parkeerplaatsen zijn maar die wordt ingesloten door de blauwe en/of betalende zone gelet op de geldende modaliteiten.

        Voor een handelaarsplaat (Z-plaat) of taxinummerplaat kan geen bewonerskaart aangevraagd worden.

        De bewonerskaart moet aangevraagd worden bij het parkeerbedrijf-concessiehouder en vergezeld zijn van de volgende bewijsstukken:

        • Het inschrijvingsbewijs van de wagen waarvoor de kaart wordt aangevraagd.
        • Identiteitskaart van de aanvrager.
        • Indien de wagen op naam van een andere persoon staat: een attest van de verzekering waarop staat dat de aanvrager medebestuurder is.
        • Indien het een bedrijfsvoertuig of leasewagen van de werkgever betreft: attest van de werkgever waarin vermeld staat dat de aanvrager de gebruikelijke bestuurder is (cf. document in bijlage).
        • Indien het een leasewagen van een eigen bedrijf betreft: kopie van het leasecontract en een kopie uit het staatsblad met de statuten van het bedrijf.

        Deze retributie is verschuldigd door de titularis van de bewonerskaart.

        Artikel 5: Een afwijking van de retributie is van toepassing op die parkeerplaatsen bestemd voor kortparkeren. Deze zijn aangeduid met een markering en een verkeersbord “30 minuten”. Er mag maximum 30 minuten gratis geparkeerd worden zonder parkeerschijf en bewonerskaart.

        Artikel 6: De gebruiker van een motorvoertuig die het ticket van de parkeerautomaat of elk ander bewijs van betaling, bekomen na betaling van de in artikel 2 bedoelde retributie niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig plaatst, wordt steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief.

        Artikel 7: De controle en de inning dient te gebeuren overeenkomstig het bedingen van de concessie van openbare dienst.

        In ieder geval echter wordt, indien bij controle wordt vastgesteld dat de retributie verschuldigd is, een uitnodiging om de retributie te betalen op de voorruit van het voertuig aangebracht.

        Artikel 8: Aanmaningen en invorderingen met betrekking tot onbetaald gebleven retributies gebeuren overeenkomstig de wijze en de tarieven zoals hierna bepaald .

        De retributie die niet betaald wordt volgens de richtlijnen vermeld staande op de retributieheffing ( afgeleverd door de parkeerwachter op de wagen, of toegestuurd per post ) volgt de minnelijke aanmaningsprocedure ( hetzij B2B, hetzij B2C ), met administratieve kosten ten laste van de wanbetaler: 

        • tav ondernemingen en buitenlandse nummerplaathouders:
          • Eerste betaalherinnering :  + 10,00 euro.
          • Tweede betaalaanmaning: (10,00 euro) + 10,00 euro.
          • Minnelijke aanmaning via de gerechtsdeurwaarder: overeenkomstig het Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen. 
        • tav consumenten: Overeenkomstig de bepalingen zoals opgenomen in de artikelen XIX.1 t.e.m. XIX.13 van het Wetboek van economisch recht.
          • Eerste betaalherinnering: gratis + wettelijke wachtperiode.
          • Ingebrekestelling door advocaat of gerechtsdeurwaarder met verhoging forfaitaire vergoeding voor de invorderingskosten volgens wettelijk bepaalde plafonds:
            • 20,00 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk is aan 150,00 euro.
            • 30,00 euro vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 euro en 500,00 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 euro en 500,00 euro is.
            • 65,00 euro vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500,00 euro met een maximum van 2000,00 euro als het verschuldigde saldo hoger is dan 500,00 euro.

        De gevorderde verwijlintresten worden gerekend vanaf de ingebrekestelling op de nog te betalen som tegen de referentie-intrestvoet vermeerderd met acht procentpunten bedoeld in art 5, lid 2 van de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betaalachterstand bij handelstransacties . ( zie ook : Art XIX.4, 1° WER) .

        Artikel 9: De voormelde retributie geldt vanaf de start van de concessie van openbare dienst op de controle op gedepenaliseerd parkeren en de inning van de parkeervergoedingen.

        Artikel 10: Het reglement van 26 januari 2022 betreffende de retributie op het betalend parkeren wordt opgeheven.

      • Retributiereglement voor het parkeren in blauwe zone en zones voor tijdsgelimiteerd parkeren - aanpassing invorderingsprocedure - besluit

        REGELGEVING:

        • Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, ook aangeduid als de wegcode.
        • Het Ministerieel Besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart.
        • Het gemeenteraadsbesluit van 26 januari 2022, waarbij een retributie geheven wordt op het parkeren in blauwe zone en zones voor tijdsgelimiteerd parkeren.
        • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40§3 dat de bevoegdheid tot het vaststellen van reglementen bij de gemeenteraad legt.
        • Koninklijk besluit van 30 november 1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen.
        • De wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht, Artikels XIX.1 t.e.m. XIX.13 Wetboek van economisch recht.
        • De Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.

        OVERWEGINGEN:

        • De gemeente wenst een gedifferentieerd parkeerbeleid te voeren i.f.v. het aanbieden van parkeerplaatsen voor zijn inwoners en bezoekers en i.f.v. het sturen van het autogebruik. Ter uitvoering van dit beleid wordt in verschillende delen van het grondgebied de parkeertijd beperkt door het invoeren van "betalend parkeren". In functie van parkeren door inwoners of zorgverleners worden parkeerkaarten uitgereikt door de parkeerconcessionaris.
        • Met het parkeerbeleid wordt een evenwicht nagestreefd tussen de verschillende parkeerbehoeftes van de verschillende gebruikers.
        Publieke stemming
        Aanwezig: Jan Laceur, Luk De Mey, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, An Geerinck, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Ignace Sertijn, Frank Van Erum, Mustafa Tokgoz, André Reuse
        Voorstanders: Jan Laceur, Luk De Mey, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, An Geerinck, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Ignace Sertijn, Frank Van Erum, Mustafa Tokgoz
        Onthouders: Agnes Onghena, Gilles Verbeke
        Resultaat: Met 22 stemmen voor, 2 onthoudingen

        BESLUIT:

        Artikel 1: Er wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen, op de openbare weg of op het openbaar domein, waar een blauwe zone of een zone voor tijdsgelimiteerd parkeren is voorzien.

        Aan de retributie op het parkeren in een blauwe zone en op plaatsen voor tijdsgelimiteerd parkeren wordt onderworpen:

        • het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is én waar een blauwe zone-reglement van toepassing is overeenkomstig artikel 27.1 en 27.02 van de wegcode;
        • het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is en de parkeerduur beperkt is als volgt:
          • via het aanbrengen van een onderbord dat de parkeerduur beperkt, onderbord aangebracht onder een bord E9A tot E9h
          • via het aanbrengen van een onderbord dat een maximale parkeerduur vermeldt, onderbord aangebracht onder een bord E1 en E3.

        Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.

        Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten.

        Artikel 2: De retributie wordt als volgt vastgesteld:

        Het parkeren is gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden en mits het plaatsen van een parkeerschijf.

        Het parkeren geeft aanleiding tot een ondeelbaar forfaitair bedrag van € 25 per dag:

        • Voor elke periode die langer is dan deze die gratis is. De retributie is voor de ganse dag verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden.
        • In geval de parkeerschijf niet zichtbaar wordt geplaatst of de geplaatste schijf niet voldoet aan het door de minister van Verkeerswezen bepaalde model. De retributie is voor de ganse dag verschuldigd door het voltrekken van bedoelde retributieplichtige feiten.
        • In geval de gebruiker onjuiste aanduidingen op de schijf laat verschijnen of de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten. de retributie is voor de ganse dag verschuldigd door het voltrekken van bedoelde retributieplichtige feiten.

        De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1.12.1975.

        Zijn niet onderworpen aan de retributie:

        • Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap. Het statuut van "persoon met een handicap" wordt beoordeeld op het ogenblik van parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999. Bij gebreke aan het aanbrengen van voormelde parkeerkaart op voormelde wijze is het ondeelbaar forfaitair bedrag van € 25 per dag van toepassing.

        Artikel 3: De retributie is verschuldigd door de gebruiker van het voertuig. Indien de gebruiker niet gekend is, is de retributie verschuldigd door de titularis van de nummerplaat van het voertuig.

        De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden.

        Artikel 4: Een afwijking op het retributiereglement wordt toegekend aan bewoners die in het bezit zijn van een (digitale) parkeerkaart bewoners.

        Enkel bewoners met een hoofdverblijfplaats in de straten die ressorteren onder de betalende of de blauwe zone of bewoners met een hoofdverblijfplaats in straten en pleinen ingesloten tussen deze betalende of blauwe zones en waar geen parkeerplaatsen zijn, komen in aanmerking voor de uitreiking van een bewonerskaart. Per domicilieadres worden er meerdere bewonerskaarten toegestaan. De eerste bewonerskaart voor een gegeven domicilieadres is gratis. Vanaf de tweede bewonerskaart op eenzelfde adres bedraagt de kostprijs 75 euro per jaar per bewonerskaart. De retributie wordt vooraf betaald en het bedrag is ondeelbaar.

        Een bewonerskaart is steeds gekoppeld aan één kentekenplaat. De bewonerskaarten worden aangevraagd en louter digitaal uitgereikt via de concessiehouder die door de gemeente belast is met de exploitatie van het parkeerbeheer. De bewonerskaart kan verkregen worden voor één of twee jaar en kan na het aflopen van die termijn, indien gewenst, vernieuwd worden.

        De parkeerkaarten zijn enkel geldig in de blauwe parkeerzones, niet in de betalende en de zones bestemd voor kortparkeren, en geven het voertuig gekoppeld aan de kaart het recht kosteloos en zonder tijdsbeperking aldaar te parkeren.

        De parkeerkaarten van bewoners gedomicilieerd in een betalende zone geeft in deze betalende zone recht op parkeren aan halve prijs doch niet langer dan toegelaten volgens het geldende reglement.

        De parkeerkaarten kunnen aangevraagd worden zowel door bewoners die gedomicilieerd zijn in een blauwe zone als door bewoners die gedomicilieerd zijn in een betalende zone als bewoners die in een (deel van een) straat wonen waar geen parkeerplaatsen zijn maar die wordt ingesloten door de blauwe en/of betalende zone gelet op de geldende modaliteiten.

        Voor een handelaarsplaat (Z-plaat) of taxinummerplaat kan geen bewonerskaart aangevraagd worden.

        De bewonerskaart moet aangevraagd worden bij het parkeerbedrijf-concessiehouder en vergezeld zijn van de volgende bewijsstukken:

        • Het inschrijvingsbewijs van de wagen waarvoor de kaart wordt aangevraagd.
        • Identiteitskaart van de aanvrager.
        • Indien de wagen op naam van een andere persoon staat: een attest van de verzekering waarop staat dat de aanvrager medebestuurder is.
        • Indien het een bedrijfsvoertuig of leasewagen van de werkgever betreft: attest van de werkgever waarin vermeld staat dat de aanvrager de gebruikelijke bestuurder is (cf. document in bijlage).
        • Indien het een leasewagen van een eigen bedrijf betreft: kopie van het leasecontract en een kopie uit het staatsblad met de statuten van het bedrijf.

        Deze retributie is verschuldigd door de titularis van de bewonerskaart.

        Artikel 5: De controle en de inning dient te gebeuren overeenkomstig het bedingen van de concessie van openbare dienst.

        In ieder geval echter wordt, indien bij controle wordt vastgesteld dat de retributie verschuldigd is, een uitnodiging om de retributie te betalen op de voorruit van het voertuig aangebracht.

        Artikel 6: Aanmaningen en invorderingen met betrekking tot onbetaald gebleven retributies gebeuren overeenkomstig de wijze en de tarieven zoals hierna bepaald .

        De retributie die niet betaald wordt volgens de richtlijnen vermeld staande op de retributieheffing ( afgeleverd door de parkeerwachter op de wagen, of toegestuurd per post ) volgt de minnelijke aanmaningsprocedure ( hetzij B2B, hetzij B2C ), met administratieve kosten ten laste van de wanbetaler:

        • tav ondernemingen en buitenlandse nummerplaathouders :
          • Eerste betaalherinnering  :  + 10,00 euro. 
          • Tweede betaalaanmaning : (10,00 euro) + 10,00 euro.
          • Minnelijke aanmaning via de gerechtsdeurwaarder:  overeenkomstig het Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen. 
        • tav consumenten: Overeenkomstig de bepalingen zoals opgenomen in de artikelen XIX.1 t.e.m. XIX.13 van het Wetboek van economisch recht.
          • Eerste betaalherinnering : gratis + wettelijke wachtperiode
          • Ingebrekestelling door advocaat of gerechtsdeurwaarder met verhoging forfaitaire vergoeding voor de invorderingskosten volgens wettelijk bepaalde plafonds:
            • 20,00 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk is aan 150,00 euro
            • 30,00 euro vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 euro en 500,00 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 euro en 500,00 euro is.
            • 65,00 euro vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500,00 euro met een maximum van 2000,00 euro als het verschuldigde saldo hoger is dan 500,00 euro.

        De gevorderde verwijlintresten worden gerekend vanaf de ingebrekestelling op de nog te betalen som tegen de referentie-intrestvoet vermeerderd met acht procentpunten bedoeld in art 5, lid 2 van de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betaalachterstand bij handelstransacties. ( zie ook: Art XIX.4, 1° WER).

        Artikel 7: De voormelde retributie geldt vanaf de start van de concessie van openbare dienst op de controle op gedepenaliseerd parkeren en de inning van de parkeervergoedingen.

        Artikel 8: Het reglement van 26 januari 2022 betreffende de retributie op het parkeren in een blauwe zone wordt opgeheven.

      • Retributiereglement inzake de invorderingskosten van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten en vaststellen factuurvoorwaarden - aanpassing - besluit

        REGELGEVING:

        • Het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 betreffende het retributiereglement voor de innings-en aanmaningskosten van openstaande niet fiscale ontvangsten.
        • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40§3 dat de bevoegdheid tot het vaststellen van reglementen bij de gemeenteraad legt.
        • De wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht, Artikels XIX.1 t.e.m. XIX.13 Wetboek van economisch recht.

        OVERWEGINGEN:

        • De financieel directeur staat in volle onafhankelijkheid in voor de invordering van de fiscale en de niet-fiscale ontvangsten.
        • Bij niet tijdige betaling van de ontvangsten worden aanmaningen gestuurd en dit brengt kosten met zich mee.
        • Deze aanmaningen gebeuren in volgende stappen: eerste aanmaning (niet-aangetekend) - tweede aanmaning (aangetekend).
        • Met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare schuldvorderingen die geviseerd en uitvoerbaar verklaard zijn door het college van burgemeester en schepenen kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen.
        • Hieraan zijn kosten verbonden.
        • Deze kosten zijn volledig ten laste van de in gebreke blijvende schuldenaar.

        BESLUIT:

        Artikel 1:  Er wordt een retributie geheven voor de innings- en aanmaningskosten van openstaande fiscale en niet-fiscale ontvangsten.

        Artikel 2: De inningsprocedure verloopt als volgt, behalve voor het retributiereglement op het parkeren in blauwe zone en het kortparkeren en de retributie op het betalend parkeren:

        • de betalingstermijn voor niet fiscale ontvangsten wordt bepaald op 30 dagen, voor fiscale ontvangsten op 2 maanden;
        • na het verstrijken hiervan ontvangt de debiteur een (kosteloze) eerste aanmaning met een nieuwe betalingstermijn van 14 dagen;
        • na het verstrijken hiervan ontvangt de debiteur een tweede en tevens laatste aangetekende waarschuwing, verhoogd met port- en administratiekosten, met een nieuwe betalingstermijn van 30 dagen;
        • na het verstrijken hiervan wordt een dwangbevel overgemaakt bij deurwaardersexploot.

        Artikel 3: De retributie (vanaf de tweede en tevens laatste waarschuwing) wordt vastgesteld op een vast bedrag voor port- en administratiekosten ten bedrage van 15,00 euro.

        Artikel 4: Bij gedeeltelijke betaling zullen eerst de volgens onderhavig retributiereglement aangerekende kosten (port- en administratiekosten) aangezuiverd worden, en vervolgens de openstaande ontvangst (in hoofdsom).

        Artikel 5: De invordering van de retributie zal gebeuren – samen met de hoofdsom – bij dwangbevel voor de niet-betwiste niet-fiscale ontvangsten, en overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure voor betwiste niet-fiscale ontvangsten.

        Artikel 6:  Het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 betreffende het retributiereglement voor de innings-en aanmaningskosten van openstaande niet fiscale ontvangsten, wordt opgeheven.

        Artikel 7: Een afschrift van dit reglement over te maken aan de financieel directeur en alle administratieve afdelingen.

      • Gemeentepersoneel - aanpassing fietspolicy - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        • Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40 dat de bevoegdheid tot opmaak van gemeentelijke reglementen bij de gemeenteraad legt.
        • Besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 goedkeuring voor lokale besturen om fietslease aan te bieden aan hun medewerkers, in het bijzonder artikel 10 en 17 - eindejaarstoelage. 

        OVERWEGINGEN:

        • Het college van burgemeester en schepenen besliste ter zitting van 8/11/2022 om in te stappen in het dossier fietsleasing van DDS Streekregisseurs. De opdracht werd gegund aan o2o fietsleasemaatschappij. 
        • Het college van burgemeester en schepenen gaven principieel akkoord ter zitting van 25/04/2023 om de fietsleasing aan te bieden voor gemeente- en OCMW personeel. 
        • De besprekingen in het vakbondsoverleg van 26/06/2023 waar de fietspolicy ter advies werd voorgelegd. Zij hadden nog enkele bedenkingen, deze werden opgenomen en herwerkt. 
        • Het college van burgemeester en schepenen keurde ter zitting van 4/07/2023 de fietspolicy goed. 
        • Het gunstig advies van het managementteam ter zitting van 31/05/2023
        • De fietspolicy is van toepassing op personeelsleden van het gemeentebestuur met uitzondering van het onderwijspersoneel (aangezien wij hen niet uitbetalen en hun financieel statuut niet kunnen regelen). 
        • Gemeenteraad keurde ter zitting van 13/09/2023 de fietspolicy goed. 
        • Gezien de discussie (verbrekingsvergoeding bij overlijden of medisch ontslag) op de Gemeenteraad van 13/09/2023 is er nog een navraag gedaan bij collega-besturen hoe zij hiermee omgaan. Uit deze bevraging is gebleken dat zij de verbrekingsvergoeding ten laste nemen van het bestuur bij een overlijden of een medisch ontslag. 
        • Het college van burgemeester en schepenen keurde ter zitting van 17/10/2023 de aanpassing in de fietspolicy goed. 

        BESLUIT:

        Artikel 1:

        FIETSPOLICY

        1. INLEIDING


        Lokaal bestuur Hamme biedt de mogelijkheid tot fietsleasing aan. Deze fietspolicy is van toepassing voor werknemers binnen het Lokaal bestuur Hamme (nl. het gemeentebestuur en het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn), hierna genoemd de werkgever.


        De werkgever heeft binnen zijn onderneming een fietsleasing geïmplementeerd, waarbij een werknemer een fietslease kan verkrijgen. Door deze fietsleasing aan te bieden zet de werkgever in op het fysieke en psychisch welzijn van zijn werknemers. In deze fietspolicy zijn alle praktische modaliteiten van de fietsleasing voorzien.


        De werknemer die kiest voor een leasefiets, verklaart zich uitdrukkelijk akkoord om de bepalingen van de fietspolicy strikt na te leven. De werkgever behoudt zich het recht om de voorwaarden en de keuzemogelijkheden eenzijdig te wijzigen (behoudens de jaarlijkse leaseprijs), in functie van bijvoorbeeld een aanpassing van het personeelsbeleid of de wijziging van de fiscale en/of sociale wetgeving die substantiële impact zou hebben op de fietspolicy of de (para)fiscale behandeling van de leasefiets.


        Deze fietspolicy is bedoeld om het beheer en het gebruik van de ter beschikking gestelde leasefiets optimaal te laten verlopen.

        2. WERKNEMERS DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR EEN LEASEFIETS


        De toetreding tot de fietsleasing gebeurt volledig op vrijwillige basis. Elke werknemer die in aanmerking komt én voldoet aan de hieronder vermelde voorwaarden, kan steeds vrij en autonoom beslissen om al dan niet in te stappen in de fietsleasing.


        Zoals hierboven reeds vermeld is deze fietspolicy van toepassing op alle werknemers van Lokaal bestuur Hamme (gemeentebestuur en OCMW). Gemeentelijk onderwijspersoneel, leden van het schepencollege en gemeenteraadsleden komen wettelijk gezien niet in aanmerking voor de fietsleasing. Alsook vrijwilligers, stagiaires, sportmonitoren, jobstudenten … komen niet in aanmerking voor de fietsleasing. Voorwaarden om te kunnen instappen:

        • Een eindejaarspremie uitbetaald krijgen door de werkgever.
        • Beschikken over voldoende budget voor de vereiste bijdrage over de gehele leaseperiode (nl. 36 maanden) (Zie Artikel 3.1. Budgetcreatie)
        • Een persoonlijk engagement om de leasefiets 20% te gebruiken voor (een deel van) je woon-werkverkeer van de gewerkte tijd.

        3. BUDGETCREATIE

        3.1. ALGEMEEN


        De werknemer creëert een keuzebudget dat kan worden aangewend voor het verwerven van een leasefiets in het kader van de fietsleasing, door tussen de werkgever en werknemer overeengekomen tijdelijke stopzetting van het recht op (een deel van) de eindejaarspremie, hierna genoemd de inruil van eindejaarspremie. De werkgever stelt een leasefiets ter beschikking aan de werknemer op voorwaarde dat deze voldoende budget heeft gecreëerd door inruil van eindejaarspremie. Werknemers die interesse hebben voor een fietsleasing kunnen via een simulatietool berekenen welk budget ze voorhanden hebben om een fiets te leasen. Toegang tot deze tool kan verkregen worden na aanvraag bij de personeelsdienst.


        De inruil van eindejaarspremie is van toepassing voor de duur van de terbeschikkingstelling van de leasefiets (nl. 36 maanden). De inruil van eindejaarspremie en de keuze voor een leasefiets worden vastgelegd in een schriftelijke bijlage bij de arbeidsovereenkomst (contractuelen) of via een akkoordverklaring (statutairen). De werknemer aanvaardt dat zijn/haar gemaakte keuzes in het kader van de fietsleasing geen verworven rechten doen ontstaan. De fietsleasing is geen verworven recht en kan stopgezet of vervangen worden door een andere formule door de werkgever.


        De werkgever behoudt zich het recht voor om te allen tijde de terbeschikkingstelling van de leasefiets eenzijdig stop te zetten, in welk geval de inruil van eindejaarspremie die werd overeengekomen met het oog op het creëren van het vereiste keuzebudget, evenzeer zal worden stopgezet.
        Een leasefiets kan niet in veelvoud worden gekozen: de werknemer kan slechts aanspraak maken op één leasefiets gelijk in het kader van de fietsleasing.


        Er wordt één instapmoment voorzien in december.

        3.2. VOORWAARDEN BIJ DE CREATIE VAN HET KEUZEBUDGET


        De werknemer is vrij om deel te nemen aan de fietsleasing, in de mate dat de wettelijke en/of reglementair opgelegde beperkingen steeds worden gerespecteerd. Voorwaarden om een keuzebudget te kunnen creëren:

        • De werknemer beschikt over een eindejaarspremie die volstaat om het keuzebudget te creëren dat nodig is voor de terbeschikkingstelling van de leasefiets.
        • De werknemer moet met de werkgever statutair verbonden zijn of contractueel met een contract van onbepaalde duur (zonder ontbindende voorwaarden).
        • De werknemer moet onderworpen zijn aan alle takken van de Belgische sociale zekerheid voor werknemers.
        • De werknemer moet (minstens gedeeltelijk) vallen onder de Belgische personenbelasting.
        • De werknemer mag op het moment van zijn bestelling geen loonbeslag , schuldbemiddeling of loonoverdracht hebben lopen.
        • De werknemer mag op het moment van zijn bestelling niet in een evaluatieprocedure zitten.

        De volgende werknemers dienen op voorhand toestemming te verkrijgen van de algemeen directeur in te stappen in de fietsleasing:

        • Werknemers die in de loop van de drie volgende kalenderjaren na het keuzemoment de (vervroegde) pensioengerechtigde leeftijd zullen bereiken.
        • Werknemers met een contract van bepaalde duur of vervangingsovereenkomst dat loopt gedurende de hele leaseperiode (nl. 36 maanden)
        • Werknemers met een collectieve schuldenregeling die een bewijs van toestemming van de schuldbemiddelaar voorleggen.

        3.3. VERWERKING EN GEVOLGEN VAN HET KEUZEBUDGET OP DE EINDEJAARSPREMIE


        De inruil van eindejaarspremie gaat in op 1 januari van het jaar na ondertekening van de bijlage, en is van toepassing gedurende een periode gelijk aan de leasetermijn (nl. 36 maanden), behoudens afwijkende bepalingen in deze fietspolicy.


        Het eventuele saldo van de eindejaarspremie waarop de werknemer recht blijft hebben, wordt uitbetaald op de gebruikelijke wijze.


        Bij een terbeschikkingstelling van een leasefiets wijzigt de eindejaarspremie van de werknemer. Dit heeft, of kan gevolgen hebben op alle onderstaande componenten die worden berekend op basis van de eindejaarspremie:

        • De bijdrage in de groepsverzekering indien van toepassing (pensioen, overlijdenskapitaal, gewaarborgd inkomen);
        • De opbouw van wettelijk pensioen (indien het totale jaarsalaris minder bedraagt dan het wettelijk plafond voor de opbouw van het Belgisch wettelijk pensioen);
        • Enige andere afgeleide rechten die worden berekend op basis van de eindejaarspremie.

        3.4. VERMINDERING VAN DE ARBEIDSDUUR OF SCHORSING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST


        Indien de inruil van eindejaarspremie niet volstaat voor de financiering van de leasefiets, ten gevolge van een vermindering van de arbeidsduur, een langdurige schorsing van de arbeidsovereenkomst of enige andere omstandigheid, heeft de werknemer de keuze tussen volgende opties:

        • Betalen van een persoonlijke bijdrage aan de werkgever en behoud van de leasefiets.
        • Afkopen van de leasefiets van de fietsleasepartner. De werknemer koopt de fiets over aan de restwaarde, zoals beschreven in artikel 7.2 Vroegtijdig einde leasetermijn.
        • Inleveren van de leasefiets bij de fietsleasepartner, mits betaling van de verbrekingsvergoeding zoals beschreven in artikel 7.2 Vroegtijdig einde leasetermijn. De werkgever zal in voorkomend geval het leasecontract stopzetten.

        De werknemer moet zijn keuze bevestigen door het ondertekenen van een schriftelijke bijlage, waarin de eventuele modaliteiten van de keuze worden uiteengezet. Bij gebrek aan dergelijke bijlage, zal de werknemer geacht worden te hebben gekozen voor de onmiddellijke verbreking met betaling van de verbrekingsvergoeding. In voorkomend geval is de werknemer dus gehouden de leasefiets onmiddellijk terug in te leveren.

        3.5. EINDE VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST


        Indien de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt, wordt de deelname van de werknemer aan de fietsleasing automatisch beëindigd.


        De werknemer heeft de plicht de leasefiets, incl. opties en accessoires ofwel over te kopen van de fietsleasepartner tegen de overnameprijs (overeenkomstig artikel 7.2 Vroegtijdig einde leasetermijn van deze policy), ofwel in correcte staat terug te bezorgen aan de fietsleasepartner mits de betaling van een verbrekingsvergoeding (overeenkomstig artikel 7.2 Vroegtijdig einde leasetermijn en 7.3 Staat van de fiets bij terugname door de fietsleasepartner bij het beëindigen van de terbeschikkingstelling) bij het einde van de arbeidsovereenkomst.

        3.6. PERSOONLIJKE BIJDRAGE


        De werknemer is vrij een eenmalige persoonlijke bijdrage te doen rechtstreeks aan de fietsleasepartner indien de inruil van de eindejaarspremie ontoereikend is voor de leasing van de gewenste fiets.


        Deze persoonlijke bijdrage betreft een nettobijdrage en heeft dusdanig geen fiscaal voordeel voor de werknemer. Bij het vroegtijdig beëindigen of bij het einde van de leasetermijn wordt deze persoonlijke bijdrage nooit in vermindering gebracht bij de berekening van de restwaarde van de catalogusprijs wanneer de werknemer de fiets wenst over te nemen (overeenkomstig artikel 7.2 Vroegtijdig einde leasetermijn).

        4. BESTELLINGSVOORWAARDEN

        4.1. FIETS


        De werknemer kan bij alle aangesloten fietshandelaars van de fietsleasepartner o2o, terecht om een bestelling te plaatsen en heeft een vrije keuze van fiets: model, merk, kleur, maat en handelaar binnen de mogelijkheden van o2o.


        De werknemer dient rekening te houden met volgende voorwaarden bij de keuze van de fiets:

        • Elke fiets dient voorzien te zijn van een slot met minimum 2 sleutels en 2 sterren volgens de ART-keuring. Opgelet! Deze 2 sleutels moet de werknemer altijd kunnen voorleggen bij diefstal, dus het is belangrijk om deze goed bij te houden. Het slot moet ook de mogelijkheid bieden de fiets te verankeren aan een extern voorwerp.
        • Een speed pedelec of snelle elektrische fiets (tot 45 km/h) kan enkel gekozen worden wanneer de bestuurder in het bezit is van een geldig rijbewijs (minimum AM rijbewijs)

        Elektrische step, Airwheel, Segway en andere vervoersmiddelen waarbij er geen trapondersteuning noodzakelijk is door de gebruiker, worden niet toegestaan.

        4.2. OPTIES EN ACCESSOIRES


        De werknemer heeft een vrije keuze van opties en accessoires gerelateerd aan de fiets, zolang deze op de fiets kunnen bevestigd worden en mee vervoerd worden.


        Volgende zaken zijn hierdoor bijvoorbeeld uitgesloten (niet-limitatief) en kunnen dus niet mee opgenomen worden binnen de fietsleasing: alle vormen van kledij en schoenen, een fietsrek voor op de wagen,…


        Een helm kan ook steeds gekozen worden. Opgelet! Het dragen van een goedgekeurde fietshelm is verplicht bij het besturen van een speed pedelec of snelle elektrische fiets (tot 45km/h). Deze helm dient de volgende norm EC1078 (= EN 1078) te hebben. De norm wordt in de helm zelf aangegeven met een CE-markering.

        5. GEBRUIKSVOORWAARDEN

        De keuze van de werknemer voor een loonpakket met leasefiets zal worden vastgelegd in een schriftelijke bijlage bij de arbeidsovereenkomst voor contractuelen of via een akkoordverklaring voor statutairen. Na ondertekening van deze bijlage kan de gekozen fiets besteld worden.


        Van zodra de leasefiets is besteld, gaat de werknemer een bindend engagement aan voor de duur van de terbeschikkingstelling van de fiets (nl. 36 maanden), tenzij de werknemer beslist om de fiets vroegtijdig over te nemen. Conform de huidige wetgeving zal er geen voordeel alle aard aangerekend worden wanneer de fiets op regelmatige basis wordt aangewend voor woon-werkverkeer, noch voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing, noch voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen.


        De werkgever heeft te allen tijde het recht om na te gaan of de werknemer de leasefiets effectief gebruikt voor het woon-werkverkeer. Indien de leasefiets nooit of slechts sporadisch (bv. Een aantal keer per jaar) gebruikt wordt voor woon-werkverkeer, dient deze als een sociaal en belastbaar voordeel te worden beschouwd. Dit voordeel van alle aard wordt bepaald op basis van de werkelijke waarde in hoofde van de werknemer.


        De werkgever volgt steeds de actuele wetgeving rond de bepaling van het voordeel alle aard. Mocht de wetgeving hierrond dus ooit veranderen, dan zal deze steeds toegepast worden. Indien deze wijziging een loonverlies voor de werknemer tot gevolg heeft, zal de werkgever dit verlies nooit voor eigen rekening nemen, noch zal de werknemer hiervoor op enige manier worden gecompenseerd.


        De werknemer mag de leasefiets voor beroepsdoeleinden, voor woon-werkverkeer en voor zuivere privé-verplaatsingen gebruiken.


        De werknemer mag inwonende gezinsleden en collega’s van de werkgever toestaan om met de leasefiets te rijden. Een speed pedelec of snelle elektrische fiets (tot 45km/h) mag enkel gebruikt worden wanneer de bestuur in het bezit is van een geldig rijbewijs (minimum AM rijbewijs). De gebruiker moet ook altijd in het bezit zijn van de boorddocumenten. Meer info over ‘Wat te doen bij het verlies van speed pedelec documenten’ vind je in de Servicefiche Speed pedelec services.


        Indien de werknemer de leasefiets wenst te gebruiken buiten de grenzen van de Europese Unie, dient deze hiervoor toestemming te krijgen van de fietsleasepartner o2o.

        5.2. NALEVING VAN DE WEGCODE

        De werknemer verbindt zich ertoe de leasefiets te gebruiken conform de Wegcode. Bekeuringen voor overtredingen van de Wegcode, administratieve sancties en andere kosten ingevolge van onwettelijk of onveilig rijgedrag zijn de verantwoordelijkheid van en uitsluitend ten laste van de werknemer. Hij/zij moet deze binnen de vereiste termijn betalen.


        Indien de bekeuring niet betaald wordt, verklaart de werknemer zich er mee akkoord dat de werkgever het recht heeft om de bekeuring en eventuele administratieve kosten die zij desgevallend voor rekening van de werknemer betaalde, terug te vorderen op het loon van de werknemer als voorschot op het loon, overeenkomst artikel 23 van de loonbeschermingswet.

        5.3. GEBRUIK MET ZORG EN ALS EEN VOORZICHTIG EN REDELIJK PERSOON

        De ter beschikking gestelde leasefiets blijft eigendom van de fietsleasepartner o2o gedurende de hele contractduur en zolang de fiets niet is overgekocht. De leasefiets staat ter beschikking van de werknemer, in opdracht van de werkgever, gedurende de leasetermijn (nl. 36 maanden).


        De werknemer verbindt zich ertoe om de leasefiets met zorg en als een voorzichtig en redelijk persoon te gebruiken en te onderhouden. Dit houdt onder meer in dat:

        • De werknemer geregeld de banden van zijn leasefiets oppompt;
        • De werknemer de leasefiets steeds op slot zet en altijd verankert aan een fietsenstelling of andere vaste inrichting;
        • De werknemer zijn leasefiets minstens éénmaal per jaar aan een grondig nazicht laat onderwerpen en de nodige herstellingen laat uitvoeren;
        • De werknemer de leasefiets op regelmatige basis reinigt;
        • De werknemer op het einde van de terbeschikkingstelling de leasefiets in correcte staat inlevert.

        Bij beschadiging of ongeval is de werknemer aansprakelijk voor alle daaruit voortvloeiende eigen schade of schade aan derden. De werkgever raadt de werknemer aan hiervoor een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.


        Bij zware inbreuken op de policy of de verkeersregels kunnen de fietsleasepartner en/of de werkgever discretionair beslissen om de terbeschikkingstelling van de leasefiets te schorsen of te beëindigen. In voorkomend geval zal de werknemer de contractuele verbrekingsvergoeding moeten betalen overeenkomstig artikel 7.2. van deze fietspolicy.

        6. TERMIJN VAN TERBESCHIKKINGSTELLING

        De keuze van de leasetermijn wordt vastgelegd in de schriftelijke bijlage bij de arbeidsovereenkomst of via de akkoordverklaring voor statutairen en bedraagt doorgaans 36 maanden. Hiervan kan enkel in uitzonderlijke omstandigheden, overeenkomstig deze fietspolicy, worden afgeweken. Deze duur gaat in vanaf de dag van de levering van de leasefiets.


        Het tijdstip en de locatie van de levering van de leasefiets wordt afgesproken tussen de fietshandelaar en de medewerker. In geen geval kan de fiets geleverd worden op een locatie van de werkgever. Haalt de medewerker de leasefiets niet af op de overeengekomen datum, dan wordt de overeengekomen datum toch als aanvangsdatum van het leasecontract beschouwd en wordt de lease en de terbeschikkingstelling gestart.

        Bij de inontvangstneming van de leasefiets controleert de medewerker of alle accessoires die op de bestelbon vermeld staan, op de fiets aanwezig zijn. Als dit niet het geval is, mag de medewerker de fiets niet in ontvangst nemen en meldt deze dit onmiddellijk aan de leasepartner en aan de werkgever. Vanaf de leveringsdatum draagt de medewerker alle risico’s met de betrekking tot het bezit, het gebruik en de bewaring van de leasefiets tot op het ogenblik van de teruggave van de leasefiets.

        7. EINDE VAN DE OVEREENKOMST TERBSCHIKKINGSTELLING LEASEFIETS

        7.1. EINDE OVEREENKOMST DOOR AFLOOP LEASETERMIJN

        Normaliter neemt de fietsleasepartner bij het einde van de leasetermijn de fiets inclusief de gekozen opties en accessoires terug. De fietsleasepartner contracteert de werknemer voor de organisatie van het inleveren van de artikelen. De werknemer waakt erover dat de leasefiets zich in goede staat bevindt, overeenkomstig het hierna vermelde artikel 7.3.


        Ingeval de werknemer de fiets incl. de gekozen opties en accessoires wenst over te nemen, kan dit onder volgende voorwaarden:

        • De overnameprijs bij einde leasetermijn bedraagt 16% van de originele catalogusprijs van de artikelen.
        • De aankoop gebeurt rechtstreeks tussen de fietsleasepartner en de werknemer, zonder tussenkomst van de werkgever. De betaling moet twee weken voor het einde van de leasetermijn voltrokken zijn.

        Meer informatie omtrent de voorwaarden en werking hieromtrent, zijn te vinden online via myo2o Biker.

        7.2 VROEGTIJDIG EINDE LEASETERMIJN

        De leasetermijn kan steeds vroegtijdig stopgezet worden. Hierbij heeft de werknemer de keuze tussen de fiets over te kopen dan wel in te leveren bij de fietsleasepartner. De voorwaarden in welk geval dit meerkosten voor de werknemer met zich meebrengt, kunnen terug gevonden worden in het hoofdstuk budget creatie (artikel 3).


        Let op: de bepalingen met betrekking tot een vroegtijdig einde van de leasetermijn zijn reeds van toepassing vanaf de definitieve bestelling van de leasefiets, dus desgevallend voorafgaand aan de levering ervan.


        De keuze van de werknemer om de fiets over te kopen dan wel terug te geven, dienst vast te liggen voor de laatste loonverwerking voor de betrokken werknemer.

        A. Overnameprijs


        De overnameprijs is samengesteld als som van:

        • De waarde als gevolg van de lineaire afschrijving vanaf de catalogusprijs van de leasefiets incl. de opties en accessoires bij de start van de voorziene leasetermijn naar de residuele waarde bij afloop van de voorziene leasetermijn over een termijn gelijk aan de voorziene leasetermijn (zie grafiek). Van de initiële catalogusprijs aan de fietsleasepartner bij de opstart van het leasecontract afgetrokken.
        • Bij residuele waarde bij afloop van de voorziene leasetermijn bedraagt 16% van de catalogusprijs van de artikelen zonder vermindering van een eventuele bijdrage.
        • Tussen de dag van definitieve bestelling en de dag van levering blijft de totale catalogusprijs eventueel verminderd met de reeds betaalde persoonlijke bijdrage aangehouden.
        • Het te veel / te weinig opgenomen servicebudget (cf. het hierna vermelde artikel 8 van deze fietspolicy en indien van toepassing). Dit bedrag wordt bepaald als het verschil tussen het opgenomen servicebudget minus het servicebudget waarop de werknemer recht had, bepaald pro rata volgens de effectieve leasetermijn.
        • Een administratieve vergoeding van €121 incl. BTW.1

        1 Met uitzondering van overlijden van de medewerker en overmacht erkend door het CBS/VB

        B. Verbrekingsvergoeding


        De verbrekingsvergoeding die betaald wordt bij teruggave van de leasefiets wordt als volgt bepaald:

        • In geval van ontslag wegens medische overmacht erkend door het College van Burgemeester en Schepenen/Vast Bureau of overlijden zullen onderstaande kosten ten laste van het bestuur komen:

        ▪ Een forfaitaire verbrekingsvergoeding verschuldigd gelijk aan zesmaal (6x) het maandelijkse leasebedrag, ofwel de som van de resterende leasebedragen binnen de oorspronkelijk voorziene leasetermijn indien lager.
        ▪ Het te veel / te weinig opgenomen servicebudget (cf. het hierna vermelde artikel 8 in deze fietspolicy en indien van toepassing). Dit bedrag wordt bepaald als het verschil tussen het opgenomen servicebudget minus het servicebudget waarop de werknemer recht had, bepaald pro rata volgens de effectieve leasetermijn.
        ▪ Een administratie vergoeding van €121 incl. BTW.

        • In geval van ontslag of vroegtijdige beëindiging van het arbeidscontract of ziekte:

        ▪Een forfaitaire verbrekingsvergoeding verschuldigd gelijk aan zesmaal (6x) het maandelijkse leasebedrag, ofwel de som van de resterende leasebedragen binnen de oorspronkelijk voorziene leasetermijn indien lager.
        ▪Het te veel / te weinig opgenomen servicebudget (cf. het hierna vermelde artikel 8 in deze fietspolicy en indien van toepassing). Dit bedrag wordt bepaald als het verschil tussen het opgenomen servicebudget minus het servicebudget waarop de werknemer recht had, bepaald pro rata volgens de effectieve leasetermijn.
        ▪Een administratie vergoeding van €121 incl. BTW.

        • •In alle andere gevallen van vroegtijdig einde van het leasecontract dan een onvoorzien einde van de arbeidsovereenkomst van de individuele werknemer, is de werknemer altijd gehouden tot betaling van alle reeds vervallen, achterstallig, en in geval van verbreking zonder overname van de fietsopties en accessoires, ook de toekomstige leasegelden.

        7.3. STAAT VAN DE FIETS BIJ TERUGNAME DOOR DE FIETSLEASEPARTNER BIJ HET BEËNDIGEN VAN DE TERBESCHIKKINGSTELLING

        De leasefiets, incl. slot en sleutels, opties en accessoires, dient op het afgesproken tijdstip op de afgesproken locatie aanwezig te zijn, in volgende staat:

        • Op het ogenblik van teruggave moet de fiets zich in goede staat bevinden, voorzien van alle originele of gelijkwaardige onderdelen. Hiermee wordt bedoeld in een toestand die beantwoordt aan een normaal gebruik. Volgende schade wordt hierbij getolereerd:
        1. Kleine krassen in het frame en onderdelen eigen aan het gebruik van een fiets. Putten en grote krassen zijn niet aanvaardbaar. Het frame mag geen tekenen van oxidatie vertonen.
        2. Gebruikersslijtage van alle slijtagegevoelige onderdelen: banden, remmen, aandrijving, kabels, handvaten, zadel, pedealen, rekje. Alle onderdelen dienen wel in goed werkende staat te zijn en slijtage mag niet ten koste van de veiligheid gaan. De slijtage mag evenmin het gevolg zijn van een gebrek aan onderhoud en herstellingen, overeenkomstig artikel 5.3;
        • Specifiek voor speed pedelec en snelle elektrische fietsen (max 45km/h) dienen het inschrijvingsformulier en het gelijkvormigheidsattest eveneens teruggegeven te worden bij de teruggave van de fiets.
        • Op het ogenblik van de teruggave moet de fiets volledig schoongemaakt zijn.

        Ingeval de fiets op het ogenblik van teruggave niet voldoet aan bovenvermelde afspraken, zullen de hieraan gerelateerde kosten ten laste van de werknemer zijn, met een maximum van de residuele waarde.


        Meer informatie over einde van de leasetermijn, de vereisten in geval van teruggave en de voorwaarden indien de vereisten niet voldaan zijn, zijn online te vinden via myo2o Biker.

        8. DIENSTEN TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE FIETS

        Bij de lease van een fiets zijn volgende diensten standaard geactiveerd:

        • Diefstalverzekering
        • Schadeverzekering
        • Servicebudget (minimum €50 incl.. BTW/jaar)

        Onderstaande diensten kunnen geactiveerd worden door de werknemer bij de plaatsing van de bestelling:

        • Garantieverzekering voor elektrische fietsen
        • Pechbijstand
        • Aansprakelijkheidsverzekering voor speed pedelecs

        Meer informatie omtrent deze diensten, de algemene voorwaarden en eventuele verwijzingen aan de diensten kunnen steeds terug gevonden worden op myo2o Biker (www.o2o.be/bike-services/conditions).

        9. EEN NIEUW FIETSLEASECONTRACT AFSLUITEN

        Ingeval de werknemer tijdens het lopend leasecontract een nieuwe leasefiets bestelt, mag de werknemer de nieuwe leasefiets ten vroegste op de dag van het einde van het lopende leasecontract in ontvangst nemen. De werknemer meldt deze vroegst mogelijke datum van ontvangst aan de fietshandelaar bij het opvragen van een offerte.


        Indien de werknemer de nieuwe leasefiets nog tijdens het lopende leasecontract in ontvangst neemt, wordt het lopende contract vroegtijdig beëindigd met als einddatum de datum van ontvangst van de nieuwe leasefiets. Voorwaarden van vroegtijdig einde contract zijn dan van toepassing overeenkomstig artikel 7.2. Vroegtijdig einde leasetermijn.

        10. EINDBEPALINGEN

        Indien één of meerdere bepalingen van deze fietspolicy ongeldig of niet toepasbaar zouden zijn, heeft dit niet de ongeldigheid of niet-toepasbaarheid van de gehele fietspolicy tot gevolg. In voorkomend geval zal te goeder trouw onderhandeld worden om de getroffen bepalingen te vervangen door andere, die de inhoud ervan zo veel mogelijk benaderen en zo goed mogelijk aansluiten bij de inhoud en doelstellingen van deze fietspolicy.


        De werknemer verbindt zich ertoe alle bepalingen van deze fietspolicy stipt na te leven. Ingeval van enige schade voor de werkgever als gevolg van het niet-naleven van de bepalingen van onderhavig policy, wordt dit beschouwd als een zware fout in de zin van artikel 18 van Arbeidsovereenkomstenwet, waarvoor de werknemer aansprakelijk is.


        De fietsleasing, en de voorliggende fietspolicy dat de praktische modaliteit hiervan bevat, treden in werking op 1 januari 2024. De werkgever behoudt zich het recht voor de fietsleasing – in het kader waarvan de werknemer een leasefiets kan verwerven – eenzijdig stop te zetten. In voorkomend geval zal de werknemer die over een leasefiets beschikt, deze kunnen behouden tot het einde van de voorziene leasetermijn. Na afloop zal evenwel geen nieuwe leasefiets meer kunnen worden verworven.


        Artikel 2: Het reglement zal worden overhandigd aan alle personeelsleden van het gemeentebestuur met uitzondering van het onderwijspersoneel en als bijlage toegevoegd worden aan het arbeidsreglement. 

        Artikel 3: Het reglement gaat in vanaf 1 november 2023.

      • Restauratie dak en zolder dekenij Marktplein - vaststellen voorwaarden en wijze van gunnen - besluit

        REGELGEVING:

        • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
        • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
        • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
        • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
        • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
        • De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van € 750.000,00 niet).
        • Het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
        • Het KB van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen. 

        OVERWEGINGEN:

        • De ontwerpopdracht voor de opdracht “Restauratie dak en zolder dekenij” werd gegund aan Architectenbureau Van Severen bvba, Lodewijk Dosfelstraat 30 te 9200 Dendermonde.
        • In het kader van de opdracht “Restauratie dak en zolder dekenij” werd een bestek met nr. 01-09-2023 opgesteld door de ontwerper, Architectenbureau Van Severen bvba, Lodewijk Dosfelstraat 30 te 9200 Dendermonde.
        • De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 381.602,80 excl. btw of € 404.498,97 incl. 6% btw (€ 22.896,17 btw medecontractant).
        • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
        • Een deel van de kostprijs wordt gesubsidieerd door Agentschap Onroerend Erfgoed, Lange Kievitstraat 111-113 bus 53 te 2018 Antwerpen. Het voorlopig toegezegd bedrag van 29 maart 2023 bedraagt € 97.794,74.
        • De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 0790-00/2210700/BESTUUR/CBS/0/IP-001 (ACT-560). 

        BESLUIT:

        Artikel 1: Het bestek met nr. 01-09-2023 en de raming voor de opdracht “Restauratie dak en zolder dekenij”, opgesteld door de ontwerper, Architectenbureau Van Severen bvba, Lodewijk Dosfelstraat 30 te 9200 Dendermonde worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 381.602,80 excl. btw of € 404.498,97 incl. 6% btw (€ 22.896,17 btw medecontractant). 

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking. 

        Artikel 3: Een subsidie zal aangevraagd worden bij de subsidiërende instantie Agentschap Onroerend Erfgoed, Lange Kievitstraat 111-113 bus 53 te 2018 Antwerpen. 

        Artikel 4: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau. 

        Artikel 5: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 0790-00/2210700/BESTUUR/CBS/0/IP-001 (ACT-560). 

      • Restauratie gevels en dak gemeentehuis - vaststellen voorwaarden en wijze van gunnen - besluit

        REGELGEVING:

        • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
        • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
        • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
        • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
        • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
        • De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van € 750.000,00 niet).
        • Het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
        • Het KB van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

        OVERWEGINGEN:

        • De ontwerpopdracht voor de opdracht “Restauratie gevels en dak gemeentehuis” werd gegund aan Architectenbureau Van Severen bvba, Lodewijk Dosfelstraat 30 te 9200 Dendermonde.
        • In het kader van de opdracht “Restauratie gevels en dak gemeentehuis” werd een bestek met nr. GH 20161014 opgesteld door de ontwerper, Architectenbureau Van Severen bvba, Lodewijk Dosfelstraat 30 te 9200 Dendermonde.
        • De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 704.164,74 excl. btw of € 852.039,34 incl. 21% btw.
        • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
        • Een deel van de kostprijs wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid. Het voorlopig toegezegd bedrag van 13 maart 2023 bedraagt € 400.161,70.
        • De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023 en 2024, op budgetcode 0119-00/2210100/BESTUUR/CBS/0/IP-006 (ACT-525). 

         

        BESLUIT:

        Artikel 1: Het bestek met nr. GH 20161014 en de raming voor de opdracht “Restauratie gevels en dak gemeentehuis”, opgesteld door de ontwerper, Architectenbureau Van Severen bvba, Lodewijk Dosfelstraat 30 te 9200 Dendermonde worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 704.164,74 excl. btw of € 852.039,34 incl. 21% btw. 

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking. 

        Artikel 3: Een subsidie zal aangevraagd worden bij de subsidiërende instantie de Vlaamse Overheid. 

        Artikel 4: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau. 

        Artikel 5: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023 en 2024, op budgetcode 0119-00/2210100/BESTUUR/CBS/0/IP-006 (ACT-525). 

      • Realisatie project Tasibel - overdraagbaar opstalrecht op gemeentegronden - goedkeuring - princiepsbesluit

        REGELGEVING:

        • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 293 dat bepaalt dat onroerende goederen van de gemeente worden vervreemd met de principes van mededinging en transparantie, behalve als er een motivering wordt gegeven voor een afwijking daarvan.
        • Omzendbrief KB/ABB 2019/3 “Mededinging en transparantie bij transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten” van 3 mei 2019 uitgaande van de Vlaamse Regering, op grond waarvan voor onroerende transacties in principe de markt moet worden geraadpleegd, waarvan enkel om redenen van algemeen belang kan worden aanvaard dat de transactie zonder concurrentie verloopt. Het bestuur moet dat voldoende motiveren.

        OVERWEGINGEN:

        • De sociale huisvestingsmaatschappij BV De Thuisbouwer (tot 1 juli 2023 was dit CVBA De Zonnige Woonst) beoogt de Tasibel-site in Hamme (zijnde de percelen die behoorden tot de vroegere bedrijfssite Tasibel), die thans volledig in eigendom toebehoort aan De Thuisbouwer, te (her)ontwikkelen tot een zorgzame buurt voor Hamme. Daartoe sloot De Thuisbouwer een brownfieldconvenant “83.Hamme – Tasibel” voor de duurzame herontwikkeling van deze percelen. Ook de gemeente Hamme treedt op als actor bij het brownfieldconvenant voor de herontwikkeling van de percelen van de voormalige stelplaats De Lijn, die tot haar eigendom toebehoren (en potentieel onderdeel konden uitmaken van de ontwikkeling van een zorgzame buurt).
        • Met het oog op de realisatie van een zorgzame buurt voor Hamme organiseerde De Thuisbouwer een overheidsopdracht houdende de aanduiding van een opdrachtnemer voor de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van een woonzorg-project op de Tasibel-site (het “Tasibel-project”). De overheidsopdracht voor de realisatie van het Tasibel-project werd door De Thuisbouwer gegund aan Astor VZW (“Astor”), naar aanleiding waarvan op 6 november 2019 een samenwerkingsovereenkomst werd gesloten (de “Samenwerkingsovereenkomst”).
          De gemeente Hamme is geen partij bij deze Samenwerkingsovereenkomst noch maken de gemeentegronden (o.a. deze gelegen op de voormalige stelplaats De Lijn) voorwerp uit van het Tasibel-project.
        • Het Tasibel-project bestaat meer concreet uit volgende onderdelen:
          • Deel Sociaal: dit betreft de realisatie van sociale woningbouw ten behoeve van De Thuisbouwer. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de realisatie (ontwerp en bouw) van de sociale woningbouw, waarbij de exploitatie gebeurt door De Thuisbouwer.
          • Deel Zorg en Diensten: dit betreft de realisatie van zorggerelateerde infrastructuur, waarbij de opdrachtnemer zowel verantwoordelijk is voor de realisatie (ontwerp en bouw) als voor de exploitatie. De Thuisbouwer verleent in dat verband een opstalrecht van 99 jaar aan de opdrachtnemer.
          • Deel Residentieel: dit betreft de realisatie van private woningbouw. Deze woningen worden door de opdrachtnemer gerealiseerd die deze vervolgens dient te vermarkten. De opdrachtnemer (desgevallend via een private ontwikkelaar) verkrijgt daartoe van De Thuisbouwer een opstalrecht. In het kader van de vermarkting zullen de opstallen in eigendom worden overgedragen door de opdrachtnemer (of de private ontwikkelaar) aan de (eind)koper. De grondaandelen worden rechtstreeks door De Thuisbouwer aan de koper overgedragen. De opdrachtnemer (of de private ontwikkelaar) heeft daarbij de verplichting om de grondaandelen van De Thuisbouwer aan te kopen uiterlijk na het verstrijken van een termijn van drie (3) jaar die ingaat op de datum van de aanvang van de bouwwerken voor het Deel Residentieel.
          • Deel Openbaar Domein: binnen het projectgebied waarop het Deel Sociaal, het Deel Zorg en Diensten en het Deel Residentieel wordt gerealiseerd, dient tevens openbaar domein te worden aangelegd. Het openbaar domein wordt vervolgens overgedragen aan de gemeente Hamme. 
        • Ingevolge diverse overdrachtsovereenkomsten werd de Samenwerkingsovereenkomst integraal, en met goedkeuring van De Thuisbouwer, door Astor overgedragen aan Igor Hamme BV, met maatschappelijke zetel te Oostmalsesteenweg 261, 2310 Rijkevorsel, ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen met het ondernemingsnummer 0766.815.979. Igor Hamme BV is bijgevolg de opdrachtnemer die op grond van de Samenwerkingsovereenkomst verantwoordelijk is voor de realisatie van het Tasibel-project.
        • In het kader van de realisatie van het Tasibel-project behoort het op grond van de Samenwerkingsovereenkomst tot de opdracht van Igor Hamme (voordien Astor) om een masterplan uit te werken voor de verdere ontwikkeling van de Tasibel-site waarbij nader en gedetailleerd de inplanting van het Deel Sociaal, het Deel Zorg en Diensten en het Deel Residentieel, met inbegrip van het Deel Openbaar Domein, wordt vastgelegd en afgebakend. Tijdens de opmaak van dit masterplan is evenwel gebleken dat de meest optimale wijze om het Tasibel-project te realiseren erin bestaat dat een deel van het Deel Residentieel, met inbegrip van openbaar domein, buiten de grenzen van het projectgebied van De Thuisbouwer (i.e. de Tasibel-site) wordt gerealiseerd, met name op percelen die in eigendom toebehoren aan de gemeente Hamme en die o.a. zijn gelegen op de site van de voormalige stelplaats van De Lijn (en dus voorwerp uitmaken van voormelde brownfieldconvenant “83.Hamme – Tasibel”).
          Het gaat hierbij om het perceel, kadastraal gekend, Hamme, 2° afd. Sie B, 1200F3/deel.
          Meer in het bijzonder zou het perceel worden aangewend voor de realisatie van woonentiteiten (als onderdeel van het Deel Residentieel).
        • Igor Hamme verzoekt thans de gemeente Hamme om op voormelde Percelen gebruiksrechten te verkrijgen, in de vorm van een overdraagbaar opstalrecht, teneinde Igor Hamme toe te laten het Tasibel-project mede op de gemeentegronden van de gemeente Hamme te realiseren en op die manier het masterplan te kunnen uitvoeren.
        • Met dit besluit wenst de gemeente Hamme in te stemmen van de vraag van Igor Hamme om een overdraagbaar opstalrecht toe te kennen met het oog op de realisatie van het Tasibel-project, mede op de Percelen van de gemeente Hamme. Dit laat de gemeente Hamme namelijk toe om gemeentegronden, die thans braakliggend terrein zijn en geen voorwerp uitmaken van enige beoogde verdere ontwikkeling, te valoriseren aan marktconforme voorwaarden. Bovendien draagt dit bij tot de ontwikkeling van de Tasibel-site op de meest optimale wijze – zoals blijkt uit het masterplan – tot een zorgzame buurt voor Hamme, wat het gemeentebestuur ook ondersteunt. Overigens maken de Percelen voorwerp uit van het brownfieldconvenant “83.Hamme – Tasibel”, waarbij de gemeente steeds heeft beoogd dat de Percelen op duurzame wijze zouden worden herontwikkeld.
        • In overeenstemming met artikel 293 van het decreet lokaal bestuur, zoals ook bevestigd in de Omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 3 mei 2019 uitgaande van de Vlaamse Regering, dient in beginsel een transparante bevragingsprocedure te worden georganiseerd voor de toekenning van gebruiksrechten op onroerende goederen van een gemeente. Echter voorziet zowel artikel 293 van het decreet lokaal bestuur als de Omzendbrief KB/ABB 2019/3 dat de rechtstreekse toekenning van gebruiksrechten – en dus zonder mededinging en transparantie – mogelijk is omwille van gemotiveerde redenen van algemeen belang.
        • In deze is sprake van gemotiveerde redenen van algemeen belang die verantwoorden dat het opstalrecht rechtstreeks aan Igor Hamme wordt toegekend, zonder organisatie van een transparantie bevragingsprocedure:
        • Igor Hamme treedt reeds op als opdrachtnemer van De Thuisbouwer voor de realisatie van het Tasibel- project. In het licht van de verdere ontwikkeling van de Percelen, grenzend aan het Tasibel-project, wenst de gemeente dat de ontwikkeling van de Percelen aansluit bij de ontwikkeling van het Tasibel-project, zowel vanuit technisch oogpunt als vanuit visueel oogpunt. Op die manier kunnen bepaalde synergiën worden gecreëerd, wat niet op dezelfde wijze mogelijk zou zijn indien aan een andere partij dan Igor Hamme gebruiksrechten zouden worden verleend. In dat verband kan o.m. worden verwezen naar het arrest van de Raad van State van 30 januari 2015, waarin de Raad van State overwoog dat zelfs de visuele ontsluiting op zich dergelijke unieke positie kan verantwoorden: “Te dezen is de reden om alleen met L. D. te onderhandelen dat enkel zijn eigendom het “perspectief biedt op een visuele ontsluiting van het park”. Dat is volgens de eerste bestreden beslissing een unieke en uitzonderlijke situatie die niet bij een andere eigenaar aan te treffen is”.
        • De gemeente is, net als De Thuisbouwer, actor bij het brownfieldconvenant “83.Hamme – Tasibel”, waarbij steeds werd vooropgesteld dat niet alleen de gronden in eigendom van De Thuisbouwer (en gelegen op de voormalige Tasibel-site), maar ook de gronden in eigendom van de gemeente Hamme (en gelegen op de site van de voormalige stelplaats van De Lijn) op duurzame wijze zouden worden herontwikkeld met het oog op de realisatie van een gemengd project met een evenwichtige invulling van de site. Door deze gronden thans mee op te nemen in het Tasibel-project wordt aan deze doelstelling zonder meer beantwoord.
        • Binnen het kader van de Samenwerkingsovereenkomst dient door Igor Hamme openbaar domein te worden aangelegd, dat na oplevering aan de gemeente Hamme wordt overgedragen. Door gebruiksrechten te verlenen aan Igor Hamme op de Percelen, waarbij ook voor Igor HammHammeHamme de verplichting geldt om het openbaar domein aan te leggen in overeenstemming met het masterplan, wordt gewaarborgd dat het openbaar domein op de Percelen aansluit op het openbaar domein dat binnen het (oorspronkelijke) projectgebied van de Tasibel-site wordt aangelegd.
        • De gemeente Hamme wenst uitdrukkelijk te vermijden dat de Percelen worden aangewend voor een op zichzelf staand project, dat niet zou aansluiten bij het Tasibel-project. Een op zichzelf staand project zou voor onnodige versnippering zorgen en is ook vanuit ruimtelijk oogpunt niet wenselijk (reden ook waarom de gemeente Hamme optreedt als actor bij het brownfieldconvenant). Bovendien zouden er dan meerdere afzonderlijke projecten naast elkaar bestaan, wat de gemeente niet vooropstelt noch wenselijk acht. Door de Percelen onderdeel te laten uitmaken van het Tasibel-project wordt vanuit ruimtelijk oogpunt één geheel gecreëerd, wat niet mogelijk zou zijn indien gebruiksrechten zouden worden toegekend aan een andere partij dan Igor Hamme.
        • Tevens kunnen nog volgende bijkomende voordelen in het licht van het algemeen belang worden gecreëerd:
        • een meest voordelig voorstel voor de waarde van de grondaandelen, omdat Igor Hamme andere schaalvoordelen kan genereren omdat zij de volledige Tasibel-site ontwikkelt (in vergelijking met een partij die een afzonderlijk, kleinschalig project zou realiseren), hetgeen overigens ook vanuit coördinatie en financieel standpunt interessant kan zijn;
        • de bijzondere kennis en expertise van Igor Hamme, (in vergelijking met andere potentiële gegadigden) om het Tasibel-project (inzonderheid de visuele ontsluiting ten voordele voor de gemeente Hamme) te realiseren;
        • het feit dat alles kan worden opgenomen in één omgevingsvergunningsaanvraag, met minder risico op procedures;
        • de betrokken bouwwerkzaamheden kunnen gelijktijdig en gecoördineerd worden uitgevoerd door éénzelfde partij;
        • de hinder naar de buurt toe kan aanzienlijk worden beperkt.
        • Aldus kan worden vastgesteld dat de rechtstreekse aanduiding van Igor Hamme in hoofde van de gemeente Hamme een bijzondere meerwaarde creëert, die niet kan worden bewerkstelligd indien de gemeente Hamme een transparante bevragingsprocedure zou organiseren (en Igor Hamme bijgevolg als enige partij verschijnt aan wie het opstalrecht kan worden toegekend). De rechtstreekse toekenning van een opstalrecht aan Igor Hamme is derhalve geheel in overeenstemming met artikel 293 van het decreet lokaal bestuur en de Omzendbrief KB/ABB 2019/3 van 3 mei 2019.
        • Het opstalrecht wordt verleend volgens volgende modaliteiten, die overeenstemmen met de modaliteiten die in de Samenwerkingsovereenkomst zijn opgenomen:
          • Het opstalrecht wordt toegekend voor een duurtijd van drie (3) jaar, die ingaat op de datum van de aanvang van de bouwwerken voor het Deel Residentieel.
          • De overdracht van het opstalrecht en/of de vervanging van Igor Hamme is enkel mogelijk mits goedkeuring van de gemeente Hamme, waarbij zal worden nagegaan in welke mate nog steeds sprake is van aanvaardbare motieven voor de rechtstreekse toewijzing van een opstalrecht.
          • Igor Hamme is verantwoordelijk voor de aanleg van het openbaar domein op de Percelen, waarvoor Igor Hamme wordt vergoed via een verrekening van de waarde van de grondaandelen.
          • Eventuele kosten inzake vastgestelde PFAS-vervuiling in de Percelen en de daaruit volgende saneringsverplichting worden gedragen door de gemeente Hamme, via een verrekening van de waarde van de grondaandelen.
          • De opstallen worden door Igor Hamme rechtstreekse verkocht aan de eindkoper, terwijl de grondaandelen rechtstreeks door de gemeente Hamme worden verkocht aan de koper.
          • De waarde van de (te verkopen) grondaandelen wordt vastgesteld in overeenstemming met de berekeningswijze die in de Samenwerkingsovereenkomst is opgenomen, zoals die volgt uit het voorstel (BAFO) van Igor Hamme in het kader van de transparante overheidsopdrachtenprocedure georganiseerd door De Thuisbouwer. Concreet gaat de berekeningswijze uit van volgende elementen:
            • de vastgestelde prijs per m² bedraagt 396,52 euro (op basis van de BAFO van Igor Hamme van oktober 2019). Deze prijs gaat uit van een zuiver, vrij en onbelast grondaandeel;
            • de vastgesteld prijs per m² is onderhevig aan een indexering volgens de consumptie-index, met als aanvangsdatum het verkrijgen van de omgevingsvergunning voor het Tasibel-project;
            • deze prijs per m² wordt verrekend met de kosten voor de infrastructuur-, sloop- en saneringswerken, die door Igor Hamme zullen worden uitgevoerd met betrekking tot de Percelen. De kosten zullen – voorafgaand aan de start van de werken – op transparante wijze door Igor Hamme worden bepaald.
        • In dit kader kan worden gesteld dat de waarde van de grondaandelen op marktconforme wijze is vastgesteld en bijgevolg kan worden aanvaard. Op die manier wordt de waarde van de grondaandelen geheel op transparante wijze bepaald en is een afzonderlijke (bijkomende) schattingsprocedure niet vereist (de waarde van de grondaandelen is namelijk het gevolg van een transparante bevragingsprocedure).
        • Indien de opstallen niet zijn verkocht binnen voormelde termijn van drie (3) jaar, is Igor Hamme gehouden de grondaandelen rechtstreeks te kopen van de gemeente Hamme.
        • Alle kosten, belastingen en heffingen die verbonden zijn aan de toekenning en uitoefening van het opstalrecht zijn ten laste van de opstalhouder.
        • Igor Hamme is gehouden het opstalrecht uit te oefenen geheel in overeenstemming met de bepalingen van de Samenwerkingsovereenkomst voor wat betreft de realisatie van het Deel Residentieel.
        •  De modaliteiten van het opstalrecht worden verder vastgelegd in een opstalovereenkomst tussen de gemeente Hamme en Igor Hamme. Tevens zullen verdere afspraken worden vastgelegd tussen de gemeente Hamme, De Thuisbouwer en Igor Hamme teneinde te waarborgen dat de ontwikkeling van het Deel Residentieel op de Percelen van de gemeente Hamme plaatsvindt in overeenstemming met de bepalingen van de Samenwerkingsovereenkomst.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Jan Laceur, Luk De Mey, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, An Geerinck, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Ignace Sertijn, Frank Van Erum, Mustafa Tokgoz, André Reuse
        Voorstanders: Jan Laceur, Luk De Mey, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, An Geerinck, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Ignace Sertijn, Frank Van Erum, Mustafa Tokgoz
        Onthouders: Agnes Onghena, Gilles Verbeke
        Resultaat: Met 22 stemmen voor, 2 onthoudingen

        BESLUIT:

        Artikel 1: keurt principieel goed de toekenning van een opstalrecht aan Igor Hamme op het perceel, kadastraal gekend, Hamme, 2° afd. Sie B, 1200F3/deel, in het kader van de realisatie van het Tasibel-project, in het bijzonder de realisatie van het Deel Residentieel, met inbegrip van de aanleg van openbaar domein, zoals opgenomen in het plan gevoegd als Bijlage 1.

        Artikel 2: keurt goed de berekeningswijze voor de vaststelling van de waarde van de grondaandelen, in overeenstemming met de modaliteiten bepaald in de Samenwerkingsovereenkomst.

        Artikel 3: beslist dat de modaliteiten van het opstalrecht nader zullen worden vastgelegd in een notariële opstalovereenkomst tussen de gemeente Hamme en Igor Hamme.

        Artikel 4: beslist dat tevens verdere contractuele afspraken worden vastgelegd tussen de gemeente Hamme, De Thuisbouwer en Igor Hamme opdat de ontwikkeling op de Percelen van de gemeente Hamme plaatsvindt in overeenstemming met de bepalingen van de Samenwerkingsovereenkomst.

      • Hemelwater- en droogteplan - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        • Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (Europese Kaderrichtlijn Water).
        • Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (Waterwetboek).

        OVERWEGINGEN:

        • Om waterschaarste en droogte aan te pakken, riep de Vlaamse Regering de Blue Deal in het leven. De Blue Deal is een ambitieus programma dat via tal van acties de strijd tegen waterschaarste en droogte op het terrein aangaat. De Blue Deal stelt dat een gemeente na 2024 enkel nog toegang heeft tot watergerelateerde subsidies als zij beschikt over een voldoende ambitieus hemelwater- en droogteplan.
        • Het hemelwater- en droogteplan Hamme werd opgesteld door Aquafin in overleg met verschillende stakeholders. Het is opgesteld op maat van de gemeente Hamme. Er werd rekening gehouden met de lokale omstandigheden, de aanwezige knelpunten, uitdagingen, opportuniteiten en noden. 
        • De werkwijze die gevolgd werd in dit hemelwater- en droogteplan is in overeenstemming met de vereisten die werden opgelegd door de CIW (Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid). Alle onderdelen die aanwezig moeten zijn om goedgekeurd te worden als hemelwater- en droogteplan en om toekomstige subsidies die hieraan verbonden zijn veilig te stellen, werden opgenomen.
        • Tijdens de opmaakprocedure werd het plan besproken met de GECORO en de MILADI tijdens twee gezamenlijke zittingen op respectievelijk 19 december 2022 en 25 mei 2023. Na die laatste zitting werden geen opmerkingen meer ontvangen van de leden van beide raden.
        • De gemeenteraad keurde in zitting van 26 januari 2022 het regionaal klimaatadaptatieplan goed. Strategische doelstelling 'ruimte voor water creëren en verdroging tegengaan' bevat als maatregel 'gemeentelijke hemelwater- en droogteplannen opmaken'.
        • Voor de opmaak van het hemelwater- en droogteplan werd in het meerjarenprogramma een budget voorzien gekoppeld aan de actie 'lokaal energie- en klimaatpact' (LEKP). Het onderschrijven van het LEKP 1.0 werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 15 september 2021, dat van het LEKP 2.0 in zitting van 26 oktober 2022.
        • Het opmaaktraject liep parallel met dat van de opmaak van een lokaal klimaatadaptatieplan, plan waarmee vele raakvlakken zijn. Het lokaal klimaatadaptatieplan wordt in huidige zitting eveneens ter goedkeuring voorgelegd. Voor de uitvoering van het hemelwater- en droogteplan zal in het meerjarenprogramma een budget voorzien worden gekoppeld aan een nieuwe actie 'uitvoeren acties hemelwater- en droogteplan'.
        • Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 19 september 2023 het hemelwater- en droogteplan principieel goed te keuren en voor goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 25 oktober 2023.

        BESLUIT:

        Artikel 1: De gemeenteraad keurt het voorliggende hemelwater- en droogteplan Hamme goed.

        Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid en Aquafin.

      • Lokaal klimaatadaptatieplan - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 2: 'De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.'
        • Het Vlaams Engergie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030
        • Het Regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2019-2024

        OVERWEGINGEN:

        • Ondertekening van de Overeenkomst van Parijs in maart 2019 door het Europees Parlement, met het doel om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn.
        • De lancering van de ‘European Green Deal’ door de Europese Commissie eind 2019. The Green Deal moet van Europa het eerste klimaatneutrale continent maken tegen 2050, met een netto-uitstoot van broeikasgassen die nul is.
        • Provincieraadsbesluit van 2 september 2015 tot goedkeuring van het klimaatplan en het klimaatactieplan 2015-2020 van de Provincie Oost-Vlaanderen.
        • Goedkeuring door de Vlaamse Regering van het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 op 9 december 2019.
        • De erkenning van de Provincie als territoriaal coördinator i.h.k.v. het burgemeestersconvenant en daaruit volgende ondersteuning van de Oost-Vlaamse gemeenten bij de opmaak en uitvoering van klimaatplannen.
        • De gemeenteraad besliste op 27 mei 2020 met algehele instemming deel te nemen aan het project 'Waasland Klimaatland' en toe te treden tot het Burgemeestersconvenant 2030, met inbegrip van het meewerken aan de opmaak van een regionaal klimaatadaptatieplan.
        • Het onderschrijven van het LEKP 1.0 werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 15 september 2021, dat van het LEKP 2.0 in zitting van 26 oktober 2022.
        • Het college van burgemeester en schepen besliste in zitting van 23 augustus 2022 om een lokaal klimaatadaptatieplan op te maken in samenwerking met de Provincie Oost-Vlaanderen.
        • De gemeenteraad keurde in zitting van 26 januari 2022 het regionaal klimaatadaptatieplan goed en besliste tevens om in samenwerking met de Provincie Oost-Vlaanderen een lokaal klimaatadaptatieplan op te maken.
        • Tijdens de opmaakprocedure werd het plan besproken met de GECORO en de MILADI tijdens een gezamenlijke zitting op 25 mei 2023. Na die laatste zitting werden geen opmerkingen meer ontvangen van de leden van beide raden.

        BESLUIT:

        Artikel 1: De gemeenteraad keurt het voorliggend lokaal klimaatadaptatieplan en bijhorende actieplan goed.

        Artikel 2: De uitvoering van de maatregelen zelf wordt verdeeld volgens thema over de verschillende departementen/teams van het lokaal bestuur heen.

        Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de Provincie Oost-Vlaanderen en aan studiebureau Sumaqua.

      • Wijziging openbaar vervoer - aktename toelichting

        REGELGEVING:

        • De goedkeuring door de Vlaamse Regering van 18 december 2015 aan de conceptnota ‘Met basisbereikbaarheid naar een efficiënt en aantrekkelijk vervoersmodel in Vlaanderen dat optimaal tegemoetkomt aan de globale en lokale vervoersvraag’. (VR 2015 18.12 DOC1446/1bis).
        • De goedkeuring door de Vlaamse Regering op 20 juli 2018 van de indeling van het grondgebied van het Vlaamse Gewest in 15 vervoerregio’s en de afbakening van deze vervoerregio’s.
        • De goedkeuring door de Vlaamse Regering op 21 december 2018 van het ontwerp van decreet betreffende de basisbereikbaarheid.
        • Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Netmanagement bij VVM De Lijn van 13/12/2002.
        • Artikel 40 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur met betrekking tot het feit dat de gemeenteraad het beleid van de gemeente bepaalt.
        • De beslissingen van de gemeenteraad van 25 januari 2017 waarbij de gemeente Hamme akkoord gaat met de toetreding tot de vervoerregioraad. 
        • De beslissingen van de gemeenteraad van 30 januari 2019 waarbij de gemeente Hamme schepen Koen Mettepenningen en de mobiliteitsambtenaar Benny Collier aanduidt als vertegenwoordiger in de Vervoerregioraad van de vervoerregio Aalst. 

        OVERWEGINGEN:

        • Voor iedere vervoerregio dient een regionaal mobiliteitsplan te worden opgemaakt.
        • Hamme maakt deel uit van de vervoerregio Aalst.
        • De opmaak en goedkeuring van dit plan is een taak van de vervoerregioraad, die per vervoerregio als overlegorgaan wordt opgericht.
        • De gemeenten behorende tot de vervoerregio worden via deze vervoerregioraad op deze wijze integraal en rechtstreeks betrokken bij het uittekenen van het mobiliteitsbeleid voor de regio; ze krijgen daar onder andere een belangrijke rol in de gelaagde organisatie van het openbaar vervoer, de synchromodaliteit en de combimobiliteit, het prioriteren, opvolgen en evalueren van maatregelen inzake verkeersveiligheid alsook doorstroming, het bepalen van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (met uitzondering van fietssnelwegen). De gemeenten geven advies aan de gewestelijke overheden bij de opmaak van het Geïntegreerd Investeringsprogramma en het prioriteren, opvolgen en evalueren van de regionale mobiliteitsprogramma’s en -projecten die van strategisch belang zijn op het niveau van de vervoerregio.
        • Het engagement voor de gemeente, zijnde het actief participeren aan de werking en de overlegmomenten van de vervoerregioraad, beschikbare informatie delen (o.m. uit het eigen mobiliteitsplan) en constructief meewerken aan de uitvoering van concrete acties.
        • Elke gemeente mandateert één lid van het schepencollege als vertegenwoordiger binnen de Vervoerregio Aalst. Naast de gemeentelijke afvaardiging hebben Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), De Lijn en De Vlaamse Waterweg elk hun afgevaardigde in de raad.
        • De inhoudelijke en administratieve voorbereiding van de Vervoerregioraad Aalst zal gebeuren door een ‘ambtelijke vervoerregioraad’ zonder beslissingsbevoegdheid. Een vertegenwoordiger vanuit de administratie dient deze overlegmomenten bij te wonen.
        • In januari 2024 rondt de Lijn de invoering van het dossier basisbereikbaarheid af in de vervoerregio Aalst.

