De heer raadsvoorzitter opent de zitting.
BESLUIT:
Keurt het proces-verbaal van 13 september 2023 met algemene instemming goed.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Keurt goed de deontologische code gemeenteraad.
Artikel 2: Het besluit van de gemeenteraad van 24 juni 1998, Deontologische code van de gemeentelijke mandatarissen inzake dienstverlening aan de bevolking, wordt opgeheven.
Artikel 1
§1. De deontologische code, die het geheel van beginselen en gedragsregels bevat, is van toepassing op de lokale mandatarissen van de gemeente.
Hieronder worden begrepen:
§2. Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.
§3. Lokale mandatarissen die namens de gemeente andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun mandaat als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
§4. Indien een mandaat namens de gemeente wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.
§5. Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun mandaat.
§7. De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.
§8. De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten diensten van alle burgers zonder onderscheid
Artikel 2
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, verenigingen, instellingen en ondernemingen, geven de lokale mandatarissen dan ook principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.
Artikel 3
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
Artikel 4
Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
Artikel 5
Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
Artikel 6
Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het decreet lokaal bestuur genoemde functies niet uitoefenen.
Artikel 7
Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het decreet lokaal bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.
Artikel 8
Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.
Artikel 9
Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft.
Artikel 10
De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.
Artikel 11
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
Artikel 12
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan (artikel 245 Strafwetboek).
Artikel 13
Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
Artikel 14
Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.
Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke bestemming.
Artikel 15
De gemeenteraad kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.
Artikel 16
Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
Artikel 17
§1. Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.
§2. Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenverwerving inhouden.
Artikel 18
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
Artikel 19
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad of het fractievoorzittersoverleg. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.
Artikel 20
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
Artikel 21
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Artikel 22
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
Artikel 23
De gemeenteraad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.
Artikel 24
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Artikel 25
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Artikel 26
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).
Artikel 27
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
Artikel 28
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Artikel 29
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.
Artikel 30
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.
Artikel 31
Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.
Artikel 32
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Artikel 33
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
Artikel 34
De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Artikel 35 - bevoegdheid
§1. De gemeenteraad stelt hiertoe een deontologische commissie in die waakt over de naleving van deze deontologische code. De commissie is concreet bevoegd voor:
Artikel 36 - samenstelling
§1. Het aantal leden van deze deontologische commissies bedraagt 1 lid per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad die optreedt als voorzitter van de deontologische commissie.
Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissies.
§2. Elke fractie wijst de hen toegewezen mandaten in de commissies toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Indien de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan één lid afgevaardigd door de fractie, beslist de raad wie zal zetelen.
§3. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger van een effectief lid voor een welbepaalde fractie wordt voorgedragen door diezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook iemand van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
§4. Gaat het om een mogelijke schending van de deontologische code door de voorzitter van de commissie, of is de voorzitter belet of afwezig, dan wordt de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur. Bij een mogelijke schending door de voorzitter zelf vindt de vervanging plaats gedurende de hele procedure daarover. Bij belet of afwezigheid duurt de vervanging zolang de voorzitter belet of afwezig is.
§5. Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van één van de commissies, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.
§6. De algemeen directeur of een door hem aangeduid personeelslid treedt op als secretaris van de commissies.
Artikel 37 - agenda en bijeenroeping
De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.
De commissie vergadert minstens één keer per jaar en wanneer nodig inzake artikel 38 §3 van deze code. De voorzitter is gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden. De commissie kan slechts geldig vergaderen wanneer 2/3 van de leden aanwezig zijn. Indien dit na een eerste oproeping niet haalbaar blijkt, kan de commissie vergaderen, na een 2de oproep, onafhankelijk van het aantal aanwezigen.
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en wordt tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking gesteld van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossiers gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt voor de gemeenteraadscommissies, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.
De vergaderingen van de deontologische commissies zijn niet openbaar.
De leden van de commissies werken volgens volgende principes:
Artikel 38 - fasen inzake toezien op naleving deontologische code
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
Artikel 39
Minimaal één keer per bestuursperiode evalueren de fractievoorzitters tijdens het fractievoorzittersoverleg deze deontologische code. Ze bekijken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt. Het fractievoorzittersoverleg brengt hierover verslag uit aan de gemeenteraad.
Artikel 40
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Artikel 41
§1. De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.
§2. De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.
Artikel 42
Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.
Artikel 43
De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
Artikel 44
Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.
Artikel 45
De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.
Artikel 46
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
Artikel 47
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.
Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.
Artikel 48
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.
Artikel 49
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.
Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
Artikel 50
De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.
Artikel 51
De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Enig artikel: de deontologische commissie gemeenteraad wordt als volgt samengesteld:
REGELGEVING:
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de buitengewone algemene vergadering Farys ov van 15 december 2023 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:
Artikel 2: De raad draagt de aangeduide vertegenwoordiger dhr. Jan De Graef, schepen, en plaatsvervanger mevr. Ann Verschelden, schepen, op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van Farys ov vastgesteld op 15 december 2023, te onderschrijven en hun stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.
Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal gestuurd worden:
REGELGEVING:
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Intergem d.d. 14 december 2023:
Artikel 2: Zijn goedkeuring te hechten aan het voorstel van partiële splitsing interger (Fluvius Midden-Vlaanderen) - Sibelgas (Fluvius Halle-Vilvoorde) door overneming inzake de overgang van lntergem (Fluvius Midden-Vlaanderen) naar Sibelgas (Fluvius Halle-Vilvoorde) van alle activiteiten verbonden aan de gemeente Affligem. De buitengewone algemene vergadering van lntergem wordt verzocht de uittreding van de gemeente Affligem voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare verlichting, openbare
elektronische-communicatienetwerken en Strategische Participaties (Elia, Publi-T en Publigas) te willen aanvaarden. Ingevolge deze uittreding zal het deelnemersregister en de bijlage 1 bis van lntergem met ingang van 1 januari 2025 hiermee in overeenstemming worden gebracht.
Artikel 3: De betrokken opdrachthoudende verenigingen te verzoeken om de nodige bestuurlijke en vennootschapsrechtelijke acties te ondernemen om uitvoering te kunnen geven aan bovenstaande beslissingen van deze gemeenteraad.
Artikel 4: De vertegenwoordiger van de gemeente, de heer Herman Vijt (plaatsvervanger mevrouw Fatima Gökce) die zal deelnemen aan de buitengewone algemene
vergadering van de opdrachthoudende vereniging lntergem op 14 december 2023 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen 1 tot en met 3 van onderhavige gemeenteraadsbeslissing.
Artikel 5: Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging lntergem, ter attentie van het secretariaat, (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
REGELGEVING:
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB), meer bepaald:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de buitengewone algemene vergadering TMVS dv van 12 december 2023 om 14u30, en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: De heer Jan Rosschaert wordt aangeduid als effectief vertegenwoordiger van de gemeente Hamme voor de algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding nv.
