Terug
Gepubliceerd op 26/11/2024

Besluit  gemeenteraad

wo 20/11/2024 - 21:00

Belasting op de vergunningsaanvragen en meldingen bedoeld in artikel 5 van het decreet van 25/4/2014 betreffende de omgevingsvergunning – goedkeuring

Aanwezig: Jan Laceur, raadsvoorzitter
Ann Verschelden, burgemeester
Luk De Mey, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Etienne De Prijcker, Jan De Graef, Lotte Peeters, Robby Van der Stock, Jo Laureys, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Christel Vanhoyweghen, Mustafa Tokgoz, gemeenteraadsleden
André Reuse, algemeen directeur
Verontschuldigd: Ignace Sertijn, Frank Van Erum, gemeenteraadsleden

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het reglement 'belasting op de vergunningsaanvragen en meldingen bedoeld in artikel 5 van het decreet van 25/4/2014 betreffende de omgevingsvergunning' goed te keuren. 

Aangezien dit belastingreglement jaarlijks wordt gestemd door de gemeenteraad dient dit reglement vernieuw te worden voor aanslagjaar 2025. Verder verandert niets aan dit reglement t.o.v. vorig jaar.

Aan het toekomstig bestuur zal worden gevraagd om bepaalde reglementen per legislatuur goed te keuren, daar dit efficiënter is voor zowel de administratie als het bestuur.

REGELGEVING:

Bevoegdheid
  • Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008, en latere wijzigingen.
  • Het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000, gewijzigd bij besluit van 30 maart 2001, 8 maart 2002 en 5 juni 2009.
  • Het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, die de stedenbouwkundige vergunning, de verkavelingsvergunning en de milieuvergunning integreert.
  • