Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het reglement 'belasting op de huis-aan-huisverspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter' goed te keuren.
Aangezien dit belastingreglement jaarlijks wordt gestemd door de gemeenteraad dient dit reglement vernieuw te worden voor aanslagjaar 2025. Verder verandert niets aan dit reglement t.o.v. vorig jaar.
Aan het toekomstig bestuur zal worden gevraagd om bepaalde reglementen per legislatuur goed te keuren, daar dit efficiënter is voor zowel de administratie als het bestuur.
REGELGEVING:
Juridische context
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1:
Er wordt voor een termijn ingaande op 1 januari 2025 en eindigend op 31 december 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de voor de bestemmelingen kosteloze verspreiding aan huis van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter.
Art. 2:
Onder verspreiding aan huis wordt verstaan op het grondgebied van de gemeente (of een deel ervan) achterlaten van drukwerk zonder adressering in de brievenbussen en zonder initiatief van de bestemmeling.
Onder drukwerk met handelskarakter wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken en merknamen, en die erop gericht is de potentiële klant er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder tegen betaling.
Art. 3:
De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken.
Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan of niet gekend is, wordt de belasting gevestigd lastens de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.
De drukker en de fysieke persoon of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Art. 4:
De belasting wordt vastgesteld op:
Grotere formaten worden omgerekend naar A4-formaat.
Art. 5:
Van de belasting is vrijgesteld de verspreiding van drukwerken waarvan de bedrukte oppervlakte voor 50 % of meer ingenomen wordt door tekst en/of afbeelding zonder handelskarakter.
Art. 6:
Van de belasting zijn eveneens vrijgesteld:
Art. 7:
De belastingplichtige is gehouden ten minste 24 uren voor de verspreiding van het drukwerk hiervan aangifte te doen aan het gemeentebestuur. Hierbij dient de belastingplichtige een blanco specimen van het te verspreiden drukwerk, een verklaring van het aantal exemplaren en een overzicht van de straten waar de folder zal bedeeld worden, ter beschikking te stellen.
Voor de periodieke verspreiding mag de aangifte bij voorbaat gedaan worden voor een periode van hoogstens 12 maanden.
Art. 8:
Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure - de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepalingen van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van de verzending van de betekening om zijn opmerkingen voor te dragen.
Art. 9:
De bij artikel 8 van dit reglement ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
Art. 10:
De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 11:
De kohieren worden door de financieel beheerder ingevorderd.
Art. 12:
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 13:
De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.