Artikel 2: Mevrouw Ann Verschelden wordt aangeduid als plaatsvervanger van de gemeente Hamme voor de algemene vergadering van aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding nv.
Artikel 3: De agendapunten van de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding nv op 13 november 2023 worden goedgekeurd en gesteund.
Artikel 4: De vertegenwoordiger van de gemeente is gemandateerd om de agendapunten van de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding op 13 november 2023 goed te keuren.
Artikel 5: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van deze beslissing.
Artikel 6: Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de Gemeentelijke Holding nv.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg.
Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar parkeren toegelaten is en waar het regelmatig gebruik van de parkeerautomaten of een ander systeem van betalend parkeren verplicht is.
Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.
Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten.
Artikel 2: De retributie wordt als volgt vastgesteld :
Voor het parkeren van alle gebruikers van een motorvoertuig:
Voor een tijd van 15 minuten kan gratis geparkeerd worden. De bestuurder dient hiervoor een ticket af te halen aan de automaat volgens de instructies hierop vermeld.
De tarieven zijn van toepassing van maandag tot en met vrijdag van 9-18 uur, op zaterdag van 9-17 uur, met uitzondering van wettelijke feestdagen waarop geen retributie wordt aangerekend. Op zondagen wordt ook geen retributie aangerekend.
De gebruiker heeft steeds ook mogelijkheid om voor het volgende forfaitair stelsel te kiezen:
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van hetzij het ticket dat de parkeerautomaat afprint na de betaling van bovenvermelde retributie, hetzij elk ander bewijs dat aan de retributie werd voldaan.
Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis.
Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 29 juli 1991.
Artikel 3: De retributie is verschuldigd door de gebruiker van het voertuig. Indien de gebruiker niet gekend is, is de retributie verschuldigd door de titularis van de nummerplaat van het voertuig.
De retributie is verschuldigd zodra het voertuig geparkeerd is, en is betaalbaar hetzij door het insteken in het apparaat van muntstukken of bepaalde magneetkaarten hetzij door elke andere vorm van betaling die voor de betrokken zone van toepassing is, hetzij door overschrijving; deze laatste mogelijkheid wordt enkel aangeboden als de gebruiker opteert voor de toepassing van het forfaitair tarief.
Artikel 4:
Parkeerkaart zorgverstrekkers:
Een afwijking op de retributie wordt toegekend aan zorgverstrekkers. Door het plaatsen van de parkeerschijf in combinatie met de parkeerkaart voor zorgverstrekkers wordt hen, tijdens de diensturen, een gratis parkeertijd van 1 uur toegestaan in de betalende parkeerzones. De parkeerkaart en de parkeerschijf dienen zichtbaar aangebracht achter de voorruit, of als er geen voorruit is, aan de voorzijde van het voertuig. De parkeerkaart geldt niet voor de parkeerplaatsen bestemd voor kortparkeren.
Tot de zorgverstrekkers behoren: huisartsen (dokters algemene geneeskunde) en thuisverpleegkundigen.
De parkeerkaart moet aangevraagd worden bij de parkeerfirma-concessiehouder en vergezeld zijn van de volgende bewijsstukken:
De parkeerkaart voor zorgverstrekkers is gratis en voor 1 jaar geldig.
Parkeerkaart bewoners:
Een afwijking op het retributiereglement wordt toegekend aan bewoners die in het bezit zijn van een (digitale) parkeerkaart bewoners.
Enkel bewoners met een hoofdverblijfplaats in de straten die ressorteren onder de betalende of de blauwe zone of bewoners met een hoofdverblijfplaats in straten en pleinen ingesloten tussen deze betalende of blauwe zones en waar geen parkeerplaatsen zijn, komen in aanmerking voor de uitreiking van een bewonerskaart. Per domicilieadres worden er meerdere bewonerskaarten toegestaan. De eerste bewonerskaart voor een gegeven domicilieadres is gratis. Vanaf de tweede bewonerskaart op eenzelfde adres bedraagt de kostprijs 75 euro per jaar per bewonerskaart. De retributie wordt vooraf betaald en het bedrag is ondeelbaar.
Een bewonerskaart is steeds gekoppeld aan één kentekenplaat. De bewonerskaarten worden aangevraagd en louter digitaal uitgereikt via de concessiehouder die door de gemeente belast is met de exploitatie van het parkeerbeheer. De bewonerskaart kan verkregen worden voor één of twee jaar en kan na het aflopen van die termijn, indien gewenst, vernieuwd worden.
De parkeerkaarten zijn enkel geldig in de blauwe parkeerzones, niet in de betalende en de zones bestemd voor kortparkeren, en geven het voertuig gekoppeld aan de kaart het recht kosteloos en zonder tijdsbeperking aldaar te parkeren.
De parkeerkaarten van bewoners gedomicilieerd in een betalende zone geeft in deze betalende zone recht op parkeren aan halve prijs doch niet langer dan toegelaten volgens het geldende reglement.
De parkeerkaarten kunnen aangevraagd worden zowel door bewoners die gedomicilieerd zijn in een blauwe zone als door bewoners die gedomicilieerd zijn in een betalende zone als bewoners die in een (deel van een) straat wonen waar geen parkeerplaatsen zijn maar die wordt ingesloten door de blauwe en/of betalende zone gelet op de geldende modaliteiten.
Voor een handelaarsplaat (Z-plaat) of taxinummerplaat kan geen bewonerskaart aangevraagd worden.
De bewonerskaart moet aangevraagd worden bij het parkeerbedrijf-concessiehouder en vergezeld zijn van de volgende bewijsstukken:
Deze retributie is verschuldigd door de titularis van de bewonerskaart.
Artikel 5: Een afwijking van de retributie is van toepassing op die parkeerplaatsen bestemd voor kortparkeren. Deze zijn aangeduid met een markering en een verkeersbord “30 minuten”. Er mag maximum 30 minuten gratis geparkeerd worden zonder parkeerschijf en bewonerskaart.
Artikel 6: De gebruiker van een motorvoertuig die het ticket van de parkeerautomaat of elk ander bewijs van betaling, bekomen na betaling van de in artikel 2 bedoelde retributie niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig plaatst, wordt steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief.
Artikel 7: De controle en de inning dient te gebeuren overeenkomstig het bedingen van de concessie van openbare dienst.
In ieder geval echter wordt, indien bij controle wordt vastgesteld dat de retributie verschuldigd is, een uitnodiging om de retributie te betalen op de voorruit van het voertuig aangebracht.
Artikel 8: Aanmaningen en invorderingen met betrekking tot onbetaald gebleven retributies gebeuren overeenkomstig de wijze en de tarieven zoals hierna bepaald .
De retributie die niet betaald wordt volgens de richtlijnen vermeld staande op de retributieheffing ( afgeleverd door de parkeerwachter op de wagen, of toegestuurd per post ) volgt de minnelijke aanmaningsprocedure ( hetzij B2B, hetzij B2C ), met administratieve kosten ten laste van de wanbetaler:
De gevorderde verwijlintresten worden gerekend vanaf de ingebrekestelling op de nog te betalen som tegen de referentie-intrestvoet vermeerderd met acht procentpunten bedoeld in art 5, lid 2 van de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betaalachterstand bij handelstransacties . ( zie ook : Art XIX.4, 1° WER) .
Artikel 9: De voormelde retributie geldt vanaf de start van de concessie van openbare dienst op de controle op gedepenaliseerd parkeren en de inning van de parkeervergoedingen.
Artikel 10: Het reglement van 26 januari 2022 betreffende de retributie op het betalend parkeren wordt opgeheven.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen, op de openbare weg of op het openbaar domein, waar een blauwe zone of een zone voor tijdsgelimiteerd parkeren is voorzien.
Aan de retributie op het parkeren in een blauwe zone en op plaatsen voor tijdsgelimiteerd parkeren wordt onderworpen:
Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.
Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten.
Artikel 2: De retributie wordt als volgt vastgesteld:
Het parkeren is gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden en mits het plaatsen van een parkeerschijf.
Het parkeren geeft aanleiding tot een ondeelbaar forfaitair bedrag van € 25 per dag:
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1.12.1975.
Zijn niet onderworpen aan de retributie:
Artikel 3: De retributie is verschuldigd door de gebruiker van het voertuig. Indien de gebruiker niet gekend is, is de retributie verschuldigd door de titularis van de nummerplaat van het voertuig.
De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden.
Artikel 4: Een afwijking op het retributiereglement wordt toegekend aan bewoners die in het bezit zijn van een (digitale) parkeerkaart bewoners.
Enkel bewoners met een hoofdverblijfplaats in de straten die ressorteren onder de betalende of de blauwe zone of bewoners met een hoofdverblijfplaats in straten en pleinen ingesloten tussen deze betalende of blauwe zones en waar geen parkeerplaatsen zijn, komen in aanmerking voor de uitreiking van een bewonerskaart. Per domicilieadres worden er meerdere bewonerskaarten toegestaan. De eerste bewonerskaart voor een gegeven domicilieadres is gratis. Vanaf de tweede bewonerskaart op eenzelfde adres bedraagt de kostprijs 75 euro per jaar per bewonerskaart. De retributie wordt vooraf betaald en het bedrag is ondeelbaar.
Een bewonerskaart is steeds gekoppeld aan één kentekenplaat. De bewonerskaarten worden aangevraagd en louter digitaal uitgereikt via de concessiehouder die door de gemeente belast is met de exploitatie van het parkeerbeheer. De bewonerskaart kan verkregen worden voor één of twee jaar en kan na het aflopen van die termijn, indien gewenst, vernieuwd worden.
De parkeerkaarten zijn enkel geldig in de blauwe parkeerzones, niet in de betalende en de zones bestemd voor kortparkeren, en geven het voertuig gekoppeld aan de kaart het recht kosteloos en zonder tijdsbeperking aldaar te parkeren.
De parkeerkaarten van bewoners gedomicilieerd in een betalende zone geeft in deze betalende zone recht op parkeren aan halve prijs doch niet langer dan toegelaten volgens het geldende reglement.
De parkeerkaarten kunnen aangevraagd worden zowel door bewoners die gedomicilieerd zijn in een blauwe zone als door bewoners die gedomicilieerd zijn in een betalende zone als bewoners die in een (deel van een) straat wonen waar geen parkeerplaatsen zijn maar die wordt ingesloten door de blauwe en/of betalende zone gelet op de geldende modaliteiten.
Voor een handelaarsplaat (Z-plaat) of taxinummerplaat kan geen bewonerskaart aangevraagd worden.
De bewonerskaart moet aangevraagd worden bij het parkeerbedrijf-concessiehouder en vergezeld zijn van de volgende bewijsstukken:
Deze retributie is verschuldigd door de titularis van de bewonerskaart.
Artikel 5: De controle en de inning dient te gebeuren overeenkomstig het bedingen van de concessie van openbare dienst.
In ieder geval echter wordt, indien bij controle wordt vastgesteld dat de retributie verschuldigd is, een uitnodiging om de retributie te betalen op de voorruit van het voertuig aangebracht.
Artikel 6: Aanmaningen en invorderingen met betrekking tot onbetaald gebleven retributies gebeuren overeenkomstig de wijze en de tarieven zoals hierna bepaald .
De retributie die niet betaald wordt volgens de richtlijnen vermeld staande op de retributieheffing ( afgeleverd door de parkeerwachter op de wagen, of toegestuurd per post ) volgt de minnelijke aanmaningsprocedure ( hetzij B2B, hetzij B2C ), met administratieve kosten ten laste van de wanbetaler:
De gevorderde verwijlintresten worden gerekend vanaf de ingebrekestelling op de nog te betalen som tegen de referentie-intrestvoet vermeerderd met acht procentpunten bedoeld in art 5, lid 2 van de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betaalachterstand bij handelstransacties. ( zie ook: Art XIX.4, 1° WER).
Artikel 7: De voormelde retributie geldt vanaf de start van de concessie van openbare dienst op de controle op gedepenaliseerd parkeren en de inning van de parkeervergoedingen.
Artikel 8: Het reglement van 26 januari 2022 betreffende de retributie op het parkeren in een blauwe zone wordt opgeheven.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt een retributie geheven voor de innings- en aanmaningskosten van openstaande fiscale en niet-fiscale ontvangsten.
Artikel 2: De inningsprocedure verloopt als volgt, behalve voor het retributiereglement op het parkeren in blauwe zone en het kortparkeren en de retributie op het betalend parkeren:
Artikel 3: De retributie (vanaf de tweede en tevens laatste waarschuwing) wordt vastgesteld op een vast bedrag voor port- en administratiekosten ten bedrage van 15,00 euro.
Artikel 4: Bij gedeeltelijke betaling zullen eerst de volgens onderhavig retributiereglement aangerekende kosten (port- en administratiekosten) aangezuiverd worden, en vervolgens de openstaande ontvangst (in hoofdsom).
Artikel 5: De invordering van de retributie zal gebeuren – samen met de hoofdsom – bij dwangbevel voor de niet-betwiste niet-fiscale ontvangsten, en overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure voor betwiste niet-fiscale ontvangsten.
Artikel 6: Het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 betreffende het retributiereglement voor de innings-en aanmaningskosten van openstaande niet fiscale ontvangsten, wordt opgeheven.
Artikel 7: Een afschrift van dit reglement over te maken aan de financieel directeur en alle administratieve afdelingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1:
Lokaal bestuur Hamme biedt de mogelijkheid tot fietsleasing aan. Deze fietspolicy is van toepassing voor werknemers binnen het Lokaal bestuur Hamme (nl. het gemeentebestuur en het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn), hierna genoemd de werkgever.
De werkgever heeft binnen zijn onderneming een fietsleasing geïmplementeerd, waarbij een werknemer een fietslease kan verkrijgen. Door deze fietsleasing aan te bieden zet de werkgever in op het fysieke en psychisch welzijn van zijn werknemers. In deze fietspolicy zijn alle praktische modaliteiten van de fietsleasing voorzien.
De werknemer die kiest voor een leasefiets, verklaart zich uitdrukkelijk akkoord om de bepalingen van de fietspolicy strikt na te leven. De werkgever behoudt zich het recht om de voorwaarden en de keuzemogelijkheden eenzijdig te wijzigen (behoudens de jaarlijkse leaseprijs), in functie van bijvoorbeeld een aanpassing van het personeelsbeleid of de wijziging van de fiscale en/of sociale wetgeving die substantiële impact zou hebben op de fietspolicy of de (para)fiscale behandeling van de leasefiets.
Deze fietspolicy is bedoeld om het beheer en het gebruik van de ter beschikking gestelde leasefiets optimaal te laten verlopen.
De toetreding tot de fietsleasing gebeurt volledig op vrijwillige basis. Elke werknemer die in aanmerking komt én voldoet aan de hieronder vermelde voorwaarden, kan steeds vrij en autonoom beslissen om al dan niet in te stappen in de fietsleasing.
Zoals hierboven reeds vermeld is deze fietspolicy van toepassing op alle werknemers van Lokaal bestuur Hamme (gemeentebestuur en OCMW). Gemeentelijk onderwijspersoneel, leden van het schepencollege en gemeenteraadsleden komen wettelijk gezien niet in aanmerking voor de fietsleasing. Alsook vrijwilligers, stagiaires, sportmonitoren, jobstudenten … komen niet in aanmerking voor de fietsleasing. Voorwaarden om te kunnen instappen:
3.1. ALGEMEEN
De werknemer creëert een keuzebudget dat kan worden aangewend voor het verwerven van een leasefiets in het kader van de fietsleasing, door tussen de werkgever en werknemer overeengekomen tijdelijke stopzetting van het recht op (een deel van) de eindejaarspremie, hierna genoemd de inruil van eindejaarspremie. De werkgever stelt een leasefiets ter beschikking aan de werknemer op voorwaarde dat deze voldoende budget heeft gecreëerd door inruil van eindejaarspremie. Werknemers die interesse hebben voor een fietsleasing kunnen via een simulatietool berekenen welk budget ze voorhanden hebben om een fiets te leasen. Toegang tot deze tool kan verkregen worden na aanvraag bij de personeelsdienst.
De inruil van eindejaarspremie is van toepassing voor de duur van de terbeschikkingstelling van de leasefiets (nl. 36 maanden). De inruil van eindejaarspremie en de keuze voor een leasefiets worden vastgelegd in een schriftelijke bijlage bij de arbeidsovereenkomst (contractuelen) of via een akkoordverklaring (statutairen). De werknemer aanvaardt dat zijn/haar gemaakte keuzes in het kader van de fietsleasing geen verworven rechten doen ontstaan. De fietsleasing is geen verworven recht en kan stopgezet of vervangen worden door een andere formule door de werkgever.
De werkgever behoudt zich het recht voor om te allen tijde de terbeschikkingstelling van de leasefiets eenzijdig stop te zetten, in welk geval de inruil van eindejaarspremie die werd overeengekomen met het oog op het creëren van het vereiste keuzebudget, evenzeer zal worden stopgezet.
Een leasefiets kan niet in veelvoud worden gekozen: de werknemer kan slechts aanspraak maken op één leasefiets gelijk in het kader van de fietsleasing.
Er wordt één instapmoment voorzien in december.
3.2. VOORWAARDEN BIJ DE CREATIE VAN HET KEUZEBUDGET
De werknemer is vrij om deel te nemen aan de fietsleasing, in de mate dat de wettelijke en/of reglementair opgelegde beperkingen steeds worden gerespecteerd. Voorwaarden om een keuzebudget te kunnen creëren:
De volgende werknemers dienen op voorhand toestemming te verkrijgen van de algemeen directeur in te stappen in de fietsleasing:
3.3. VERWERKING EN GEVOLGEN VAN HET KEUZEBUDGET OP DE EINDEJAARSPREMIE
De inruil van eindejaarspremie gaat in op 1 januari van het jaar na ondertekening van de bijlage, en is van toepassing gedurende een periode gelijk aan de leasetermijn (nl. 36 maanden), behoudens afwijkende bepalingen in deze fietspolicy.
Het eventuele saldo van de eindejaarspremie waarop de werknemer recht blijft hebben, wordt uitbetaald op de gebruikelijke wijze.
Bij een terbeschikkingstelling van een leasefiets wijzigt de eindejaarspremie van de werknemer. Dit heeft, of kan gevolgen hebben op alle onderstaande componenten die worden berekend op basis van de eindejaarspremie:
3.4. VERMINDERING VAN DE ARBEIDSDUUR OF SCHORSING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST
Indien de inruil van eindejaarspremie niet volstaat voor de financiering van de leasefiets, ten gevolge van een vermindering van de arbeidsduur, een langdurige schorsing van de arbeidsovereenkomst of enige andere omstandigheid, heeft de werknemer de keuze tussen volgende opties:
De werknemer moet zijn keuze bevestigen door het ondertekenen van een schriftelijke bijlage, waarin de eventuele modaliteiten van de keuze worden uiteengezet. Bij gebrek aan dergelijke bijlage, zal de werknemer geacht worden te hebben gekozen voor de onmiddellijke verbreking met betaling van de verbrekingsvergoeding. In voorkomend geval is de werknemer dus gehouden de leasefiets onmiddellijk terug in te leveren.
3.5. EINDE VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST
Indien de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt, wordt de deelname van de werknemer aan de fietsleasing automatisch beëindigd.
De werknemer heeft de plicht de leasefiets, incl. opties en accessoires ofwel over te kopen van de fietsleasepartner tegen de overnameprijs (overeenkomstig artikel 7.2 Vroegtijdig einde leasetermijn van deze policy), ofwel in correcte staat terug te bezorgen aan de fietsleasepartner mits de betaling van een verbrekingsvergoeding (overeenkomstig artikel 7.2 Vroegtijdig einde leasetermijn en 7.3 Staat van de fiets bij terugname door de fietsleasepartner bij het beëindigen van de terbeschikkingstelling) bij het einde van de arbeidsovereenkomst.
3.6. PERSOONLIJKE BIJDRAGE
De werknemer is vrij een eenmalige persoonlijke bijdrage te doen rechtstreeks aan de fietsleasepartner indien de inruil van de eindejaarspremie ontoereikend is voor de leasing van de gewenste fiets.
Deze persoonlijke bijdrage betreft een nettobijdrage en heeft dusdanig geen fiscaal voordeel voor de werknemer. Bij het vroegtijdig beëindigen of bij het einde van de leasetermijn wordt deze persoonlijke bijdrage nooit in vermindering gebracht bij de berekening van de restwaarde van de catalogusprijs wanneer de werknemer de fiets wenst over te nemen (overeenkomstig artikel 7.2 Vroegtijdig einde leasetermijn).
4.1. FIETS
De werknemer kan bij alle aangesloten fietshandelaars van de fietsleasepartner o2o, terecht om een bestelling te plaatsen en heeft een vrije keuze van fiets: model, merk, kleur, maat en handelaar binnen de mogelijkheden van o2o.
De werknemer dient rekening te houden met volgende voorwaarden bij de keuze van de fiets:
Elektrische step, Airwheel, Segway en andere vervoersmiddelen waarbij er geen trapondersteuning noodzakelijk is door de gebruiker, worden niet toegestaan.
4.2. OPTIES EN ACCESSOIRES
De werknemer heeft een vrije keuze van opties en accessoires gerelateerd aan de fiets, zolang deze op de fiets kunnen bevestigd worden en mee vervoerd worden.
Volgende zaken zijn hierdoor bijvoorbeeld uitgesloten (niet-limitatief) en kunnen dus niet mee opgenomen worden binnen de fietsleasing: alle vormen van kledij en schoenen, een fietsrek voor op de wagen,…
Een helm kan ook steeds gekozen worden. Opgelet! Het dragen van een goedgekeurde fietshelm is verplicht bij het besturen van een speed pedelec of snelle elektrische fiets (tot 45km/h). Deze helm dient de volgende norm EC1078 (= EN 1078) te hebben. De norm wordt in de helm zelf aangegeven met een CE-markering.
De keuze van de werknemer voor een loonpakket met leasefiets zal worden vastgelegd in een schriftelijke bijlage bij de arbeidsovereenkomst voor contractuelen of via een akkoordverklaring voor statutairen. Na ondertekening van deze bijlage kan de gekozen fiets besteld worden.
Van zodra de leasefiets is besteld, gaat de werknemer een bindend engagement aan voor de duur van de terbeschikkingstelling van de fiets (nl. 36 maanden), tenzij de werknemer beslist om de fiets vroegtijdig over te nemen. Conform de huidige wetgeving zal er geen voordeel alle aard aangerekend worden wanneer de fiets op regelmatige basis wordt aangewend voor woon-werkverkeer, noch voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing, noch voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen.
De werkgever heeft te allen tijde het recht om na te gaan of de werknemer de leasefiets effectief gebruikt voor het woon-werkverkeer. Indien de leasefiets nooit of slechts sporadisch (bv. Een aantal keer per jaar) gebruikt wordt voor woon-werkverkeer, dient deze als een sociaal en belastbaar voordeel te worden beschouwd. Dit voordeel van alle aard wordt bepaald op basis van de werkelijke waarde in hoofde van de werknemer.
De werkgever volgt steeds de actuele wetgeving rond de bepaling van het voordeel alle aard. Mocht de wetgeving hierrond dus ooit veranderen, dan zal deze steeds toegepast worden. Indien deze wijziging een loonverlies voor de werknemer tot gevolg heeft, zal de werkgever dit verlies nooit voor eigen rekening nemen, noch zal de werknemer hiervoor op enige manier worden gecompenseerd.
De werknemer mag de leasefiets voor beroepsdoeleinden, voor woon-werkverkeer en voor zuivere privé-verplaatsingen gebruiken.
De werknemer mag inwonende gezinsleden en collega’s van de werkgever toestaan om met de leasefiets te rijden. Een speed pedelec of snelle elektrische fiets (tot 45km/h) mag enkel gebruikt worden wanneer de bestuur in het bezit is van een geldig rijbewijs (minimum AM rijbewijs). De gebruiker moet ook altijd in het bezit zijn van de boorddocumenten. Meer info over ‘Wat te doen bij het verlies van speed pedelec documenten’ vind je in de Servicefiche Speed pedelec services.
Indien de werknemer de leasefiets wenst te gebruiken buiten de grenzen van de Europese Unie, dient deze hiervoor toestemming te krijgen van de fietsleasepartner o2o.
5.2. NALEVING VAN DE WEGCODE
De werknemer verbindt zich ertoe de leasefiets te gebruiken conform de Wegcode. Bekeuringen voor overtredingen van de Wegcode, administratieve sancties en andere kosten ingevolge van onwettelijk of onveilig rijgedrag zijn de verantwoordelijkheid van en uitsluitend ten laste van de werknemer. Hij/zij moet deze binnen de vereiste termijn betalen.
Indien de bekeuring niet betaald wordt, verklaart de werknemer zich er mee akkoord dat de werkgever het recht heeft om de bekeuring en eventuele administratieve kosten die zij desgevallend voor rekening van de werknemer betaalde, terug te vorderen op het loon van de werknemer als voorschot op het loon, overeenkomst artikel 23 van de loonbeschermingswet.
5.3. GEBRUIK MET ZORG EN ALS EEN VOORZICHTIG EN REDELIJK PERSOON
De ter beschikking gestelde leasefiets blijft eigendom van de fietsleasepartner o2o gedurende de hele contractduur en zolang de fiets niet is overgekocht. De leasefiets staat ter beschikking van de werknemer, in opdracht van de werkgever, gedurende de leasetermijn (nl. 36 maanden).
De werknemer verbindt zich ertoe om de leasefiets met zorg en als een voorzichtig en redelijk persoon te gebruiken en te onderhouden. Dit houdt onder meer in dat:
Bij beschadiging of ongeval is de werknemer aansprakelijk voor alle daaruit voortvloeiende eigen schade of schade aan derden. De werkgever raadt de werknemer aan hiervoor een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.
Bij zware inbreuken op de policy of de verkeersregels kunnen de fietsleasepartner en/of de werkgever discretionair beslissen om de terbeschikkingstelling van de leasefiets te schorsen of te beëindigen. In voorkomend geval zal de werknemer de contractuele verbrekingsvergoeding moeten betalen overeenkomstig artikel 7.2. van deze fietspolicy.
De keuze van de leasetermijn wordt vastgelegd in de schriftelijke bijlage bij de arbeidsovereenkomst of via de akkoordverklaring voor statutairen en bedraagt doorgaans 36 maanden. Hiervan kan enkel in uitzonderlijke omstandigheden, overeenkomstig deze fietspolicy, worden afgeweken. Deze duur gaat in vanaf de dag van de levering van de leasefiets.
Het tijdstip en de locatie van de levering van de leasefiets wordt afgesproken tussen de fietshandelaar en de medewerker. In geen geval kan de fiets geleverd worden op een locatie van de werkgever. Haalt de medewerker de leasefiets niet af op de overeengekomen datum, dan wordt de overeengekomen datum toch als aanvangsdatum van het leasecontract beschouwd en wordt de lease en de terbeschikkingstelling gestart.
Bij de inontvangstneming van de leasefiets controleert de medewerker of alle accessoires die op de bestelbon vermeld staan, op de fiets aanwezig zijn. Als dit niet het geval is, mag de medewerker de fiets niet in ontvangst nemen en meldt deze dit onmiddellijk aan de leasepartner en aan de werkgever. Vanaf de leveringsdatum draagt de medewerker alle risico’s met de betrekking tot het bezit, het gebruik en de bewaring van de leasefiets tot op het ogenblik van de teruggave van de leasefiets.
7.1. EINDE OVEREENKOMST DOOR AFLOOP LEASETERMIJN
Normaliter neemt de fietsleasepartner bij het einde van de leasetermijn de fiets inclusief de gekozen opties en accessoires terug. De fietsleasepartner contracteert de werknemer voor de organisatie van het inleveren van de artikelen. De werknemer waakt erover dat de leasefiets zich in goede staat bevindt, overeenkomstig het hierna vermelde artikel 7.3.
Ingeval de werknemer de fiets incl. de gekozen opties en accessoires wenst over te nemen, kan dit onder volgende voorwaarden:
Meer informatie omtrent de voorwaarden en werking hieromtrent, zijn te vinden online via myo2o Biker.
7.2 VROEGTIJDIG EINDE LEASETERMIJN
De leasetermijn kan steeds vroegtijdig stopgezet worden. Hierbij heeft de werknemer de keuze tussen de fiets over te kopen dan wel in te leveren bij de fietsleasepartner. De voorwaarden in welk geval dit meerkosten voor de werknemer met zich meebrengt, kunnen terug gevonden worden in het hoofdstuk budget creatie (artikel 3).
Let op: de bepalingen met betrekking tot een vroegtijdig einde van de leasetermijn zijn reeds van toepassing vanaf de definitieve bestelling van de leasefiets, dus desgevallend voorafgaand aan de levering ervan.
De keuze van de werknemer om de fiets over te kopen dan wel terug te geven, dienst vast te liggen voor de laatste loonverwerking voor de betrokken werknemer.
A. Overnameprijs
De overnameprijs is samengesteld als som van:
1 Met uitzondering van overlijden van de medewerker en overmacht erkend door het CBS/VB
B. Verbrekingsvergoeding
De verbrekingsvergoeding die betaald wordt bij teruggave van de leasefiets wordt als volgt bepaald:
▪ Een forfaitaire verbrekingsvergoeding verschuldigd gelijk aan zesmaal (6x) het maandelijkse leasebedrag, ofwel de som van de resterende leasebedragen binnen de oorspronkelijk voorziene leasetermijn indien lager.
▪ Het te veel / te weinig opgenomen servicebudget (cf. het hierna vermelde artikel 8 in deze fietspolicy en indien van toepassing). Dit bedrag wordt bepaald als het verschil tussen het opgenomen servicebudget minus het servicebudget waarop de werknemer recht had, bepaald pro rata volgens de effectieve leasetermijn.
▪ Een administratie vergoeding van €121 incl. BTW.
▪Een forfaitaire verbrekingsvergoeding verschuldigd gelijk aan zesmaal (6x) het maandelijkse leasebedrag, ofwel de som van de resterende leasebedragen binnen de oorspronkelijk voorziene leasetermijn indien lager.
▪Het te veel / te weinig opgenomen servicebudget (cf. het hierna vermelde artikel 8 in deze fietspolicy en indien van toepassing). Dit bedrag wordt bepaald als het verschil tussen het opgenomen servicebudget minus het servicebudget waarop de werknemer recht had, bepaald pro rata volgens de effectieve leasetermijn.
▪Een administratie vergoeding van €121 incl. BTW.
7.3. STAAT VAN DE FIETS BIJ TERUGNAME DOOR DE FIETSLEASEPARTNER BIJ HET BEËNDIGEN VAN DE TERBESCHIKKINGSTELLING
De leasefiets, incl. slot en sleutels, opties en accessoires, dient op het afgesproken tijdstip op de afgesproken locatie aanwezig te zijn, in volgende staat:
Ingeval de fiets op het ogenblik van teruggave niet voldoet aan bovenvermelde afspraken, zullen de hieraan gerelateerde kosten ten laste van de werknemer zijn, met een maximum van de residuele waarde.
Meer informatie over einde van de leasetermijn, de vereisten in geval van teruggave en de voorwaarden indien de vereisten niet voldaan zijn, zijn online te vinden via myo2o Biker.
Bij de lease van een fiets zijn volgende diensten standaard geactiveerd:
Onderstaande diensten kunnen geactiveerd worden door de werknemer bij de plaatsing van de bestelling:
Meer informatie omtrent deze diensten, de algemene voorwaarden en eventuele verwijzingen aan de diensten kunnen steeds terug gevonden worden op myo2o Biker (www.o2o.be/bike-services/conditions).
Ingeval de werknemer tijdens het lopend leasecontract een nieuwe leasefiets bestelt, mag de werknemer de nieuwe leasefiets ten vroegste op de dag van het einde van het lopende leasecontract in ontvangst nemen. De werknemer meldt deze vroegst mogelijke datum van ontvangst aan de fietshandelaar bij het opvragen van een offerte.
Indien de werknemer de nieuwe leasefiets nog tijdens het lopende leasecontract in ontvangst neemt, wordt het lopende contract vroegtijdig beëindigd met als einddatum de datum van ontvangst van de nieuwe leasefiets. Voorwaarden van vroegtijdig einde contract zijn dan van toepassing overeenkomstig artikel 7.2. Vroegtijdig einde leasetermijn.
Indien één of meerdere bepalingen van deze fietspolicy ongeldig of niet toepasbaar zouden zijn, heeft dit niet de ongeldigheid of niet-toepasbaarheid van de gehele fietspolicy tot gevolg. In voorkomend geval zal te goeder trouw onderhandeld worden om de getroffen bepalingen te vervangen door andere, die de inhoud ervan zo veel mogelijk benaderen en zo goed mogelijk aansluiten bij de inhoud en doelstellingen van deze fietspolicy.