          Voor de gemeente Hamme zullen onderstaande zaken wijzigen:

          Fase 1 (vanaf juli 2023):

          • Herschikking noordelijke bediening tussen Herdersem en Aalst: De lijnen 91 en 92 bedienen niet langer het Wijngaardveld maar worden verlegd naar de Bredestraat.

          Fase 2 (vanaf januari 2024):

          • Verbinding Aalst – Lebbeke – Dendermonde – Hamme – Sint-Niklaas – KN/FN: Deze lijnenbundel wordt herschikt tot één reguliere lijn en twee functionele lijn. De lijn met reguliere bediening krijgt een 30’ frequentie. De frequentie verdubbelt ten opzichte van vandaag. De verbinding over Moerzeke zal in Basisbereikbaarheid enkel functioneel bediend worden. Binnen het vervoer op maat wordt een shutlle voorzien tussen Hamme en Moerzeke, ter compensatie. De bediening van Hamme markt valt weg op de reguliere lijn en wordt overgenomen door de lijn van Hamme naar Temse. De bediening van Hamme Zwaarveld valt eveneens weg. Tussen Aalst en Herdersem neemt deze lijn de bediening van het stadsnet over. Dit traject krijgt een 15’ frequentie.
          • Nieuwe lijn – Hamme-Moerzeke-Kastel – VOM: Door herschikking van de lijnenbundel Aalst – Dendermonde – Hamme – Sint-Niklaas, valt de reguliere bediening in Moerzeke weg. Met de budgetten vervoer op maat wordt hier op weekdagen een vaste lijn ingelegd om dit op te vangen. In het weekend vangt de flexbus de bediening aan deze haltes op. De dienstregeling van deze lijn wordt afgestemd op de kernnetlijn Aalst – Dendermonde – Sint-Niklaas aan de halte Tweebruggenplein in Hamme.
          • Verbinding Wetteren – Kalken – Overmere – Zele – Waasmunster – Hamme – KN/FN (Verbinding van de Vervoerregio Waasland): Dit is een nieuwe verbinding, opgenomen in het kernnet op basis van intrinsiek potentieel. De reguliere verbinding Wetteren – Kalken – Overmere – Zele bestaat op vandaag. Het traject tussen Zele en Hamme, over Waasmunster is nieuw. De reden waarom deze verbinding over Waasmunster loopt is omdat de huidige infrastructuur onvoldoende is uitgebouwd voor busverkeer.
          • Verbinding Temse – Tielrode – Hamme – KN/FN (Verbinding van de Vervoerregio Waasland): Dit is een bestaande verbinding, opgenomen in het kernnet op basis van intrinsiek potentieel. Het traject beperkt tot Temse station. Vanuit Temse kan de reiziger overstappen op de lijn naar Kruibeke en Antwerpen die frequenter zal rijden. In Hamme kan de reiziger overstappen op de lijn naar Dendermonde en Aalst, komende vanuit Sint-Niklaas.

          HALTES EN HOPPINPUNTEN:

          Op vandaag telt Hamme 69 haltes. Hiervan worden er 42 behouden, worden geen haltes verplaatst en komen er 14 nieuwe haltes bij. Een overzicht van de cijfers en een opsomming van de haltes waarvoor actie nodig is van de gemeente te vinden in bijlage "Roadbook Basisbereikbaarheid versie Hamme" op pagina 9 en 10. Alle haltes zijn op digitale kaart te consulteren.

          In Hamme zijn 5 Hoppinpunten geselecteerd waarvan 2 lokaal en 3 buurt: Marktplein, Moerzeke Dorp, Moerzeke Kastel, Tweebruggenplein en Zogge Centrum. Om een prioriteitenlijst op te maken, kan een Hoppinpunt vanuit verschillende perspectieven bekeken worden. Enerzijds is er de oefening op basis van netwerklogica en anderzijds de oefening prioritering haltes op basis van huidig gebruik. Beiden geven een verschillende prioritering. Hoppinpunten waarvoor reeds een unieke verantwoordingsnota werd opgemaakt, staan hoog aangeschreven. Voor de verdere prioritering stellen we voor te starten met volgende Hoppinpunten: Hamme Tweebruggenplein en Hamme Marktplein.

          BIJKOMENDE MAATREGELEN:

          • Uitwijkstrook met halte Damputstraat: Zoals besproken op 20/09/2022, is een voorbehouden parkeerplaats voor de lijnbussen noodzakelijk in de Damputstraat t.h.v. het administratief centrum van het OCMW. Hiermee wordt de overlast opgelost die meermaals aangekaart werd door de gemeente en kunnen we de bussen van de nieuwe lijn 37 opvangen (zie pagina 13 'Roadbook Basisbereikbaarheid versie Hamme').
          • Doorstroming: In het algemene roadbook voor de gehele vervoerregio Aalst tonen we het belang aan van een goede doorstroming voor het openbaar vervoer. Er werden 7 corridors geselecteerd op routes van het kernnet die prioritaire aandacht verdienen. 1 corridor is geënt op het grondgebied Hamme, namelijk corridor AAL5b die integraal samenvalt met het traject van lijn 91 (Sint-Niklaas – Hamme – Dendermonde – Aalst) (zie pagina 14 'Roadbook Basisbereikbaarheid versie Hamme').

        BESLUIT:

        Neemt akte van de toelichting ter zitting door schepen van mobiliteit K. Mettepenningen, namens het college.

      • Handgift archief Karel De Cock - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, 14° lid over het definitief aanvaarden van schenkingen en het aanvaarden van legaten.
        • Het principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen op 19 september 2023.

        OVERWEGINGEN:

        De gemeente werd via e-mail op de hoogte gebracht van de handgift door de gemeentelijke archivaris. Onderaan vindt u een relaas van de feiten:

        • In mei 2023 verspreidde de archivaris een oproep om nieuwe vrijwilligers aan te werven voor het herverpakken, schonen en inventariseren van het historisch archief. Dit archief, zowel van de gemeente Hamme als van Moerzeke (voor de fusie), zat namelijk verspreid in een aantal houten kisten zonder enig overzicht. Deze oproep resulteerde in een nieuw vrijwilligersteam bestaande uit vier personen die de komende maanden het archief per tijdvak en per deelgemeente (Hamme of Moerzeke) zullen ordenen, herverpakken en beschrijven.
        • Eén van de nieuwe vrijwilligers is Hilde De Cock, dochter van voormalig OCMW-secretaris Karel De Cock (jaren 1950 tot 1981). Haar vader was enorm gepassioneerd door de geschiedenis van de gemeente Hamme en verzamelde in de loop der jaren een collectie archiefstukken met betrekking tot de gemeente Hamme bij elkaar. Toen hij onverwacht overleed in 1981 erfde zij een aantal dozen met historisch archief van hem.  
        • De archivaris bracht een bezoek aan Hilde om het archief in grote lijnen te bekijken. Gezien de historische waarde van de stukken (start vanaf de 17de eeuw), lijkt het logisch om het archief aan de gemeente te schenken en mee op te nemen in het project historisch archief. Op die manier kan het naar de toekomst toe een impuls bieden aan het lokaal-historisch onderzoek.
        • Een schenking kan simpelweg gebeuren via een verklaring van handgift die goedgekeurd dient te worden door de Gemeenteraad. Daarin verklaart de schenker (Hilde De Cock) uitdrukkelijk dat het om een (kosteloze) schenking gaat waarbij ze de eigendomsrechten aan de gemeente overdraagt.
        • Eens de schenking voltooid is, kan de archivaris samen met het vrijwilligersteam de stukken ordenen, herverpakken en beschrijven. Na afloop van het project historisch archief, zal het archief ook aan het brede publiek ontsloten worden via een inventaris. Naar de toekomst toe kunnen de belangrijkste stukken eventueel, in samenwerking met Dijk92, gedigitaliseerd en tentoongesteld worden om het lokaal-historisch onderzoek te stimuleren.

        De gemeente voorziet de benodigde schenkingsovereenkomst.

        BESLUIT:

        Enig artikel

        Het gemeentebestuur aanvaardt de schenking van historisch archief m.b.t. de gemeente Hamme door Hilde De Cock (dochter voormalig OCMW-secretaris Karel De Cock).

    • Extra

      • Opvolgingsvraag i.v.m. de knijtenplaag

        BESLUIT:

        De gemeenteraad

        In openbare zitting vergaderd,

        Het betreft vragen aan de agenda geplaatst door raadslid Guy Bogaert-De Clercq, Open VLD:

        'Opvolgingsvraag i.v.m. de 'knijtenplaag':

        Op 11 oktober 2023 zou er een overleg geweest zijn met meerdere gemeenten en De Vlaamse Waterweg aangaande de problematiek rond de knijtenplaag.

        Indien deze heeft plaats gehad: Wat heeft dit overleg opgeleverd qua concrete afspraken, en specifiek naar Hamme / Moerzeke / Kastel toe?

        Indien deze niet heeft plaats gehad: Om welke redenen dan?'



        Voor de toelichting en bespreking ter zitting door raadslid G. Bogaert-De Clercq, het antwoord van burgemeester wnd. A. Verschelden: zie de audio-opname.

      • Herbestemmingsplannen voor de kerken van Hamme

        BESLUIT:

        De gemeenteraad

        In openbare zitting vergaderd,

        Het betreft een vraag aan de agenda geplaatst door raadslid Agnes Onghena, Groen:

        'Stand van zaken van de herbestemmingsplannen voor de kerken van Hamme en de financiële implicaties daarvan voor de gemeente.'



        Voor de toelichting en bespreking ter zitting door raadslid A. Onghena, het antwoord van schepen L. De Mey: zie de audio-opname.

 

De heer raadsvoorzitter verklaart de zitting gesloten.


NB: Volgende stukken werden ter beschikking gesteld van de raadsleden:

  • Farys – bericht deelnemers n.a.v. RVB 14 september 2023
  • Intergem – goedgekeurde notulen bijzondere algemene vergadering 28 augustus 2023
  • 20230920 1752 Goedgekeurde notulen RvB 2023-06-22
  • Intergem – goedgekeurde notulen RBC Noord 2023-06-22
  • Intergem – goedgekeurde notulen RBC Zuid 2023-06-22

Namens gemeenteraad,

André Reuse
algemeen directeur

Jan Laceur
raadsvoorzitter