Terug
Gepubliceerd op 22/01/2025

Notulen  gemeenteraad

wo 20/03/2024 - 20:00 raadzaal
Aanwezig: Jan Laceur, raadsvoorzitter
Ann Verschelden, burgemeester
Luk De Mey, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, Lotte Peeters, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Ignace Sertijn, Christel Vanhoyweghen, Frank Van Erum, Mustafa Tokgoz, Etienne De Prijcker, Jo Laureys, gemeenteraadsleden
André Reuse, algemeen directeur
Verontschuldigd: Mario Michils, gemeenteraadslid

De heer raadsvoorzitter Jan Laceur opent de zitting.

  • Openbaar

    • Normaal

      • Proces-verbaal van de vorige zitting - goedkeuring

        BESLUIT:

        Keurt het proces-verbaal van 28 februari 2024 met algemene instemming goed.

      • VZW Nationaal Park Scheldevallei - oprichtingsakte - aanduiden vertegenwoordiger - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017:
          • In het bijzonder artikel 40 en 41 met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad.
        • Het decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg van 7 juni 2023 (Parkendecreet).
        • Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor Vlaamse Parken van 14 juli 2023 (Parkenbesluit).
        • Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2023 tot erkenning van het Nationaal Park Vlaanderen ‘Scheldevallei’ conform artikel 7 van het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en de algemene landschapszorg.
        • De samenwerkingsovereenkomst betreffende het Nationaal Park Scheldevallei tussen de gemeente Hamme en de Vzw Regionaal Landschap Schelde-Durme zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 mei 2023.
        • Het collegebesluit van 5 maart 2024 betreffende de oprichtingsakte en de aanduiding van de vertegenwoordiging namens de gemeente Hamme.

        OVERWEGINGEN:

        • Vlaams Minister van Omgeving Zuhal Demir lanceerde op 19 april 2021 de oproep voor kandidaat Nationale Parken Vlaanderen en Landschapsparken. De Vlaamse overheid werkte, onder coördinatie van Natuur en Bos en de Vlaamse Landsmaatschappij, hiervoor een beleidskader uit samen met het Agentschap Onroerend Erfgoed, het Departement Omgeving en Toerisme Vlaanderen.
        • Op 16 maart 2021 besliste het college van burgemeester en schepenen de kandidatuur voor het Nationaal Park Scheldevallei principieel te steunen.
        • Op 12 januari 2022 werd Rivierpark Scheldevallei geselecteerd als kandidaat Nationaal Park door de Vlaamse Regering.
        • Op 24 mei 2023 keurde de gemeenteraad  de samenwerkingsovereenkomst betreffende het Nationaal Park Scheldevallei met het Regionaal Landschap Schelde-Durme, met in de schoot van haar werking de kandidatuur voor Nationaal Park Scheldevallei, Markt 1, 9230 Wetteren, ondernemingsnummer 0889.859.093, goed.
        • Op 13 oktober 2023 erkende de Vlaamse Regering de Scheldevallei als Nationaal Park.
        • In uitvoering van artikels 12 tot en met 14 van het Parkendecreet en de nadere voorwaarden zoals bepaald in het Parkenbesluit dient een erkend park uiterlijk zes maanden na de erkenning een parkbureau op te richten. Met de oprichting van de vzw Nationaal Park Scheldevallei wordt hieraan gevolg gegeven.
        • De opdracht van een parkbureau bestaat in het coördineren, afstemmen en initiëren van initiatieven en de werking in het gebied waarvoor het Vlaams Park erkend is en waarvan de coördinatie aan hem werd toevertrouwd, in overeenstemming met de doelstellingen, vermeld in artikel 3 en 4 van het Parkendecreet.
        • Artikel 8 van het Parkendecreet bepaalt hierbij dat een parkbureau en de uitvoering van het masterplan en de operationele plannen nooit afbreuk kunnen doen aan de gemeentelijke bevoegdheden, opdrachten of autonomie. Een parkbureau houdt bij het vervullen van zijn opdrachten rekening met het lokaal beleid, dat autonoom gevoerd wordt door de gemeenten op wier grondgebied het park gelegen is.
        • De gemeente wordt gevraagd het ontwerp van oprichtingsakte van de vzw Nationaal Park Scheldevallei goed te keuren en de gemeente aan te duiden als stichtend lid van de nieuwe vzw Nationaal Park Scheldevallei.
        • Tevens wordt de gemeente gevraagd een vertegenwoordiger van de gemeente in de Algemene Vergadering (A.V.) van de nieuwe vzw aan te duiden en een kandidaat bestuurder voor het Bestuursorgaan van de nieuwe vzw. Artikel 19.4 van de statuten voorziet voor de bestuurders van de gemeenten een benoeming rekening houdend met een rotatiesysteem zoals verder uitgewerkt in het intern reglement. De gemeenten die voor een periode geen bestuurder met stemrecht in het Bestuursorgaan hebben, duiden één vaste vertegenwoordiger aan. Deze vaste vertegenwoordiger, zij het schepen of burgemeester van gemeenten die door het rotatiesysteem op dat moment niet in het Bestuursorgaan zetelen, wordt ook uitgenodigd voor de vergaderingen van het Bestuursorgaan met raadgevende rol.
        • Tenslotte voorzien de statuten dat van de kandidaat-bestuurders voor het Bestuursorgaan op voordracht van de Gemeenten minstens de helft de bevoegdheid natuur, milieu of Nationaal Park in zijn of haar pakket van bevoegdheden heeft. Daarom werkt het ontwerp van intern reglement – goed te keuren door de Algemene Vergadering van de nieuwe vzw – een regeling uit voor het geval niet aan deze voorwaarde voldaan is.

        BESLUIT:

        Artikel 1: De gemeenteraad keurt de ontwerp oprichtingsakte van de vzw Nationaal Park Scheldevallei, zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit, goed en gaat akkoord met de aanduiding van de gemeente als stichtend lid van de nieuwe vzw Nationaal Park Scheldevallei.

        De gemeenteraad duidt burgemeester Ann Verschelden aan om de gemeente te vertegenwoordigen als stichtend lid van de nieuwe vzw Nationaal Park Scheldevallei en om de oprichtingsakte te ondertekenen.

        Artikel 2: De gemeenteraad duidt burgemeester Ann Verschelden aan als vertegenwoordiger van de gemeente in de Algemene Vergadering.

        Artikel 3: De gemeenteraad duidt schepen Jan De Graef aan als kandidaat bestuurder.

        Artikel 4: De gemeenteraad duidt schepen Jan De Graef aan als vaste vertegenwoordiger.

        Artikel 5: De gemeenteraad geeft machtiging aan het College van Burgemeester en Schepenen om de nodige uitvoeringsmaatregelen te nemen.

        Artikel 6: Over het toevoegen van de bevoegdheid wordt nog geen beslissing genomen.

         

         

      • Omgevingswerken herinrichting site Mirabrug - vaststellen voorwaarden en wijze van gunnen - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
        • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
        • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
        • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
        • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
        • De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van € 750.000,00 niet).
        • Het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
        • Het KB van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

        OVERWEGINGEN:

        • Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 5 maart 2024 principiële goedkeuring aan de opdracht “Heraanleg site Mirabrug” tegen een initieel geraamd bedrag van € 228.433,42 incl. btw, alsook aan de lastvoorwaarden voor de ontwerpopdracht.
        • De opmaak van het ontwerp voor deze opdracht werd gegund aan Stramien - studiebureau Irtas bvba, Gasmeterstraat 81 A te 9100 Sint-Niklaas.
        • In het kader van de opdracht “Heraanleg site Mirabrug” werd een bestek met nr. 20241188 opgesteld door de ontwerper, Irtas bvba, Gasmeterstraat 81 A te 9100 Sint-Niklaas.
        • De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 190.521,05 (€ 40.009,42 btw verlegd).
        • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

        BESLUIT:

        Artikel 1: Het bestek met nr. 20241188 en de raming voor de opdracht “Heraanleg site Mirabrug”, opgesteld door de ontwerper, Irtas bvba, Gasmeterstraat 81 A te 9100 Sint-Niklaas worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 190.521,05 (€ 40.009,42 btw verlegd).

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

        Artikel 3: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.

        Artikel 4: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2024, op budgetcode 0522-00/2203000/BESTUUR/CBS/0/IP-071 (ACT-1328).

      • Centraal Meldpunt - Jaarverslag 2023 - aktename

        REGELGEVING:

        Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald:

        • artikel 41, 15° met betrekking tot de bevoegdheid van het vaststellen van een systeem van klachtenbehandeling;
        • artikels 302 en 303 met betrekking tot het organiseren van een systeem van klachtenbehandeling en de voorwaarden waaraan dergelijk systeem moet voldoen.

        OVERWEGINGEN:

        • De besprekingen in het college van burgemeester en schepenen van 5 maart 2024.
        • Het klachtenmeldpunt van het lokaal bestuur ontving in 2023 308 meldingen. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de 285 meldingen uit 2022. 98 % van alle meldingen werd elektronisch overgemaakt. 14 % van de meldingen bereikte het lokaal bestuur via de verslagen van de vier erkende wijkraden. Twee meldingen zijn als klacht geregistreerd.

        BESLUIT:

        Enig artikel: Neemt akte van het jaarverslag 2023 van het Centraal Meldpunt.

      • Aanvraag tot samenvoeging van kerkfabriek Heilige Familie met kerkfabriek Sint-Pietersbanden te Hamme - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        • Het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
        • Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.
        • Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten.

        OVERWEGINGEN:

        • Het voorstel van het college van burgemeester en schepenen uitgebracht in zitting van 5 maart 2024 om de vraag positief te adviseren.
        • De adviesvraag van het Agentschap Binnenlands Bestuur aan de gemeenteraad over de aanvraag tot samenvoeging van de 2 parochies Heilige Familie met Sint-Pietersbanden.
        • De gemotiveerde vraag van Bisdom Gent aan het Agentschap hierover.
        • De aanvraag van het representatief orgaan (Bisdom) in overeenkomstig met artikel 37 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen. 
        • De parochie van de Heilige Familie in Hamme wordt opgeheven.
        • Het grondgebied van de opgeheven parochie wordt gevoegd bij de parochie Sint-Pietersbanden te Hamme. De naam van de parochie die door de samenvoeging ontstaat luidt Sint-Pietersbanden.

        BESLUIT:

        Brengt gunstig advies uit bij het Agentschap van Binnenlands Bestuur over de samenvoeging van de kerkfabriek Heilige Familie met kerkfabriek Sint-Pietersbanden te Hamme.

      • Buitengewoon onderhoud aan asfaltwegen Hamme 2024 - vaststellen voorwaarden en wijze van gunnen - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

         
        •  Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. 
        •  De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. 
        •  Het Bestuursdecreet van 7 december 2018. 
        •  Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht. 
        •  De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen. 
        •  De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van € 750.000,00 niet). 
        •  Het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen. 
        •  Het KB van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen. 

        OVERWEGINGEN:

        • Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 5 maart 2024 principiële goedkeuring aan de opdracht “Buitengewoon onderhoud aan asfaltwegen Hamme 2024” tegen een initieel geraamd bedrag van € 792.987,17 incl. btw, alsook aan de lastvoorwaarden voor de ontwerpopdracht. 
        • Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 4 juli 2023 de ontwerpopdracht voor deze opdracht toe te wijzen aan Van den Broeck Frankie, landschaps- en tuinarchitect, Nijverheidstraat 5 te 9220 Hamme. 
        • In het kader van de opdracht “Buitengewoon onderhoud aan asfaltwegen Hamme 2024” werd een bestek met nr. 20241187 opgesteld door de ontwerper, Van den Broeck Frankie, landschaps- en tuinarchitect, Nijverheidstraat 5 te 9220 Hamme. 
        • De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 659.320,30 incl. btw (€ 138.457,26 btw medecontractant). 
        • Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking. 
        • De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2024, op budgetcode 0200-00/2240000/BESTUUR/CBS/0/IP-001 (ACT-534). 

         

        Publieke stemming
        Aanwezig: Jan Laceur, Ann Verschelden, Luk De Mey, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, Lotte Peeters, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Ignace Sertijn, Christel Vanhoyweghen, Frank Van Erum, Mustafa Tokgoz, Etienne De Prijcker, Jo Laureys, André Reuse
        Voorstanders: Jan Laceur, Ann Verschelden, Luk De Mey, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, Lotte Peeters, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Ignace Sertijn, Christel Vanhoyweghen, Frank Van Erum, Mustafa Tokgoz, Etienne De Prijcker, Jo Laureys
        Onthouders: Agnes Onghena
        Resultaat: Met 25 stemmen voor, 1 onthouding

        BESLUIT:

        Artikel 1: Het bestek met nr. 20241187 en de raming voor de opdracht “Buitengewoon onderhoud aan asfaltwegen Hamme 2024”, opgesteld door de ontwerper, Van den Broeck Frankie, landschaps- en tuinarchitect, Nijverheidstraat 5 te 9220 Hamme worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 659.320,30 incl. btw (€ 138.457,26 btw medecontractant). 

        Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking. 

        Artikel 3: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau. 

        Artikel 4: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2024, op budgetcode 0200-00/2240000/BESTUUR/CBS/0/IP-001 (ACT-534). 

      • Overeenkomst nr. 24/027 inzake de mededeling van persoonsgegevens door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        • Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.
        • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald:
          • artikel 2 met betrekking tot de taken van een lokale overheid;
          • artikel 40§1 met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad.
        • Het belastingreglement van 20 december 2023 betreffende de algemene heffing op gezinnen.

        OVERWEGINGEN:

        • Wanneer een lokale overheid aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid vraagt om de lijst van de inwoners die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen te krijgen met het oog op de automatische toekenning van een belastingvermindering of een ander aanvullend voordeel, dan moet de lokale overheid een overeenkomst laten goedkeuren door de gemeenteraad.
        • De gevraagde persoonsgegevens worden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid slechts meegedeeld nadat ze een afschrift van de gemeenteraadsbeslissing hebben ontvangen waardoor wordt aangetoond dat de raadsleden op de hoogte werden gebracht.
        • Overeenkomst nr. 24/027 inzake de mededeling van persoonsgegevens door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aan de gemeente Hamme voor de automatische toekenning van aanvullende rechten, met toepassing van beraadslaging nr. 16/008 (meermaals gewijzigd) van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid, overeenkomstig artikel 11bis van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.

        BESLUIT:

        Tussen

        de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid,
        Willebroekkaai 38 te 1000 Brussel,
        vertegenwoordigd door de heer Frank Robben, administrateur-generaal,
        hierna “KSZ” genoemd,
        enerzijds

        en

        de gemeente Hamme
        Marktplein 1 te 9220 Hamme,
        vertegenwoordigd door mevrouw Ann Verschelden, burgemeester en André Reuse, algemeen directeur,
        hierna “gemeente” genoemd,
        anderzijds

        wordt overeengekomen hetgeen volgt.

        Artikel 1. VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST

        Deze overeenkomst beoogt de mededeling, door de KSZ aan de gemeente, van de identiteit van de inwoners die, omwille van hun socialezekerheidsstatuut (of dat van hun rechthebbenden), recht hebben op één of ander voordeel binnen of buiten de sociale zekerheid, uitsluitend met het oog op de automatische toekenning van aanvullende rechten of de verstrekking van inlichtingen dienaangaande, vastgesteld in het gemeentelijk reglement van 20 december 2023 of in een uitdrukkelijke verklaring dienaangaande.


        De betrokken partijen verbinden er zich uitdrukkelijk toe om alle bepalingen van beraadslaging nr. 16/008 van 2 februari 2016 (meermaals gewijzigd) van de kamer sociale zekerheid en gezondheid van het informatieveiligheidscomité na te leven. Deze overeenkomst kan in geen geval afbreuk doen aan de bepalingen van deze beraadslaging of aan de bepalingen van de regelgeving vermeld in artikel 8 van deze overeenkomst.

        De gemeente zal aan de KSZ de lijst van inwoners die potentieel in aanmerking komen voor de toekenning van een aanvullend recht of de verstrekking van inlichtingen dienaangaande en een kopie van het hogervermeld gemeentelijk reglement of de uitdrukkelijke verklaring dienaangaande overmaken. De betrokkenen worden geïdentificeerd aan de hand van hun identificatienummer van de sociale zekerheid. In het kader van de principes van finaliteit en proportionaliteit (minimale gegevensverwerking) is het van belang dat enkel de betrokken inwoners overgemaakt worden en dat er geen onderzoek gevoerd wordt naar de volledige populatie.


        De KSZ is verwerkingsverantwoordelijke voor de volgende verwerking: de KSZ zal de door de gemeente overgemaakte lijst met inwoners eerst vergelijken met de persoonsgegevens die tijdelijk opslagen worden in de “buffer”-gegevensbank. Dit is een persoonsgegevensbank die door de KSZ wordt beheerd en waarin de persoonsgegevens die nodig zijn voor de toekenning van aanvullende rechten of de verstrekking van inlichtingen dienaangaande en die afkomstig zijn van een authentieke bron die de verantwoordelijkheid over de gegevens behoudt, tijdelijk worden opgeslagen (tot ze vervangen worden door andere, recentere persoonsgegevens). Vervolgens zal de KSZ er de personen die recht hebben op een aanvullend recht of de verstrekking van inlichtingen dienaangaande, op aanduiden en ze ten slotte terug aan de gemeente overmaken.


        Enkel de sociale statuten en persoonsgegevens noodzakelijk voor de toekenning van de aanvullende rechten of de verstrekking van inlichtingen dienaangaande worden in de “buffer”-gegevensbank bewaard (de details van die persoonsgegevens zijn afhankelijk van de regelgeving met betrekking tot de toekenning van de aanvullende rechten en/of de verstrekking van inlichtingen dienaangaande). Het gaat enkel om de basispersoonsgegevens (zoals sociaal statuut, begindatum en einddatum, zonder enige interpretatie door de KSZ), die periodiek (per kwartaal of per maand) worden vervangen (het beginsel van juistheid). Deze buffer-gegevensbank is noodzakelijk voor het realiseren van de doeleinden van de verwerking waarvoor KSZ verantwoordelijk is.

        De aldus door de KSZ aan de gemeente overgemaakte persoonsgegevens mogen uitsluitend worden gebruikt voor het doeleinde vermeld in het eerste lid. Ze mogen slechts worden bewaard zolang dat noodzakelijk is voor het verwezenlijken van dat doeleinde en moeten daarna worden vernietigd. Ze mogen onder geen beding verder worden meegedeeld aan derden zonder beraadslaging van het informatieveiligheidscomité.

        Artikel 2. VERANTWOORDELIJKHEID VOOR DE MEDEDELING

        De KSZ kan nooit verantwoordelijk worden gesteld voor de eventuele onjuiste inhoud of de eventuele onjuiste verspreiding van de persoonsgegevens.

        De persoonsgegevens die door de bevoegde instellingen van sociale zekerheid worden meegedeeld aan de KSZ geven de toestand weer op het overeengekomen tijdstip.

        Artikel 3. UITWISSELINGSMETHODES

        Elke mededeling van persoonsgegevens tussen de betrokken partijen in het kader van deze overeenkomst gebeurt via filetransfer, zoals beschreven in de technische documentatie die meegedeeld wordt door de KSZ aan de gemeente.

        Artikel 4. VERANTWOORDELIJKE PERSONEN

        De gemeente zal aan de KSZ meedelen wie verantwoordelijk is voor, enerzijds, het overmaken van de identiteit van de inwoners die potentieel in aanmerking komen voor de toekenning van een aanvullend recht of de verstrekking van inlichtingen dienaangaande en, anderzijds, het ontvangen van de identiteit van de personen die recht hebben op de toekenning van een aanvullend recht of de verstrekking van inlichtingen dienaangaande vastgesteld in het gemeentelijk reglement van 20 december 2023 of in een uitdrukkelijke verklaring dienaangaande.

        Artikel 5. DUUR VAN DE OVEREENKOMST

        Deze overeenkomst geldt voor 2024. De duur van deze overeenkomst is maximaal vijf jaar en kan in geen geval de duur van het hogervermeld gemeentelijk reglement of de uitdrukkelijke verklaring dienaangaande overschrijden.

        Deze overeenkomst kan enkel worden gewijzigd bij een door de beide partijen ondertekend aanhangsel en kan na het eerste jaar door de beide partijen worden opgezegd door middel van een aangetekende brief en met eerbiediging van een opzegtermijn van drie maanden.

        Artikel 6. KOSTENREGELING
        De totale kostprijs voor de mededeling van de persoonsgegevens door de KSZ aan de gemeente komt overeen met de eenheidsprijs van een bericht die wordt berekend op basis van de naar behoren geïndexeerde gegevens van het jaar voorafgaand aan het jaar van het leveren van de dienst, vermenigvuldigd met het aantal dienstige inputberichten van de gemeente. De minimumbedragen kunnen op de website van de KSZ worden geraadpleegd op het volgende adres: https://www.ksz-bcss.fgov.be/nl/over-de-ksz/interne-organisatie/financiele-middelen. Er moet rekening worden gehouden met het feit dat de eenheidsprijs van een bericht pas halverwege april van het jaar waarin de dienst wordt verleend, wordt vastgelegd en dat er geen btw verschuldigd is.

        De KSZ zal de door de gemeente overgemaakte inwoners die potentieel in aanmerking komen voor de toekenning van een aanvullend recht of de verstrekking van inlichtingen dienaangaande zo snel mogelijk verwerken en de gemeente achteraf uitsluitend per e-mail een schuldvordering bezorgen met een toelichting over de berekening van het verschuldigde bedrag.

        De gemeente zal vooraf aan de KSZ haar operationele e-mailadres meedelen. De KSZ zal dit operationele e-mailadres gebruiken als enig communicatiemiddel voor het bezorgen van de schuldvordering aan de gemeente. De verwerking van de door de gemeente overgemaakte inwoners die potentieel in aanmerking komen voor een aanvullend recht of de verstrekking van inlichtingen dienaangaande kan in elk geval slechts aangevat worden na deze mededeling van het operationele e-mailadres door de gemeente aan de KSZ.

        Een beschrijving van de toepasselijke regels is beschikbaar op de website van de KSZ.
        De gemeente zal het bedrag storten op bankrekeningnummer 001-1950055-43 van de KSZ, uiterlijk binnen de zestig kalenderdagen te rekenen vanaf de ontvangst van de schuldvordering op het door haar aan de KSZ meegedeelde operationele e-mailadres. Bij laattijdige betaling is er van rechtswege en zonder voorafgaande ingebrekestelling een bedrag van 25 euro als forfaitaire schadevergoeding verschuldigd.

        Artikel 7. PLICHT TOT INKENNISSTELLING VAN DE RAADSLEDEN

        De burgemeester verbindt zich ertoe alle raadsleden in kennis te stellen van deze overeenkomst. De gemeente moet voorafgaandelijk aan de uitvoering van de werkzaamheden aan de KSZ een kopie bezorgen van het verslag van de vergadering tijdens dewelke de gemeenteraadsleden in kennis werden gesteld van deze overeenkomst.

        Artikel 8. TOEPASSELIJKE REGELGEVING EN BEVOEGDE RECHTBANK

        Bij de uitvoering van deze overeenkomst zijn de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de Europese “Algemene Verordening Gegevensbescherming” (de verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG) hun respectieve uitvoeringsbesluiten en elke andere regelgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen onverkort van toepassing.
        Op deze overeenkomst is uitsluitend het Belgisch recht van toepassing. In geval van geschil zijn uitsluitend de rechtbanken te Brussel bevoegd.