De werknemer verbindt zich ertoe alle bepalingen van deze fietspolicy stipt na te leven. Ingeval van enige schade voor de werkgever als gevolg van het niet-naleven van de bepalingen van onderhavig policy, wordt dit beschouwd als een zware fout in de zin van artikel 18 van Arbeidsovereenkomstenwet, waarvoor de werknemer aansprakelijk is.
De fietsleasing, en de voorliggende fietspolicy dat de praktische modaliteit hiervan bevat, treden in werking op 1 januari 2024. De werkgever behoudt zich het recht voor de fietsleasing – in het kader waarvan de werknemer een leasefiets kan verwerven – eenzijdig stop te zetten. In voorkomend geval zal de werknemer die over een leasefiets beschikt, deze kunnen behouden tot het einde van de voorziene leasetermijn. Na afloop zal evenwel geen nieuwe leasefiets meer kunnen worden verworven.
Artikel 2: Het reglement zal worden overhandigd aan alle personeelsleden van het gemeentebestuur met uitzondering van het onderwijspersoneel en als bijlage toegevoegd worden aan het arbeidsreglement.
Artikel 3: Het reglement gaat in vanaf 1 november 2023.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Het bestek met nr. 01-09-2023 en de raming voor de opdracht “Restauratie dak en zolder dekenij”, opgesteld door de ontwerper, Architectenbureau Van Severen bvba, Lodewijk Dosfelstraat 30 te 9200 Dendermonde worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 381.602,80 excl. btw of € 404.498,97 incl. 6% btw (€ 22.896,17 btw medecontractant).
Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3: Een subsidie zal aangevraagd worden bij de subsidiërende instantie Agentschap Onroerend Erfgoed, Lange Kievitstraat 111-113 bus 53 te 2018 Antwerpen.
Artikel 4: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Artikel 5: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 0790-00/2210700/BESTUUR/CBS/0/IP-001 (ACT-560).
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Het bestek met nr. GH 20161014 en de raming voor de opdracht “Restauratie gevels en dak gemeentehuis”, opgesteld door de ontwerper, Architectenbureau Van Severen bvba, Lodewijk Dosfelstraat 30 te 9200 Dendermonde worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 704.164,74 excl. btw of € 852.039,34 incl. 21% btw.
Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3: Een subsidie zal aangevraagd worden bij de subsidiërende instantie de Vlaamse Overheid.
Artikel 4: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Artikel 5: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023 en 2024, op budgetcode 0119-00/2210100/BESTUUR/CBS/0/IP-006 (ACT-525).
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
- Igor Hamme treedt reeds op als opdrachtnemer van De Thuisbouwer voor de realisatie van het Tasibel- project. In het licht van de verdere ontwikkeling van de Percelen, grenzend aan het Tasibel-project, wenst de gemeente dat de ontwikkeling van de Percelen aansluit bij de ontwikkeling van het Tasibel-project, zowel vanuit technisch oogpunt als vanuit visueel oogpunt. Op die manier kunnen bepaalde synergiën worden gecreëerd, wat niet op dezelfde wijze mogelijk zou zijn indien aan een andere partij dan Igor Hamme gebruiksrechten zouden worden verleend. In dat verband kan o.m. worden verwezen naar het arrest van de Raad van State van 30 januari 2015, waarin de Raad van State overwoog dat zelfs de visuele ontsluiting op zich dergelijke unieke positie kan verantwoorden: “Te dezen is de reden om alleen met L. D. te onderhandelen dat enkel zijn eigendom het “perspectief biedt op een visuele ontsluiting van het park”. Dat is volgens de eerste bestreden beslissing een unieke en uitzonderlijke situatie die niet bij een andere eigenaar aan te treffen is”.
- De gemeente is, net als De Thuisbouwer, actor bij het brownfieldconvenant “83.Hamme – Tasibel”, waarbij steeds werd vooropgesteld dat niet alleen de gronden in eigendom van De Thuisbouwer (en gelegen op de voormalige Tasibel-site), maar ook de gronden in eigendom van de gemeente Hamme (en gelegen op de site van de voormalige stelplaats van De Lijn) op duurzame wijze zouden worden herontwikkeld met het oog op de realisatie van een gemengd project met een evenwichtige invulling van de site. Door deze gronden thans mee op te nemen in het Tasibel-project wordt aan deze doelstelling zonder meer beantwoord.
- Binnen het kader van de Samenwerkingsovereenkomst dient door Igor Hamme openbaar domein te worden aangelegd, dat na oplevering aan de gemeente Hamme wordt overgedragen. Door gebruiksrechten te verlenen aan Igor Hamme op de Percelen, waarbij ook voor Igor HammHammeHamme de verplichting geldt om het openbaar domein aan te leggen in overeenstemming met het masterplan, wordt gewaarborgd dat het openbaar domein op de Percelen aansluit op het openbaar domein dat binnen het (oorspronkelijke) projectgebied van de Tasibel-site wordt aangelegd.
- De gemeente Hamme wenst uitdrukkelijk te vermijden dat de Percelen worden aangewend voor een op zichzelf staand project, dat niet zou aansluiten bij het Tasibel-project. Een op zichzelf staand project zou voor onnodige versnippering zorgen en is ook vanuit ruimtelijk oogpunt niet wenselijk (reden ook waarom de gemeente Hamme optreedt als actor bij het brownfieldconvenant). Bovendien zouden er dan meerdere afzonderlijke projecten naast elkaar bestaan, wat de gemeente niet vooropstelt noch wenselijk acht. Door de Percelen onderdeel te laten uitmaken van het Tasibel-project wordt vanuit ruimtelijk oogpunt één geheel gecreëerd, wat niet mogelijk zou zijn indien gebruiksrechten zouden worden toegekend aan een andere partij dan Igor Hamme.
- Tevens kunnen nog volgende bijkomende voordelen in het licht van het algemeen belang worden gecreëerd:
- een meest voordelig voorstel voor de waarde van de grondaandelen, omdat Igor Hamme andere schaalvoordelen kan genereren omdat zij de volledige Tasibel-site ontwikkelt (in vergelijking met een partij die een afzonderlijk, kleinschalig project zou realiseren), hetgeen overigens ook vanuit coördinatie en financieel standpunt interessant kan zijn;
- de bijzondere kennis en expertise van Igor Hamme, (in vergelijking met andere potentiële gegadigden) om het Tasibel-project (inzonderheid de visuele ontsluiting ten voordele voor de gemeente Hamme) te realiseren;
- het feit dat alles kan worden opgenomen in één omgevingsvergunningsaanvraag, met minder risico op procedures;
- de betrokken bouwwerkzaamheden kunnen gelijktijdig en gecoördineerd worden uitgevoerd door éénzelfde partij;
- de hinder naar de buurt toe kan aanzienlijk worden beperkt.