        Artikel 9. OPHEFFING VAN VROEGERE OVEREENKOMSTEN

        In voorkomend geval vervangt deze overeenkomst de bestaande overeenkomst gesloten tussen de gemeente en de KSZ met betrekking tot het voorwerp bedoeld in artikel 1.

        De bestaande overeenkomst wordt opgeheven met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

        Opgemaakt te Brussel in minstens zoveel exemplaren als er belanghebbende partijen zijn en waarvan elke partij erkent er minstens één te hebben ontvangen.

         

        voor de KSZ:                                                                                       voor de gemeente:
        F. ROBBEN                                                             A. REUSE                                            A. VERSCHELDEN
        administrateur-generaal                                          algemeen directeur                              burgemeester

      • Algemeen politiereglement Politiezone Hamme Waasmunster - goedkeuring aanpassingen - besluit

        REGELGEVING:

        • Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer [en van het gebruik van de openbare weg] (WEGCODE)
        • De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, in het bijzonder artikel 119 dat de bevoegdheid tot het vaststellen gemeentelijke politieverordeningen bij de gemeenteraad legt.
        • De wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, in het bijzonder artikel 30 met betrekking tot inbeslagname.
        • De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
        • Het decreet van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 40 dat de bevoegdheid tot het vaststellen van reglementen bij de gemeenteraad legt.
        • Het Algemeen Politiereglement van de Politiezone Hamme Waasmunster zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 14 september 2022.

        OVERWEGINGEN:

        • Er wordt een aanpassing aan het Algemeen Politiereglement Politiezone Hamme Waasmunster voorgesteld. Voor de gemeente Waasmunster staat ditzelfde dossier geagendeerd op de gemeenteraad in zitting van 28 maart 2024, om efficiënter te kunnen optreden tegen pyrotechnisch materiaal. In concreto gaat het om een toevoeging van twee alinea's aan artikel 9.

        • Huidig Artikel 9. §1: De gemeente kan voor uitzonderlijke gebeurtenissen vooraf de toestemming verlenen om op een beperkt aantal plaatsen en gedurende een beperkte periode vuurwerk af te steken, voetzoekers te laten ontploffen of carbuurkanonnen af te vuren. De gemeente bepaalt de voorwaarden voor het aanvragen en afleveren van die toestemming. Het is te allen tijde verboden wensballonnen op te laten.'

        • Voorstel van aanpassing: §1. Het zichtbaar bezit, het tonen, uitstallen, elke voorbereidende handeling voor het ontsteken of doen knallen van en het eigenlijke  ontsteken en doen knallen van pyrotechnische artikelen van welke aard ook in de openbare ruimte of in de nabijheid daarvan is verboden (b. v. vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen, feestgeschut, thunderflashes, knal- en rookbussen, ... ). De gemeente kan toelating geven om hiervan af te wijken. De gemeente bepaalt de voorwaarden voor het aanvragen en afleveren van die toestemming. Het is te allen tijde verboden wensballonnen op te laten.

          Het is verboden om ontploffend vuurwerk of meer dan de wettelijk toegelaten hoeveelheid feest- en seinvuurwerk bij te hebben zonder voorafgaande toelating van de burgemeester. Personen mogen nooit in het bezit zijn van pyrotechnische artikelen wanneer deze wettelijk niet aan hen verkocht mogen worden.

          Vuurwerk, carbuurkanonnen, feestgeschut, voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen, wensballonnen of andere voorwerpen die aangetroffen of gebruikt worden of kennelijk bedoeld zijn om gebruikt te worden in strijd met bovenvermelde bepalingen, worden in beslag genomen en vernietigd.

        • Het advies van de jeugdraad van 24 november 2023.
        • Het advies van de politieraad van 12 december 2023.
        • De bespreking in het college van burgemeester en schepenen van 12 maart 2024.

        BESLUIT:

        Artikel 1: Beslist artikel 9 §1 van het Algemeen Politiereglement Politiezone Hamme Waasmunster aan te passen als volgt: 

        Het zichtbaar bezit, het tonen, uitstallen, elke voorbereidende handeling voor het ontsteken of doen knallen van en het eigenlijke  ontsteken en doen knallen van pyrotechnische artikelen van welke aard ook in de openbare ruimte of in de nabijheid daarvan is verboden (b. v. vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen, feestgeschut, thunderflashes, knal- en rookbussen, ... ). De gemeente kan toelating geven om hiervan af te wijken. De gemeente bepaalt de voorwaarden voor het aanvragen en afleveren van die toestemming. Het is te allen tijde verboden wensballonnen op te laten.

        Het is verboden om ontploffend vuurwerk of meer dan de wettelijk toegelaten hoeveelheid feest- en seinvuurwerk bij te hebben zonder voorafgaande toelating van de burgemeester. Personen mogen nooit in het bezit zijn van pyrotechnische artikelen wanneer deze wettelijk niet aan hen verkocht mogen worden.

        Vuurwerk, carbuurkanonnen, feestgeschut, voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen, wensballonnen of andere voorwerpen die aangetroffen of gebruikt worden of kennelijk bedoeld zijn om gebruikt te worden in strijd met bovenvermelde bepalingen, worden in beslag genomen en vernietigd.

        Artikel 2: Dit reglement treedt in werking op 8 april 2024.

        Artikel 3: Neemt akte van de gecoördineerde versie van het reglement zoals hieronder beschreven.

        DEEL 1 – TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN

        Artikel 1

        §1. Dit reglement geldt met behoud van de toepassing van enige andere wetgeving.

        §2. Overtredingen van de bepalingen zoals die zijn beschreven:

        1. in dit reglement;
        2. in de burgemeestersbesluiten gegeven krachtens artikelen 133 tot en met 135 van de nieuwe gemeentewet voor zover het betreffende besluit de optie tot sanctionering expliciet vermeldt;
        3. in reglementen en verordeningen van de gemeenteraad, gegeven krachtens artikel 40§3 van het decreet over het lokaal bestuur voor zover het betreffende besluit de optie tot sanctionering expliciet vermeldt;
        4. in toegankelijkheidsregelingen van erkende natuurreservaten;

        vallen onder de toepassing van de gemeentelijke administratieve sancties, volgens de modaliteiten bepaald in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en volgens hoofdstuk 4 van dit reglement.

        §3. Het opleggen van een administratieve sanctie is onderworpen aan de procedurevoorschriften zoals voorzien in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        §4. Alle schriftelijke toestemmingen van het lokaal bestuur of andere instanties moeten op eenvoudig verzoek kunnen voorgelegd worden aan de politie en aan de aangestelde ambtenaar.

        §5. Voor alle artikelen in dit reglement, waarin geluidsnormen worden opgelegd, gelden de bepalingen uit VLAREM II, hoofdstukken 4.5, 5.32 en 6.7.

        DEEL 2 – ALGEMEEN POLITIEREGLEMENT POLITIEZONE HAMME/WAASMUNSTER

        HOOFDSTUK 1: DEFINITIES

        Artikel 1bis

        1. Gerucht, rumoer: Gezang, geroep, muziek of om het even welk lawaai dat zonder noodzaak wordt veroorzaakt of te wijten is aan een gebrek aan voorzorg.
        2. Overdag: Periode van 07.00u tot 19.00u.
        3. Avond: Periode van 19.00u tot 22.00u.
        4. Nacht: Periode van 22.00u tot 07.00u.
        5. Openbaar domein:
          1. De openbare weg: dat gedeelte van het gemeentelijk grondgebied bestemd voor het verkeer van personen en/of voertuigen en dat voor iedereen toegankelijk is binnen bij de wetten, besluiten en reglementen bepaalde perken, de verkeerswegen, met inbegrip van bermen, fietspaden, voetpaden, voetwegen en grachten;
          2. De plaatsen die ingericht zijn als aanhorigheden van de verkeerswegen en die onder meer bestemd zijn voor het stationeren van voertuigen, voor parken en plantsoenen en de plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek.
          3. Alle andere gedeelten van het gemeentelijk patrimonium die voor iedereen toegankelijk zijn binnen de bij wetten, decreten, besluiten en reglementen bepaalde perken.
          4. Muziek: Alle vormen van muziekemissie voortkomend van blijvende of tijdelijke geluidsbronnen.

        HOOFDSTUK 2: GAS-INBREUKEN

        1. Geluidsoverlast

        Artikel 2

        Elk gerucht of rumoer dat overdag, zonder noodzaak wordt veroorzaakt of te wijten is aan een gebrek aan voorzorg en dat van aard is de rust te verstoren, is verboden.
        Het bewijs van geluidsoverlast kan met alle mogelijke middelen geleverd worden.

        Artikel 3

        Wordt niet als hinderlijk aangezien, het geluid dat:

        1. Het gevolg is van werken aan het openbare domein of werken voor het aanleggen van openbare nutsvoorzieningen, uitgevoerd met machtiging of in opdracht van de bevoegde overheid en waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven of niet noodzakelijk lawaai te vermijden.
        2. Het gevolg is van werken of handelingen die bij hoogdringendheid en zonder verder uitstel dienen te geschieden ter bescherming van personen of eigendommen of ter voorkoming van rampen.
        3. Het gevolg is van werken uitgevoerd tussen 07.00u en 20.00u, behalve op zondagen en wettelijke feestdagen, waarvoor toelating werd verleend door de bevoegde overheid, of van noodzakelijke onderhoudswerken, en waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven of niet noodzakelijk lawaai te vermijden.
        4. Afkomstig is van een door het gemeentebestuur vergunde manifestatie, voor zover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd.
        5. Voortgebracht wordt door spelende kinderen.

        Artikel 4: Werkzaamheden en hanteren van goederen

        Iedereen die een beroep uitoefent of een handel exploiteert waarbij gebruik gemaakt wordt van toestellen die buitengewoon luidruchtig zijn en van aard om de rust van de omgeving te storen, kunnen verplicht worden die toestellen te gebruiken onder de door de burgemeester vastgestelde voorwaarden, die tot doel hebben de geruchten of het lawaai te beperken, zowel qua intensiteit als qua tijd.

        Artikel 5: Voortbrengen van geluid voor het maken van reclame en publiciteit

        Het aanwenden van fluiten, sirenes, bellen, muziek, geluidsverwekkende hulpmiddelen door handelsinrichtingen, bewegende verkoopsinrichtingen, venters of leurder, opkopers van oude of nieuwe voorwerpen en dienstverleners, met het doel de aandacht te vestigen op de verkoop van een product of het verlenen van een dienst is enkel geoorloofd overdag. Het gebruik is onderworpen aan een voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester of zijn afgevaardigde. Het gebruik van deze toestellen is steeds verboden op zon- en feestdagen. Hierop wordt een uitzondering gemaakt , zelfs op zon- en feestdagen, voor ijsventers tot 22.00u.

        Artikel 6: Voertuigen met luidsprekers

        Het gebruik van luidsprekers of een radio-installatie die met het oog op het maken van reclame of propaganda, aangebracht zijn op of in voertuigen is onderworpen aan een voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester of zijn afgevaardigde. In deze toelating kunnen bijzondere voorwaarden worden opgelegd.

        Artikel 7: Muziek

        §1. Voor alle muziekactiviteiten, ongeacht hun locatie, gelden de regels opgenomen in VLAREM II. Het college van burgemeester en schepenen kan geval per geval strengere normen en bijkomende voorwaarden opleggen.

        §2. Straatmuzikanten moeten geen voorafgaande machtiging bekomen hebben om op te treden, op voorwaarde dat:

        1. Hun optreden geen oorzaak is van of aanleiding kan geven tot verstoring van de openbare orde of rust
        2. Hun uitvoering of optreden geen verkeershinder veroorzaakt, noch de vrije doorgang van voetgangers op het trottoir belet.
        3. De omstanders niet worden lastig gevallen en hun uitvoering of optreden geen doelbewuste bedelarij is.
        4. De muziek  niet elektronisch versterkt is en niet storend voor de omgeving of voor andere aan gang zijnde en toegelaten evenementen.

        §3. Het is verboden muziek in voertuigen te produceren die hinderlijk hoorbaar is buiten het voertuig. Er wordt enkel een uitzondering toegestaan voor voertuigen voor reclame en publiciteit, zoals opgenomen in artikel 4 en 5 van dit reglement.

        Artikel 8: Werktuigen

        §1. Onverminderd artikel 3 is het gebruik van werktuigen aangedreven door ontploffingsmotoren of elektrische motoren verboden tussen 20.00u en 08.00u. Op zondagen en wettelijke feestdagen is het gebruik van dergelijke werktuigen volledig verboden, behalve voor grasmaaiers, waarvan het gebruik op zon- en feestdagen tussen 10.00u en 12.00u geoorloofd is.

        §2. De verbodsbepalingen in dit artikel zijn niet van toepassing op de normale exploitatie en bedrijfsuitoefening van alle ondernemingen die over de vereiste vergunningen beschikken.

        Artikel 9: Vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen, wensballonnen en vogelschrikkanonnen

        §1. Het zichtbaar bezit, het tonen, uitstallen, elke voorbereidende handeling voor het ontsteken of doen knallen van en het eigenlijke  ontsteken en doen knallen van pyrotechnische artikelen van welke aard ook in de openbare ruimte of in de nabijheid daarvan is verboden (b. v. vuurwerk, voetzoekers, carbuurkanonnen, feestgeschut, thunderflashes, knal- en rookbussen, ... ). De gemeente kan toelating geven om hiervan af te wijken. De gemeente bepaalt de voorwaarden voor het aanvragen en afleveren van die toestemming. Het is te allen tijde verboden wensballonnen op te laten.

        Het is verboden om ontploffend vuurwerk of meer dan de wettelijk toegelaten hoeveelheid feest- en seinvuurwerk bij te hebben zonder voorafgaande toelating van de burgemeester. Personen mogen nooit in het bezit zijn van pyrotechnische artikelen wanneer deze wettelijk niet aan hen verkocht mogen worden.

        Vuurwerk, carbuurkanonnen, feestgeschut, voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen, wensballonnen of andere voorwerpen die aangetroffen of gebruikt worden of kennelijk bedoeld zijn om gebruikt te worden in strijd met bovenvermelde bepalingen, worden in beslag genomen en vernietigd.

        §2. Het gebruik van al dan niet automatische vogelschrikkanonnen of gelijksoortige toestellen, met inbegrip van toestellen die, al dan niet elektronisch verstrekt het geluid laten horen van krijsende vogels, om vogels te verjagen ter bescherming van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt is enkel toegestaan mits voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester. De aanvraag moet gemotiveerd worden en moet de beoordeling van de mogelijke hinder van de installatie mogelijk maken. In de toelating kunnen bijzondere voorwaarden worden opgelegd.

        §3. De toelating kan worden geschorst of ingetrokken indien de toelatingsvoorwaarden niet worden nageleefd of het bestaan van overmatige hinder wordt vastgesteld.

        Artikel 10: Lawaai door dieren

        Dieren mogen geen abnormale hinder veroorzaken voor de omwonenden door aanhoudend geblaf, geschreeuw of gekrijs. Derhalve zijn de houders van dieren verplicht hun dieren op een degelijke wijze onderdak en verzorging te verlenen. De houders van de dieren waarvan het geluid de rust van de omwonenden stoort of als overdreven hinderlijk kan beschouwd worden, zijn strafbaar.

        2. Openbare veiligheid en vlotte doorgang

        2.1 Algemeen

        Artikel 11

        Het is verboden op het openbaar domein en op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn, een activiteit uit te oefenen die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang in het gedrang kan brengen.

        Artikel 12

        Het is verboden fietsen, bromfietsen en andere voertuigen te plaatsen voor de ingangen van private woningen.

        2.2 Manifestaties, optochten en samenscholingen op een openbare plaats

        Artikel 13

        Iedere manifestatie, optocht, meeting, voordracht en toespraak op een openbare plaats is onderworpen aan een toelating van de gemeente. De houders van deze toelating moeten zich schikken naar de voorwaarden opgenomen in dit toelatingsbesluit en de bevelen van de politie. Eenzelfde toelating is vereist voor meetings in huizen of lokalen gericht tot of hoorbaar door het publiek dat zich op de openbare weg bevindt. Deelname aan een manifestatie waarvoor geen toelating werd gegeven is strafbaar.

        Artikel 14

        §1. Het dragen van vermommingen is verboden gedurende iedere manifestatie.

        §2. Enkel tijdens jeugdwerkactiviteiten, de vieringen van carnaval of middels toelating van het college van burgemeester en schepenen naar aanleiding van specifieke festiviteiten is het toegelaten zich te maskeren of te vermommen.

        §3. Gemaskerde en vermomde personen zijn verplicht zich te identificeren en hun vermommingen te verwijderen op het eerste verzoek van de politie.

        Artikel 15

        Het is verboden:

        1. De noodseinen of andere tekens, door de politie en andere hulpdiensten gebruikt, na te bootsen.
        2. Voor burgers om kledij van burgerlijke of militaire overheid te dragen.

        2.3 Nummeren van gebouwen, plaatsen van verkeers- en straatnaamborden en leidingen van openbaar nut

        Artikel 16

        Het gemeentebestuur duidt de nummering van de gebouwen aan; enkel het door het gemeentebestuur aangeduide nummer mag door de bewoner of eigenaar worden aangebracht. Eigen nummering mag niet aangebracht worden. Wordt door de bewoner of eigenaar het aangeduide nummer niet aangebracht dan zal het gemeentebestuur zelf het nummer aanbrengen op kosten en risico van de betrokkene.

        Artikel 17

        De eigenaar en gebruiker van een gebouw moet op de gevel ervan, of afsluitingsmuren langsheen de openbare weg gelegen, de plaatsing door het gemeentebestuur dulden van straatnaamborden, verkeersborden, houders van leidingen van openbaar net en veiligheid of andere toestellen van openbaar belang. Hij zal er alle vereiste werken aan laten uitvoeren.

        Artikel 18

        De eigenaar of gebruiker van een gebouw moet, indien de afbraak of verandering ervan de verplaatsing nodig maakt van een toestel van openbaar nut, op voorhand de burgemeester en de eigenaar of exploitant ervan verwittigen.

        Artikel 19

        Het is verboden de straatnaamborden, huisnummers of elke andere aanduiding van openbaar belang te bedekken, weg te nemen, te veranderen of te beschadigen en de uithangborden en plakbrieven af te rukken, ze te bevuilen of onleesbaar te maken.

        2.4   Privaat gebruik van de openbare weg

        Artikel 20

        Elk privaat gebruik van de openbare weg is verboden zonder voorafgaande toelating van de bevoegde overheid.

        Artikel 21

        Het plaatsen van tafels, banken, stoelen, koopwaren of andere voorwerpen op de openbare weg is verboden, tenzij voorafgaande schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 22

        Terrassen en uitstallingen geplaatst zonder vergunning of in strijd met de bepalingen van de vergunning worden beschouwd als een wederrechtelijke inname van de openbare weg. Deze moeten op politiebevel onmiddellijk worden verwijderd. Indien aan het bevel geen gevolg wordt gegeven, zullen zij ambtshalve, op kosten en risico van hun eigenaar en/of gebruikers worden weggenomen.

        Artikel 23

        Het is verboden zonder machtiging van de beheerder van de weg en van het gemeentebestuur op privé-initiatief op of over de openbare weg, toestellen of andere verbindingen aan te brengen.

        Artikel 24

        De politie kan van rechtswege en op kosten van de overtreder alle private voorwerpen van de openbare weg verwijderen als ze de veiligheid bedreigen, de doorgang hinderen of zonder voorafgaande toelating werden aangebracht.

        2.5 Inname openbaar domein

        Artikel 25

        De inname van het openbaar domein voor het uitvoeren van werken op last van particulieren is in principe verboden. Het college van burgemeester en schepenen kan hiervoor wel een vergunning toestaan.

        Artikel 26

        Bij inname van het openbaar domein voor het uitvoeren van werken dienen de werken onmiddellijk na het plaatsen van schutsels, hekken of stellingen aangevangen te worden en zonder onderbreking voortgezet ten einde binnen de kortst mogelijke tijd voltooid te zijn. In geval van onderbreking van de werken zullen de afsluitingen weggenomen worden of op de lijnrichting herplaatst worden zodat zij het verkeer niet belemmeren.

        Artikel 27

        Het is verboden, hetzij van boven, hetzij van binnen, uit de huizen puin- of bouwstoffen op het openbaar domein, in de riool of in de waterlopen te werpen. Deze moeten met zorg beneden gelaten worden en zodanig tegen het gebouw of tegen het schutsel gelegd worden dat het verkeer niet belemmerd wordt. Voor het invallen van de duisternis zullen deze weggenomen worden. De voertuigen die de bouwmaterialen aanbrengen of aarde en steengruis weghalen moeten binnen de omheining van de eigendom rijden. Waar dit onmogelijk is, moeten zij langs het gebouw, maar nooit dwars over de openbare weg worden geplaatst.

        Artikel 28

        Afsluitingen, hekken, stellingen of containers op het openbaar domein moeten behoorlijk verlicht worden, van zonsondergang tot zonsopgang op kosten en verantwoordelijkheid van de plaatser.

        Artikel 29

        Onmiddellijk na de voltooiing van het grof werk en het onder dak brengen van de gebouwen langsheen de openbare weg moet de aannemer de afsluitingen, hekken of stellingen doen wegnemen en het gedeelte van de openbare weg, door de werk- en bergplaatsen ingenomen, helemaal zuiveren van bouwmaterialen, steengruis of vuilnis. Hij moet de weg voor het openbaar verkeer heropenen en in zijn vorige staat brengen op zijn kosten. Hetzelfde zal gebeuren in geval van onderbreking van de werken. Bouwmaterialen of puin die binnen de bepaalde tijd niet zijn weggehaald kunnen op politiebevel van ambtswege worden weggevoerd op kosten van de aannemer of de eigenaar.

        Artikel 30

        Het gemeentebestuur mag te allen tijde tijdens de duur van de werken nazicht uitoefenen en daartoe afgevaardigden aanstellen. De eigenaars, aannemers of hun aangestelde zullen bij dit nazicht hun medewerking moeten verlenen. Indien vastgesteld wordt dat er is afgeweken van de voorwaarden door dit reglement bepaald of in de toelating gesteld, indien het gebruikte materiaal van gelijk welke aard bestemd voor de opbouw of dienstig voor de herstellingen of anderzijds de vereiste hoedanigheid om waarborgen tegen ongevallen te bieden, niet bezit, zullen de werken onmiddellijk stop gezet worden. De verantwoordelijke van de gemeente zal daarvan verslag opmaken en voor uitspraak aan de burgemeester voorleggen.

        Artikel 31

        Wanneer er langs de openbare wegen grachten gelegen zijn die dienen overwelfd te worden, dan kan deze slechts overwelfd worden na machtiging van de bevoegde overheid.

        3. Veiligheid op de openbare weg

        Artikel 32: Verkeer van dieren

        §1. Het is verplicht de hond vanwaar men eigenaar is of waarover men de feitelijke bewaking heeft aan de leiband te houden aan het volledig openbaar domein, in bossen en natuurreservaten; met uitzondering van hulphonden en diensthonden en op hondenloopzones ingericht door het gemeentebestuur.

        §2. Het is verboden kwaadaardige of woeste dieren te laten rondlopen op gedeelten van niet afgesloten private eigendommen om de toegang van de woning te bereiken.

        Artikel 33: Plaatsen waar manifestaties en vertoningen plaats hebben

        Het maximum toegelaten personen moet, volgens de door de overheid voorgeschreven wijze, zichtbaar worden aangebracht aan de hoofdingang van het gebouw of van het evenement. De exploitant van het gebouw en de inrichter van de manifestatie zijn verplicht op de maximaal toegelaten personen controle te houden.

        Artikel 34: Verplichtingen van de burger in geval van brand

        §1. Brandmonden gelegen in een openbare plaats moeten steeds vrij blijven voor gebruik en gemakkelijk toegankelijk gehouden worden.

        §2. Personen die niet noodzakelijk zijn voor het bestrijden van brand of van andere gevaren moeten zich verwijderen op verzoek van de politie of de brandweer.

        Artikel 35: Bestrijden van sneeuw en ijs

        §1. Bij vriesweer is het verboden, om welke reden ook, water op de openbare weg te gieten of te laten vloeien.

        §2. Bij ijzel zijn de inwoners verplicht op het trottoir langsheen de woning of het pand zand, as, zaagsel of een andere slipwerende stof te strooien, zodat het veilig verkeer van de voetgangers verzekerd is.

        §3. Bij sneeuw zullen zij zo spoedig mogelijk het trottoir van sneeuw of ijs ontdoen. Bij overmacht wanneer uit oorzaak van hevige vorst de aangevroren sneeuw niet met gewone middelen te verwijderen is, zal voor de gladde trottoirs op dezelfde wijze gehandeld worden als bij ijzel.

        §4. De inwoners zorgen ervoor dat de weggeruimde sneeuw of het ijs, naar de uiterste rand van het voetpad of de stoep wordt gebracht, zodat er voor de voetgangers voldoende ruimte overblijft en er tevens voldoende openingen aanwezig zijn voor het afvloeien van het dooiwater. Er moet op gelet worden dat de brandkranen en rioolputten vrij blijven. Bij een te smal voetpad of stoep zal de sneeuw of ijs op de weg opgehoopt worden, zo dicht mogelijk bij de boordsteen van het voetpad of de stoep, maar op die wijze dat de greppels en rioolmonden vrij blijven.

        §5. Voor de openbare gebouwen berust de uitvoering van de verplichtingen vermeld onder §1 tot §4 van dit artikel bij de huisbewaarders of portiers en voor de huizen door verschillende gezinnen bewoond, dienen deze verplichtingen uitgevoerd door de bewoners van het gelijkvloers langs de straatzijde. Bij ontstentenis van bewoning op het gelijkvloers, dient de verplichting uitgevoerd te worden door de bewoners van de hoger gelegen verdieping. 

        Artikel 36: Snoeien van bomen en planten op eigendommen langs de openbare weg

        De gebruiker of de eigenaar van een onroerend goed is verplicht iedere boom of plant te snoeien zodat geen enkele tak ervan:

        1° Op minder dan 4.50m van de grond boven de rijbaan hangt.

        2° Op minder dan 2.50m van de grond boven de gelijkgrondse berm of boven het voetpad hangt.

        3° De stabiliteit van de installaties voor openbare verlichting in het gedrang brengt of het uitgestraalde licht ervan in belangrijke mate verhindert.

        4° Het normale uitzicht op de openbare weg belemmert in de nabijheid van bochten en kruispunten.

        5° De zichtbaarheid van verkeersborden in het gedrang brengt.

        4. Bevuiling en bevuiling door en geurhinder van dieren

        Artikel 37

        §1. De eigenaars, bezitters of bewakers van dieren zijn ertoe gehouden te voorkomen dat openbare plaatsen (met uitzondering van speciaal daartoe ingerichte plaatsen), huisdrempels of gevels bevuild worden door hun dieren.

        §2. De begeleider of eigenaar van het dier is verplicht de uitwerpselen of enige andere bevuiling door het dier, ook in de hondentoiletten, onmiddellijk te verwijderen en het bevuilde te reinigen. De uitwerpselen van honden mogen alleen worden gedeponeerd in de gemeentelijke afvalkorven of meegegeven worden met het restafval.

        §3. Visueel gehandicapten en andere mindervaliden die gebruik van een hond als begeleider vallen niet onder de toepassing van de vorige bepalingen.

        Artikel 38: Reinigen van de openbare weg

        §1. De hoofdbewoner, hoofdgebruiker of de bewoner van de benedenverdieping van ieder gebouw of ander onroerend goed moet instaan voor de reinheid van de aangelegde berm en het trottoir voor het eigendom dat hij bezit, gebruikt of bewoont. Bij ontstentenis van bewoning op het gelijkvloers, dient de verplichting uitgevoerd te worden door de bewoners van de hoger gelegen verdieping.  Deze dienen in zodanige staat te worden onderhouden dat het gebruik ervan door de voetgangers op geen enkele wijze gehinderd wordt, zelfs niet door onkruid of gewassen die op zijn grond staan. Voor leegstaande gebouwen en bij onbebouwde percelen rust deze verplichting op de eigenaar.

        §2. Het is verboden de aangelegde bermen en voetpaden te reinigen tussen 22.00u en 07.00u.

        §3. Iedereen die, op om het even welke wijze, de openbare weg heeft bevuild of laat bevuilen, zelfs onrechtstreeks, moet er voor zorgen dat deze onverwijld opnieuw proper gemaakt wordt. Onverminderd de bij dit reglement voorziene straffen kan het gemeentebestuur op kosten van de overtreder de voorwerpen doen weghalen die zouden neergelegd, geworpen of achtergelaten zijn op de openbare weg.

        Artikel 39: Afval en voorwerpen op het openbaar domein

        §1. Het is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester vuilnis en alle soorten afval te bewaren, te storten en/of achter te laten op het openbaar domein, behalve op de daartoe door de bevoegde overheid aangeduide plaatsen en wijze. Huisvuil mag pas de dag voor de afhaling vanaf 20.00u en tot de afhandeling zelf worden buiten gezet.

        §2. Het is verboden te urineren en uitwerpselen achter te laten op het openbaar domein of op publiek toegankelijke plaatsen, behalve in de daartoe ingerichte voorzieningen.

        §3. Alle overblijfselen en ingrediënten van het wassen of reinigen van voertuigen, zoals modder, vet, olie, aarde, zeep of andere schoonmaakproducten en detergenten moeten zorgvuldig van de openbare weg verwijderd worden.

        5. Overlast ten aanzien van de politie

        Artikel 40

        Het is verboden, behoudens in geval van gerechtvaardigde reden, de bevelen of richtlijnen van een politieambtenaar, gegeven in het kader van het handhaven of herstel van de openbare rust, veiligheid, gezondheid, zindelijkheid of gegeven in het kader van de bestrijding of voorkoming van overlast, niet na te leven.

        6. Diverse bepalingen

        Artikel  41: Woonwagens

        Zij die in woonwagens verblijven mogen slechts de tijd, nodig voor de doortocht op het grondgebied van de gemeente verblijven met een maximum van 12 uur, tenzij de burgemeester hiervoor een afwijking toelaat.

        Artikel 42: Verhuizingen

        Geen verhuizing mag plaats hebben tussen 22.00u en 07.00u tenzij bij dringende noodzakelijkheid en wanneer de lokale politie hiervan vooraf in kennis werd gesteld

        Artikel 43: Schadelijke middelen

        §1. Het is verboden schadelijke middelen (zoals lachgas) te verhandelen of te bezitten indien de handel of het bezit gericht is op het oneigenlijk gebruik van de middelen met als doel het opwekken van een roeseffect, dit met een ongewenst effect op de openbare orde als gevolg.

        §2. De politiediensten nemen capsules, cilinders, patronen en flessen alsook alle materialen die worden gebruikt bij het inhaleren van deze gassen/middelen in beslag met het oog op vernietiging, overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992.

        §3. Onverminderd de toepassing van de gemeentelijke administratieve sancties, worden de schadelijke middelen waarvan sprake in voorgaande bepalingen door de politie in beslag genomen.

        §4. De politiediensten zijn belast met het toezicht op de naleving van de verordening en de inbeslagname. De gemeente staat in voor de stockage van de bestuurlijk in beslag genomen goederen en de vernietiging ervan bij besluit van de burgemeester. De kosten voor de stockage en de vernietiging vallen ten laste van de overtreder.

        Artikel 44: Zwemmen

        Het is verboden om te zwemmen in voor het publiek toegankelijke waterlopen, vijvers en plassen.

        Artikel 45: Afsluitingen en onderhoud van private percelen

        Onverminderd de bepalingen van huidig reglement is het verboden langsheen de openbare weg omheiningen aan te brengen of in stand te houden in prikkeldraad, tenzij deze afsluitingen door een boordgracht of een zijberm van minstens 1,50 m gescheiden zijn van elke rijbaan, fietspad, voetpad of begaanbare berm.

        HOOFDSTUK 3: GEMENGDE INBREUKEN

        1. Lichtgemengde inbreuken

        Artikel 46 (artikel 461 en 463 van het strafwetboek)

        Hij die een zaak die hem niet toebehoort, bedrieglijk wegneemt, is schuldig aan diefstal.

        Artikel 47  (artikel 526 van het strafwetboek)

        Het is verboden grafstenen, gedenktekens, monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht, te vernielen, neer  te halen, te verminken of te beschadigen.

        Artikel 48 (artikel 534bis van het strafwetboek)

        Het is verboden om, zonder toestemming graffiti aan te brengen op roerende of onroerende goederen.

        Artikel 49  (artikel 534ter van het strafwetboek)

        Het is verboden om opzettelijk andermans onroerende eigendommen te beschadigen.

        Artikel 50  (artikel 537 van het strafwetboek)

        Het is verboden om kwaadwillig een of meer bomen om te hakken of zodanig te snijden, te verminken of te ontschorsen dat ze vergaan. Het is eveneens verboden enten te vernielen.

        Artikel 51 (artikel 545 van het strafwetboek)

        Het is verboden om grachten geheel of ten dele te dempen, levende of dode hagen uit te rukken of af te hakken, landelijke of stedelijke afsluitingen te vernielen en grenspalen, hoekbomen of andere bomen geplant of erkend om grenzen tussen verschillende erven te bepalen, te verplaatsen of te verwijderen.

        Artikel 52 (artikel 559, 1° van het strafwetboek)

        Het is verboden om opzettelijk andermans roerende goederen te beschadigen of te vernielen.

        Artikel 53 (artikel 561, 1° van het strafwetboek)

        Het is verboden zich schuldig te maken aan  nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan gestoord worden.

        Artikel 54 (artikel 563, 2° van het strafwetboek)

        Het plegen opzettelijk beschadigen van stedelijke of landelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, is strafbaar als lichte inbreuk.

        Artikel 55 (artikel 563, 3° van het strafwetboek)

        Het plegen van feitelijkheden of lichte gewelddaden tegenover een andere persoon is strafbaar als lichte inbreuk wanneer er niemand gewond of geslagen werd en wanneer de feitelijkheden niet tot de klasse van beledigingen behoren. Ook het opzettelijk werpen van voorwerpen die anderen kunnen hinderen of bevuilen is strafbaar.

        Artikel 56 (artikel 563bis van het strafwetboek)

        Elkeen die zich in de voor publiek toegankelijke plaatsen begeeft met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat hij/zij niet herkenbaar zijn, is strafbaar.

        2.      Zware inbreuken

        Artikel 57 (artikel 398 van het strafwetboek)

        Het opzettelijk toebrengen van verwondingen of slagen is strafbaar .

        Artikel 58 (artikel 448 van het strafwetboek)

        Het is strafbaar om iemand te beledigen, hetzij door geschriften, prenten of zinnebeelden in de omstandigheden bepaald in artikel 444 van het strafwetboek.

        Artikel 59 (artikel 521, 3° van het strafwetboek)

        Gehele of gedeeltelijke vernieling of onbruikbaarmaking, met het oogmerk om te schaden, van rijtuigen, wagons en motorvoertuigen zijn strafbaar als zware inbreuk.

        HOOFDSTUK  4: VERKEER

        1. Overtredingen van de eerste categorie

        Artikel 60 (art. 22bis, 4° van de wegcode)

        Binnen de woonerven en de erven, is het parkeren verboden, behalve:

        • Op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter ‘P’ aangebracht is;
        • Op plaatsen waar een verkeersbord het toelaat.