- In dit kader kan worden gesteld dat de waarde van de grondaandelen op marktconforme wijze is vastgesteld en bijgevolg kan worden aanvaard. Op die manier wordt de waarde van de grondaandelen geheel op transparante wijze bepaald en is een afzonderlijke (bijkomende) schattingsprocedure niet vereist (de waarde van de grondaandelen is namelijk het gevolg van een transparante bevragingsprocedure).
- Indien de opstallen niet zijn verkocht binnen voormelde termijn van drie (3) jaar, is Igor Hamme gehouden de grondaandelen rechtstreeks te kopen van de gemeente Hamme.
- Alle kosten, belastingen en heffingen die verbonden zijn aan de toekenning en uitoefening van het opstalrecht zijn ten laste van de opstalhouder.
- Igor Hamme is gehouden het opstalrecht uit te oefenen geheel in overeenstemming met de bepalingen van de Samenwerkingsovereenkomst voor wat betreft de realisatie van het Deel Residentieel.
De modaliteiten van het opstalrecht worden verder vastgelegd in een opstalovereenkomst tussen de gemeente Hamme en Igor Hamme. Tevens zullen verdere afspraken worden vastgelegd tussen de gemeente Hamme, De Thuisbouwer en Igor Hamme teneinde te waarborgen dat de ontwikkeling van het Deel Residentieel op de Percelen van de gemeente Hamme plaatsvindt in overeenstemming met de bepalingen van de Samenwerkingsovereenkomst.
BESLUIT:
Artikel 1: keurt principieel goed de toekenning van een opstalrecht aan Igor Hamme op het perceel, kadastraal gekend, Hamme, 2° afd. Sie B, 1200F3/deel, in het kader van de realisatie van het Tasibel-project, in het bijzonder de realisatie van het Deel Residentieel, met inbegrip van de aanleg van openbaar domein, zoals opgenomen in het plan gevoegd als Bijlage 1.
Artikel 2: keurt goed de berekeningswijze voor de vaststelling van de waarde van de grondaandelen, in overeenstemming met de modaliteiten bepaald in de Samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 3: beslist dat de modaliteiten van het opstalrecht nader zullen worden vastgelegd in een notariële opstalovereenkomst tussen de gemeente Hamme en Igor Hamme.
Artikel 4: beslist dat tevens verdere contractuele afspraken worden vastgelegd tussen de gemeente Hamme, De Thuisbouwer en Igor Hamme opdat de ontwikkeling op de Percelen van de gemeente Hamme plaatsvindt in overeenstemming met de bepalingen van de Samenwerkingsovereenkomst.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het voorliggende hemelwater- en droogteplan Hamme goed.
Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid en Aquafin.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het voorliggend lokaal klimaatadaptatieplan en bijhorende actieplan goed.
Artikel 2: De uitvoering van de maatregelen zelf wordt verdeeld volgens thema over de verschillende departementen/teams van het lokaal bestuur heen.
Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de Provincie Oost-Vlaanderen en aan studiebureau Sumaqua.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
In januari 2024 rondt de Lijn de invoering van het dossier basisbereikbaarheid af in de vervoerregio Aalst.
Voor de gemeente Hamme zullen onderstaande zaken wijzigen:
Fase 1 (vanaf juli 2023):
Fase 2 (vanaf januari 2024):
HALTES EN HOPPINPUNTEN:
Op vandaag telt Hamme 69 haltes. Hiervan worden er 42 behouden, worden geen haltes verplaatst en komen er 14 nieuwe haltes bij. Een overzicht van de cijfers en een opsomming van de haltes waarvoor actie nodig is van de gemeente te vinden in bijlage "Roadbook Basisbereikbaarheid versie Hamme" op pagina 9 en 10. Alle haltes zijn op digitale kaart te consulteren.
In Hamme zijn 5 Hoppinpunten geselecteerd waarvan 2 lokaal en 3 buurt: Marktplein, Moerzeke Dorp, Moerzeke Kastel, Tweebruggenplein en Zogge Centrum. Om een prioriteitenlijst op te maken, kan een Hoppinpunt vanuit verschillende perspectieven bekeken worden. Enerzijds is er de oefening op basis van netwerklogica en anderzijds de oefening prioritering haltes op basis van huidig gebruik. Beiden geven een verschillende prioritering. Hoppinpunten waarvoor reeds een unieke verantwoordingsnota werd opgemaakt, staan hoog aangeschreven. Voor de verdere prioritering stellen we voor te starten met volgende Hoppinpunten: Hamme Tweebruggenplein en Hamme Marktplein.
BIJKOMENDE MAATREGELEN:
BESLUIT:
Neemt akte van de toelichting ter zitting door schepen van mobiliteit K. Mettepenningen, namens het college.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
De gemeente werd via e-mail op de hoogte gebracht van de handgift door de gemeentelijke archivaris. Onderaan vindt u een relaas van de feiten:
De gemeente voorziet de benodigde schenkingsovereenkomst.
BESLUIT:
Enig artikel
Het gemeentebestuur aanvaardt de schenking van historisch archief m.b.t. de gemeente Hamme door Hilde De Cock (dochter voormalig OCMW-secretaris Karel De Cock).
BESLUIT:
De gemeenteraad
In openbare zitting vergaderd,
Het betreft vragen aan de agenda geplaatst door raadslid Guy Bogaert-De Clercq, Open VLD:
'Opvolgingsvraag i.v.m. de 'knijtenplaag':
Op 11 oktober 2023 zou er een overleg geweest zijn met meerdere gemeenten en De Vlaamse Waterweg aangaande de problematiek rond de knijtenplaag.
Indien deze heeft plaats gehad: Wat heeft dit overleg opgeleverd qua concrete afspraken, en specifiek naar Hamme / Moerzeke / Kastel toe?
Indien deze niet heeft plaats gehad: Om welke redenen dan?'
Voor de toelichting en bespreking ter zitting door raadslid G. Bogaert-De Clercq, het antwoord van burgemeester wnd. A. Verschelden: zie de audio-opname.
BESLUIT:
De gemeenteraad
In openbare zitting vergaderd,
Het betreft een vraag aan de agenda geplaatst door raadslid Agnes Onghena, Groen:
'Stand van zaken van de herbestemmingsplannen voor de kerken van Hamme en de financiële implicaties daarvan voor de gemeente.'
Voor de toelichting en bespreking ter zitting door raadslid A. Onghena, het antwoord van schepen L. De Mey: zie de audio-opname.
De heer raadsvoorzitter verklaart de zitting gesloten.
NB: Volgende stukken werden ter beschikking gesteld van de raadsleden:
Namens gemeenteraad,
André Reuse
algemeen directeur
Jan Laceur
raadsvoorzitter