        Artikel 61 (art. 22ter.1, 3° van de wegcode)

        Op de openbare wegen voorzien van verhoogde inrichtingen, die aangekondigd zijn door de verkeersborden A14 en F87, of die op de kruispunten alleen aangekondigd zijn door de verkeersborden A14, of die gelegen zijn binnen een zone afgebakend door de verkeersborden F4a en F4b, is stilstaan en parkeren verboden op deze inrichtingen, behoudens plaatselijke reglementering.

        Artikel 62  (art.22 sexies 2 van de wegcode)

        In voetgangerszones is het parkeren verboden.

        Artikel 62 bis (art. 23.1, 1° van de wegcode)

        Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld rechts ten opzichte van zijn rijrichting. Indien het een rijbaan is met éénrichtingsverkeer, mag het evenwel langs de ene of langs de andere kant opgesteld worden.

        Artikel 63 (art. 23.1, 2° van de wegcode)

        Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld:

        • buiten de rijbaan op de gelijkgrondse berm of, buiten de bebouwde kommen, op eender welke berm;
        • indien het een berm betreft die de voetgangers moeten volgen, moet langs de buitenkant van de openbare weg een begaanbare strook van ten minste 1,50 meter breed vrijgelaten worden;
        • indien de berm niet breed genoeg is, moet het voertuig gedeeltelijk op de berm en gedeeltelijk op de rijbaan opgesteld worden;
        • indien er geen bruikbare berm is, moet het voertuig op de rijbaan opgesteld worden.

        Artikel 64 (art. 23.2, lid 1, 1) tot 3) en art. 23.2 lid 2 van de wegcode)

        Elk voertuig dat volledig of ten dele op de rijbaan opgesteld is, moet geplaatst worden:

        1° zover mogelijk van de aslijn van de rijbaan;
        2° evenwijdig met de rand van de rijbaan, behoudens bijzondere plaatsaanleg;
        3° in één enkele file.

        Motorfietsen zonder zijspan of aanhangwagen mogen evenwel haaks op de rand van de rijbaan parkeren voor zover zij daarbij de aangeduide parkeermarkering niet overschrijden.

        Artikel 65 (art. 23.3 van de wegcode)

        Fietsen en tweewielige bromfietsen moeten buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg opgesteld worden zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken, behalve op plaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°.f van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politíe van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

        Artikel 66 (art. 23.4 van de wegcode)

        Motofietsen mogen buiten de rijbaan en de parkeerzones bedoeld in artikel 75.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer van het gebruik van de openbare weg opgesteld worden zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken.

        Artikel 67 (art. 24, lid 1, 2°, 4° en 7° tot 10° van de wegcode)

        Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:

        • op 3 meter of meer doch op minder dan 5 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;
        • op de rijbaan op 3 meter of meer doch op minder dan 5 meter voor de oversteekplaatsen voor voetgangers en de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen;
        • in de nabijheid van de kruispunten, op minder dan 5 meter van de verlenging van de naastbij gelegen rand van de dwarsrijbaan, behoudens plaatselijke reglementering;
        • op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten op de kruispunten, behoudens plaatselijke reglementering;
        • op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten buiten de kruispunten behalve voor voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeerslichten zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt;
        • op minder dan 20 meter voor de verkeersborden behalve voor voertuigen waarvan de hoogte, ladíng inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeersborden zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt.

        Artikel 68 (art. 25.1 1°, 2°, 3°, 5°, 8°, 9°, 10°, 11°, 12°, 13° van de wegcode)

        Het is verboden een voertuig te parkeren:

        • op minder dan 1 meter zowel voor als achter een ander stilstaand of geparkeerd voertuig en op elke plaats waar het voertuig het instappen in of het wegrijden van een ander voertuig zou verhinderen;
        • op minder dan 15 meter aan weerszijden van een bord dat een autobus-, trolleybus- of tramhalte aanwijst;
        • voor de inrij van eigendommen, behalve:
          • de voertuigen waarvan het inschrijvingsteken leesbaar op die inrij is aangebracht;
          • de voertuigen van zorgverstrekkers die geparkeerd staan voor de inrij van een eigendom voorzien van een door het gemeentebestuur uitgereikte zorgsticker, waarbij de zorgverstrekker op die plaats zijn taak dient uit te voeren;
        • op elke plaats waar het voertuig de toegang tot buiten de rijbaan aangelegde parkeerplaatsen zou verhinderen;
        • buiten de bebouwde kommen op de rijbaan van een openbare weg waarop het verkeersbord B9 is aangebracht;
        • op de rijbaan wanneer deze verdeeld is in rijstroken, behalve op de plaatsen waar het verkeersbord E9a of E9b is aangebracht;
        • op de rijbaan langs de gele onderbroken streep, bedoeld in artikel 75.1.2° van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
        • op rijbanen met tweerichtingsverkeer tegenover een ander stilstaand of geparkeerd voertuig, wanneer twee andere voertuigen daardoor elkaar moeilijk zouden kunnen kruisen;
        • op de middelste rijbaan van een openbare weg met drie rijbanen;
        • buiten de bebouwde kommen, langs de linkerkant van een rijbaan van een openbare weg met twee rijbanen of op de middenberm die deze rijbanen scheidt.

        Artikel 69 (art. 27.1.3 van de wegcode)

        Het is verboden onjuiste aanduidingen op de schijf te laten verschijnen. De aanduidingen van de schijf mogen niet gewijzigd worden voordat het voertuig de parkeerplaats verlaten heeft.

        Artikel 70 (art. 27.5.1, 27.5.2 en 27.5.3 van de wegcode)

        Het is verboden op de openbare weg motorvoertuigen die niet meer kunnen rijden en aanhangwagens langer dan vierentwintig uur na elkaar te parkeren.

        Binnen de bebouwde kommen is het verboden op de openbare weg auto's, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton langer dan acht uur na elkaar te parkeren, behalve op de plaatsen waar het verkeersbord E9a, E9c of E9d is aangebracht.

        Het is verboden op de openbare weg reclamevoertuigen langer dan drie uur na elkaar te parkeren.

        Artikel 71 (art. 27bis van de wegcode)

        Het niet hebben aangebracht van de speciale kaart bedoeld in artikel 27.4.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg of het door artikel 27.4.1 van hetzelfde besluit hiermee gelijkgesteld document op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het op een voorbehouden parkeerplaats voor personen met een handicap geparkeerde voertuig.

        Artikel 72 (art. 70.2.1 van de wegcode)

        Verkeersborden E1, E3, E5, E7 en van type E9 betreffende het stilstaan en het parkeren niet in acht nemen.

        Artikel 73 (art. 70.3 van de wegcode)

        Het verkeersbord E11 niet in acht nemen.

        Artikel 74 (art. 77.4 van de wegcode)

        Het stilstaan of parkeren is verboden op markeringen van verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken.

        Artikel 75 (art. 77.5 van de wegcode)

        Het stilstaan of parkeren is verboden op witte markeringen bedoeld in artikel 77.5 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg die de plaatsen afbakenen waar de voertuigen moeten staan.

        Artikel 76 (art. 77.8 van de wegcode)

        Het stilstaan of parkeren is verboden op de dambordmarkering die bestaat uit witte vierkanten die op de grond zijn aangebracht.

        Artikel 77 (art. 68.3 van de wegcode)

        Het niet in acht nemen van het verkeersbord C3 wanneer deze inbreuken vastgesteld worden door automatisch werkende toestellen.

        Artikel 78 (art. 71 van de wegcode)

        Het niet in acht nemen van het verkeersbord F103 wanneer deze inbreuken vastgesteld worden door automatísch werkende toestellen.

        2. Overtredingen van de tweede categorie

        Artikel 79 (art. 24, lid 1, 1°, 2°, 4°, 5° en 6° van de wegcode)

        Het is verboden een voertuig te laten stilstaan of te parkeren op elke plaats waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hun onnodig zou kunnen hinderen, inzonderheid:

        • op de trottoirs en, binnen de bebouwde kommen, op de verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering;
        • op de fietspaden en op minder dan 3 meter van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;
        • op de oversteekplaatsen voor voetgangers, op de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen en op de rijbaan op minder dan 3 meter voor deze oversteekplaatsen;
        • op de rijbaan in de onderbruggingen, in de tunnels en behoudens plaatselijke reglementering onder de bruggen;
        • op de rijbaan nabij de top van een helling en in een bocht wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is.

        Artikel 80 (art. 25.1, 4°, 6°, 7° van de wegcode)

        Het is verboden een voertuig te parkeren:

        • op de plaatsen waar de voetgangers en de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen op de rijbaan moeten komen om omheen een hindernis te gaan of te rijden;
        • op de plaatsen waar de doorgang van spoorvoertuigen zou belemmerd worden;
        • wanneer de vrije doorgang op de rijbaan minder dan 3 meter breed zou worden.

        Artikel 81 (art. 25.1, 14° van de wegcode)

        Het is verboden een voertuig te parkeren op de parkeerplaatsen gesignaleerd zoals voorzien in artikel 70.2.1.3°, c van het koninklijk besluit van I december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg behalve voor de voertuigen gebruikt door personen met een handicap die in het bezit zijn van een speciale kaart zoals bedoeld in artikel 27.4.1 of 27.4.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

        DEEL 3 - REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

        HOOFDSTUK 1: SANCTIES

        1. Soorten sancties

        Artikel 82

        Een inbreuk op dit reglement kan gesanctioneerd worden met één van volgende sancties:

        1. Een administratieve geldboete die maximaal 350 euro bedraagt voor een meerderjarige. De minderjarige die de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt op het ogenblik van de feiten, kan het voorwerp uitmaken van een administratieve geldboete, zelfs wanneer deze persoon op het ogenblik van de beoordeling van de feiten meerderjarig is geworden. Een administratieve geldboete voor een minderjarige bedraagt maximaal 175 euro.
        2. De administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning.
        3. De administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning.
        4. De tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

        2. De administratieve geldboete

        Artikel 83

        De administratieve geldboete bedoeld in artikel 82 van dit reglement wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.

        Artikel 84

        De inning van de administratieve geldboetes verloopt zoals bepaald in artikel 33 van de wet van 24 juni 2013.

        Artikel 85

        De onmiddellijke betaling van de administratieve geldboetes verloopt zoals bepaald in hoofdstuk 5 van de wet van 24 juni 2013.

        Artikel 86

        §1. De administratieve geldboetes verjaren na vijf jaar, te rekenen vanaf de datum waarop ze betaald moeten worden.

        §2. Deze termijn kan gestuit worden zoals bepaald in artikel 43 van de wet van 24 juni 2013.

        3. De administratieve schorsing of intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning en de tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting

        Artikel 87

        De schorsing, de intrekking en de sluiting, bedoeld in artikel 82 van dit reglement worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 88

        De aangewezen ambtenaar verstuurt een voorafgaande verwittiging. Hierin staat dat er een inbreuk werd vastgesteld en dat een sanctie zal opgelegd worden indien de inbreuk wordt gehandhaafd of bij een volgende inbreuk. De waarschuwing moet een uittreksel bevatten van het overtreden reglement en dient per aangetekend schrijven te gebeuren.

        Artikel 89

        Vervolgens wordt aan de overtreder per aangetekend schrijven meegedeeld dat er aanwijzingen zijn dat er nog steeds een inbreuk is en dat het college van burgemeester en schepenen overweegt een sanctie (schorsing of intrekking van de vergunning, sluiting van de inrichting) op te leggen. Bij deze mededeling deelt men ook mee waar en wanneer het dossier kan worden ingekeken, waar en wanneer betrokkene zal worden gehoord en dat hij zich mag laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman.

        1. Proportionele sancties en geval van herhaling

        Artikel 90

        De administratieve sanctie is proportioneel in functie van de zwaarte van de feiten en in functie van eventuele herhaling, zonder evenwel het wettelijk voorziene maximum te overschrijden.

        Artikel 91

        Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

        2. Samenloop van overtredingen

        Artikel 92

        De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen geeft aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.

        Artikel 93

        Bij samenloop van een overtreding waarvoor een administratieve geldboete voorzien is én een overtreding waarvoor een administratieve schorsing of intrekking van een door de gemeente afgeleverde toestemming of vergunning of een administratieve sluiting van een instelling, wordt alleen de schorsing, intrekking of sluiting uitgesproken.

        HOOFDSTUK 2: PLAATSVERBOD

        Artikel 94

        §1. De burgemeester kan een tijdelijk plaatsverbod opleggen conform artikel 134sexies Nieuwe Gemeentewet, zoals voorzien door artikel 47 van de wet van 24 juni 2013.

        §2. Inbreuken op het plaatsverbod zoals bepaald in vorige paragraaf kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete.

        HOOFDSTUK 3: SANCTIONERENDE AMBTENAAR

        Artikel 95

        §1. De sanctionerend ambtenaar, belast met het opleggen van de administratieve sancties krachtens artikel 119bis, §6 van de Nieuwe Gemeentewet, dient door de gemeenteraad aangewezen te worden.

        §2. Deze persoon kan niet tegelijk de persoon zijn die de inbreuken vaststelt en de persoon die de bemiddelingsprocedure leidt. Hij beantwoordt aan de vastgelegde kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden.

        HOOFDSTUK 4: DE PROCEDURE

        1. Opstart procedure

        Artikel 96

        §1. De sanctionerend ambtenaar start de administratieve procedure  op overeenkomstig artikel 25, §2 van de wet van 24 juni 2013 door middel van een per post aangetekend schrijven aan de overtreder.

        §2. De overtreder wordt in kennis gesteld van de feiten die hem ten laste worden gelegd en hun kwalificatie.

        §3. De overtreder ontvangt een kopie van het proces-verbaal of bestuurlijk verslag.

        §4. In de kennisgeving wordt de overtreder eveneens gewezen op de mogelijkheid tot inzage van zijn dossier.

        §5. De overtreder wordt eveneens gewezen op de mogelijkheid tot bijstand of vertegenwoordiging door een raadsman.

        §6. De overtreder dient zijn verweerschrift, met een eventueel verzoek tot mondelinge verdediging van zijn zaak, in bij een per post aangetekende zending, te versturen binnen vijftien dagen na de datum van kennisgeving  van de brief van de sanctionerend ambtenaar.

        §7. Indien het een overtreding betreft die gesanctioneerd wordt met een geldboete die hoger is dan 70 euro dan kan de overtreder een verzoek indienen tot mondelinge verdediging. De sanctionerend ambtenaar kan een mondelinge verdediging voorstellen voor een overtreding die gesanctioneerd wordt met een geldboete onder de grens van 70 euro.

        §8. De sanctionerend ambtenaar bepaalt in dit geval de dag waarop dit mondeling onderhoud plaatsvindt.

        §9. De vader, moeder en voogden of personen die de minderjarige overtreder onder hun hoede hebben, worden eveneens per aangetekende brief op de hoogte gebracht dat een administratieve procedure geopend wordt. Deze partijen hebben dezelfde rechten als de minderjarige.

        2. De beslissing

        Artikel 97

        De sanctionerend ambtenaar stelt de betrokkene met een aangetekend schrijven in kennis van de genomen beslissing.

        Artikel 98

        De beslissing van de sanctionerend ambtenaar wordt eveneens per aangetekende brief ter kennis gebracht van de minderjarige en zijn vader en moeder, zijn voogden of personen die er de hoede over hebben.

        Artikel 99

        De beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete heeft uitvoerbare kracht na het verstrijken van één maand vanaf de dag van de kennisgeving zoals bepaald in artikel 30 van de wet van 24 juni 2013, behoudens wanneer hoger beroep wordt aangetekend overeenkomstig artikel 31 van diezelfde wet.

        3. Procedure in geval van stilstaan en parkeren

        Artikel 100

        §1. De sanctionerend ambtenaar deelt binnen de vijftien dagen na ontvangst van de vaststelling van de inbreuk, bij gewone zending, aan de overtreder de gegevens mee met betrekking tot de vastgestelde feiten en de begane inbreuk, alsmede het bedrag van de administratieve geldboete.

        §2. De administratieve boete wordt betaald door de overtreder binnen dertig dagen na de kennisgeving ervan, tenzij de overtreder binnen deze termijn zijn verweermiddelen bij gewone zending laat geworden aan de sanctionerend ambtenaar. De overtreder kan binnen deze termijn op zijn verzoek worden gehoord wanneer het bedrag van de administratieve geldboete hoger ligt dan 70 euro.

        §3. Verklaart de sanctionerend ambtenaar de verweermiddelen niet gegrond, dan brengt hij de overtreder hiervan op een met redenen omklede wijze op de hoogte met verwijzing naar de te betalen administratieve geldboete die binnen een nieuwe termijn van dertig dagen na deze kennisgeving moet worden betaald.

        §4.Wordt de administratieve geldboete niet betaald binnen de eerste termijn van dertig dagen, dan wordt, behoudens in geval van verweermiddelen, een herinnering verstuurd met uitnodiging tot betaling binnen een nieuwe termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van die herinnering.

        HOOFDSTUK 5: DE BEMIDDELINGSPROCEDURE

        Artikel 101

        §1. In het kader van de door de wet van 24 juni 2013 toegekende bevoegdheden wordt voorzien in een bemiddelingsprocedure, voorafgaand aan de beslissing inzake het opleggen van een administratieve sanctie.

        §2. Het reglement inzake lokale bemiddeling wordt opgesteld in samenwerking met Dendermonde.

        Dit reglement bevat de procedures en nadere regels voor de uitvoering van de lokale bemiddeling voor minderjaren (en meerderjarige) overtreders, krachtens artikel 18, §1 (en 12, §1, 1°) van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en krachtens het koninklijk besluit houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS).

        §3. Eveneens wordt voorzien in een samenwerkingsakkoord met Dendermonde.

        HOOFDSTUK 6: PROTOCOLAKKOORD

        Artikel 102

        §1. Het college van burgemeester en schepenen en het parket van het arrondissement Dendermonde sluit een protocolakkoord af.

        §2. Het protocolakkoord wordt bekrachtigd door de gemeenteraad en bij dit reglement toegevoegd.

        §3. Het protocolakkoord wordt door het college van burgemeester en schepenen bekendgemaakt op de website van de gemeente.

        HOOFDSTUK 7: BIJZONDERE BEPALINGEN M.B.T. MINDERJARIGEN

        Artikel 103

        De minderjarige die de volle leeftijd van 16 jaar heeft bereikt op het ogenblik van de feiten, kan het voorwerp uitmaken van een administratieve geldboete, zelfs wanneer deze persoon op het ogenblik van de beoordeling van de feiten meerderjarig is geworden.

        Artikel 104

        De vader en moeder, voogd of personen die de minderjarige onder hun hoede hebben, zijn burgerlijk aansprakelijk voor de betaling van de administratieve geldboete.

        Artikel 105

        §1. Wanneer een minderjarige verdacht wordt van een inbreuk die bestraft wordt met de administratieve geldboete en de administratieve procedure in gang gezet werd, kan de minderjarige bijgestaan worden door een advocaat, aangeduid door de stafhouder van de orde van advocaten, na een schrijven van de sanctionerend ambtenaar.

        §2. De advocaat kan ook aanwezig zijn tijdens de bemiddelingsprocedure.

        HOOFDSTUK 8: REGISTER

        Artikel 106

        §1. De gemeente houdt één enkel bestand bij van de natuurlijke personen of rechtspersonen die op basis van het Algemeen Politiereglement Politiezone Hamme-Waasmunster en de verordeningen het voorwerp hebben uitgemaakt van een administratieve sanctie of de lokale bemiddeling zoals gedefinieerd in dit reglement. De gemeente is verantwoordelijk voor de verwerking van dit bestand.

        Dit bestand is bedoeld om het beheer van de administratieve sancties en de lokale bemiddeling zoals gedefinieerd in dit reglement te verzekeren.

        §2. Dit bestand bevat de volgende persoonsgegevens en informatiegegevens:

        1° de naam, voornamen, geboortedatum en verblijfplaats van de personen die het voorwerp uitmaken van gemeentelijke administratieve sancties of van de lokale bemiddeling zoals gedefinieerd in dit reglement. In het geval van een minderjarige, de namen, voornamen, geboortedatum en de verblijfplaats van de ouders, voogden of personen die hem onder hun hoede hebben;

        2° de aard van de gepleegde feiten;

        3° de aard van de sanctie en de dag waarop deze werd opgelegd;

        4° in voorkomend geval, de informatie overgezonden door de procureur des Konings in het kader van de in artikel 3 bedoelde inbreuken;

        5° de sancties waartegen geen beroep meer ingesteld kan worden.

        De in het eerste lid bedoelde gegevens worden gedurende vijf jaar bewaard, te rekenen vanaf de datum waarop de sanctie werd opgelegd of de alternatieve maatregel werd voorgesteld. Eens deze termijn verstreken is, worden zij hetzij vernietigd, hetzij geanonimiseerd.

        § 3. De sanctionerend ambtenaar heeft toegang tot de in §2 bedoelde persoonsgegevens en informatiegegevens.

        De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, de andere bijzondere voorwaarden met betrekking tot de verwerking van de persoonsgegevens die vermeld worden in het register van de gemeentelijke administratieve sancties.

      • Politiereglement verkiezingspropaganda naar aanleiding van de verkiezingen van het Europees Parlement, de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Gemeenschaps- en Gewestparlementen van 09/06/2024 - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        • Algemeen Kieswetboek.
        • Wet van 19 mei 1994 inzake de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement, in het bijzonder artikel 5, §1.
        • Wet van 4 juli 1989 inzake de beperking en controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en open boekhouding van de politieke partijen, in het bijzonder artikel 5, §1.
        • Wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid, in het bijzonder artikel 5, §1.
        • Politiebesluit uitgevaardigd op 5 februari 2024 door gouverneur Carina Van Cauter, Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen, betreffende de sperperiode voor de verkiezingsuitgaven, de aanplakkingen en vormen van publiciteit, gemotoriseerde optochten en algemene maatregelen om een efficiënte ordehandhaving te verzekeren.
        • Algemeen Politiereglement Politiezone Hamme-Waasmunster van 14 september 2022 en de daaraan verbonden gemeentelijke administratieve sancties.
        • De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, in het bijzonder artikel 119 en 119bis.
        • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 40.

        OVERWEGINGEN:

        • Op 9 juni 2024 vinden de gelijktijdige verkiezingen voor het Europees Parlement, de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen plaats.
        • In het belang van de openbare rust, de veiligheid en de ruimtelijke ordening is het aangewezen om aanvullend een aantal bepalingen vast te leggen inzake het voeren van verkiezingspropaganda op het gemeentelijk grondgebied.
        • Op het gemeentelijk grondgebied zal het gemeentebestuur op een aantal strategische locaties borden plaatsen waarop verkiezingsdrukwerk kan worden aangebracht. Daarnaast worden op de stemlocaties borden voorzien waarop enkel de partijnaam en het lijstnummer kunnen worden aangebracht.
        • Gelet op het feit dat de lokale partijvoorzitters een ontwerp van het reglement voor advies ontvangen hebben.

        BESLUIT:

        DEEL 1 - TOEPASSINGSGEBIED

        Artikel 1

        §1. Dit reglement is van toepassing op andere zaken dan deze die opgesomd worden in het Algemeen Politiereglement Politiezone Hamme-Waasmunster, dewelke gesanctioneerd worden met Gemeentelijke Administratieve Sancties, met uitzondering van de artikelen integraal overgenomen uit het Politiebesluit van de gouverneur.

        §2. Onverminderd de bepalingen van het Algemeen Politiereglement Politiezone Hamme-Waasmunster dewelke gesanctioneerd worden met Gemeentelijke Administratieve Sancties, worden alle overtredingen van dit politiereglement bestraft met politiestraffen.

        Artikel 2

        In dit reglement wordt verstaan onder verkiezingsaffiches: alle affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften, opschriften en plakbriefjes die bestemd zijn voor de gelijktijdige verkiezingen van het Europees Parlement, het Federaal Parlement en van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen van 9 juni 2024.

        DEEL 2 - VERKIEZINGSPROPAGANDA: AANPLAKKINGEN

        Artikel 3

        §1. Ivm aanplakkingen gelden volgende bepalingen:

        1. De partijen zullen hun verkiezingsaffiches niet zelf aanplakken, maar kunnen deze afgeven bij Team burgerzaken vanaf vrijdag 26 april 2024.
        2. De verkiezingsaffiches zullen door de gemeentelijke uitvoeringsdiensten aangeplakt worden vanaf vrijdag 3 mei 2024 op daartoe door het gemeentebestuur voorziene aanplakborden. De volgende aanplakking gebeurt telkens één week later.
        3. Voor elke partij wordt dezelfde oppervlakte voorzien, hetzij 0,80 m op 1,20 m.

        §2. In geval van bezwaar of klacht bij de politie omtrent aanplakkingen op privé-eigendommen, zal aan de desbetreffende partijsecretaris of aangestelde verantwoordelijke gevraagd worden het schriftelijk toelatingsbewijs voor de aanplakking, gegeven door de eigenaar of door de gebruiksgerechtigde, voor te leggen.

        Artikel 4

        Aan de stemlokalen zal alleen propaganda gemaakt worden op de borden daartoe voorzien door het gemeentebestuur. De gemeentelijke uitvoeringsdiensten zullen voor de aanplakking zorgen. Daartoe dienen de plakbrieven, die uitsluitend het lijstnummer en de partijnaam mogen vermelden, binnengebracht te worden bij Team burgerzaken tegen uiterlijk vrijdag 31 mei 2024.

        Artikel 5

        De verkiezingsaffiches en opschriften die aangebracht worden op andere plaatsen dan deze voorzien in onderhavig besluit of die in strijd zijn met de bepalingen van het Algemeen Politiereglement Politiezone Hamme-Waasmunster, zullen onmiddellijk door de gemeentelijke diensten verwijderd worden.

        Artikel 6

        Tussen 22u. en 7u. en dit tot en met zaterdag 8 juni 2024 is het verboden, zoals vermeld in het Politiebesluit van de gouverneur van 5 februari 2024, om campagnehandelingen uit te voeren zoals het aanbrengen van verkiezingsaffiches, zij het op borden voorzien door het gemeentebestuur, zij het op terreinen waarvoor de eigenaar of gebruiksgerechtigde toestemming verleende. Dit verbod geldt eveneens van zaterdag 8 juni 2024 te 22u. tot zondag 9 juni 2024 om 16u..

        DEEL 3 - VERKIEZINGSPROPAGANDA: MANIFESTATIES EN OPTOCHTEN

        Artikel 7

        Iedere manifestatie of optocht op een openbare plaats is onderworpen aan een voorafgaandelijke toelating van het gemeentebestuur zoals voorzien in het Algemeen Politiereglement Politiezone Hamme-Waasmunster.

        Artikel 8

        Het begin en einde van een gemotoriseerde optocht moet duidelijk zichtbaar zijn aangebracht op de eerste en laatste wagen. De samenstelling en de lengte van de gemotoriseerde optocht mogen geen aanleiding geven tot het verstoren van de openbare orde, de rust en de veiligheid van het verkeer.

        Artikel 9

        Tussen 22u. en 7u. en dit tot en met zaterdag 8 juni 2024 is het verboden, zoals vermeld in het Politiebesluit van de gouverneur van 5 februari 2024, om gemotoriseerde optochten in het kader van de verkiezingen te organiseren. Dit verbod geldt eveneens van zaterdag 8 juni 2024 te 22u. tot zondag 9 juni 2024 om 16 u..

        DEEL 4 - VERWIJDEREN VAN VERKIEZINGSPROPAGANDA

        Artikel 10

        De partijen zorgen ervoor dat alle verkiezingspropaganda ten laatste 14 dagen na de verkiezingen verwijderd is.

      • Aanpassing reglement gemeentelijke mantelzorgpremie - goedkeuring - besluit

        REGELGEVING:

        Bevoegdheid:

        • Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

        Juridische context:

        • Het decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018 dat in artikel 13 bepaalt dat het lokaal bestuur in artikel 13 maatregelen neemt die de vermaatschappelijking van de lokale sociale hulp- en dienstverlening stimuleren en in artikel 15 de bevolking sensibiliseert voor deelname aan, oprichting, organisatie of gebruik van de initiatieven van vrijwillige en informele zorg.
        • Gemeenteraadsbesluit 19 december 2007, in voege vanaf 1 januari 2008 - goedkeuring premiereglement 'mantelzorg': beslissing om een maximaal premiebedrag van 250 euro per persoon en per jaar toe te kennen aan de alleenwonende zorgbehoevende.
        • Gemeenteraadsbesluit 17 december 2008, in voege vanaf 1 januari 2009 - aanpassing premiereglement: bepaling van het premiebedrag voor alleenstaanden op 400 euro per jaar en voor samenwonenden op 200 euro per jaar.
        • Gemeenteraadsbesluit 18 december 2013, in voege vanaf 1 januari 2014 - aanpassing premiereglement: gelijkschakeling van het premiebedrag voor alle aanvragers, zijnde 180 euro per jaar. 
        • Gemeenteraadsbesluit van 27 maart 2019 betreffende de visumplicht.

        OVERWEGINGEN:

        Feiten en context:

        Het lokaal bestuur van Hamme verleent een mantelzorgpremie aan zorgbehoevende personen. De zorgbehoevende doet persoonlijk de aanvraag en ontvangt zelf de mantelzorgpremie via zijn eigen bankrekeningnummer. De premie gaat dus altijd rechtstreeks naar de zorgbehoevende zelf, niet naar de eventuele mantelzorger.

        De zorgbehoevende beschikt over een attest van de FOD Sociale Zekerheid categorie III (12-14 punten) of heeft in het kader van het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden een score van 12/30 (totaal – geen 13/30) of 4,5/12 (ADL/iADL – geen 5,5/12) of 3-4/6 (cognitie) gekregen via de BelRAI-screener.  

        Het aantal aanvragen mantelzorgpremie blijkt stabiel te zijn en rond de 50 per jaar te zijn. 

        Argumentering:

        Gezien het huidige reglement dateert van 18 december 2013 en niet voldoet aan de regels van de nieuwe huisstijl, werd het reglement aangepast volgens de huisstijl van lokaal bestuur Hamme. Daarnaast worden onderstaande inhoudelijke aanpassingen voorgesteld aan de gemeenteraad:

        • De mantelzorgpremie bedraagt momenteel 180 euro per jaar. Het premiebedrag voor ouders van een kind met een handicap bedraagt 240 euro/jaar of omgerekend 20 euro/maand. Het lokaal bestuur zou de mantelzorgpremie gelijk willen trekken met de premie voor ouders van een kind met een handicap. Daarom wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om de mantelzorgpremie vanaf 1 januari 2025 op te trekken naar 240 euro/jaar. 
        • Daarnaast wordt een extra voorwaarde opgelegd bij de score via de BelRAI-screener. Deze (voor de zorgkas negatieve) score mag maximum dateren van 5 jaar voor het aanvraagjaar. BEL-scores (voorloper van de BelRAI-screener) komen aldus niet meer in aanmerking. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om deze voorwaarde goed te keuren en in voege te laten treden vanaf 20 maart 2024.

        BESLUIT:

        Art. 1              DOELSTELLING

        Het lokaal bestuur van Hamme kan onder de hierna gestelde voorwaarden een mantelzorgpremie toekennen aan zorgbehoevende personen.

        Art. 2              LEEFTIJD

        Om aanspraak te maken op deze premie, moet de aanvrager minstens 21 jaar oud zijn op 1 januari van het jaar waarvoor men de premie vraagt.

        Art. 3              AANVRAGER

        De zorgbehoevende doet persoonlijk de aanvraag en ontvangt zelf de mantelzorgpremie via zijn eigen bankrekeningnummer. De premie gaat dus altijd rechtstreeks naar de zorgbehoevende zelf, niet naar de eventuele mantelzorger.

        Art. 4              GRAAD ZORGBEHOEVENDHEID

        De zorgbehoevende beschikt over een attest van de FOD Sociale Zekerheid categorie III (12-14 punten) of heeft in het kader van het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden een score van 12/30 (totaal – geen 13/30) of 4,5/12 (ADL/iADL – geen 5,5/12) of 3-4/6 (cognitie) gekregen via de BelRAI-screener. Deze (voor de zorgkas negatieve) score mag maximum dateren van 5 jaar voor het aanvraagjaar. BEL-scores (voorloper van de BelRAI-screener) komen aldus niet meer in aanmerking.

        Art. 5              DOMICILIE

        De aanvrager dient op 1 januari van het aanvraagjaar gedomicilieerd zijn te Hamme. De premie wordt berekend in twaalfden, naargelang het aantal maanden van effectief verblijf in de gemeente Hamme en rekening houdend met de gestelde voorwaarden.

        Art. 6              PREMIEBEDRAG

        Het premiebedrag wordt als volgt bepaald:

        • 240 euro per jaar per aanvrager.
        • Aanvragen dienen te gebeuren voor 1 december van het aanvraagjaar. De berekening gebeurt in december op basis van de situatie in het aanvraagjaar.
        • De premie wordt slechts toegekend als de zorgbehoevende geen aanspraak maakt op de premie vanuit de zorgkas (het zorgbudget zwaar zorgbehoevenden) of op de gemeentelijke premie voor ouders/opvoeders van een kind met een handicap. Ook personen die genieten van het persoonlijk assistentiebudget (PAB) of een vorm van sociale toeslag op het groeipakket kunnen geen aanvraag doen voor de gemeentelijke mantelzorgpremie.

        Art. 7              AANVRAAGFORMULIEREN

        Een aanvraagformulier kan worden afgehaald bij team leven en welzijn of via de website www.hamme.be op de pagina van de mantelzorgpremie.

        Bij te voegen attesten:

        • Een medisch attest afgeleverd door FOD Sociale Zekerheid.
        • Een attest van de zorgkas met vermelding dat er vanuit de Vlaamse Zorgverzekering geen tussenkomst wordt verleend, met vermelding van de score via BelRAI-screening.
        • Een uittreksel ‘gezinssamenstelling’ en een uittreksel uit het bevolkingsregister waaruit de domiciliëring blijkt. Deze documenten zullen door team leven en welzijn zelf worden opgevraagd.

        Art. 8              VERBINTENISVERPLICHTINGEN

        De aanvrager van de gemeentelijke mantelzorgpremie gaat de verbintenis aan:

        • de aanvraag, elk kalenderjaar opnieuw, in te dienen met alle nodige bewijsstukken, voor 1 december van het aanvraagjaar.
        • de eventuele controle van de administratieve diensten van het lokaal bestuur te aanvaarden.
        • iedere wijziging onmiddellijk mee te delen aan het lokaal bestuur via team leven en welzijn.

        Art. 9              INWERKINGTREDING VAN HET REGLEMENT

        De extra voorwaarde voor de toekenning treedt in werking vanaf 20 maart 2024.

        De premieverhoging treedt in werking op 1 januari 2025.

        Het college van burgemeester en schepenen van Hamme beslist over alle niet in het reglement voorziene gevallen.

De heer raadsvoorzitter Jan Laceur verklaart de zitting gesloten.

Namens gemeenteraad,

André Reuse
algemeen directeur

Jan Laceur
raadsvoorzitter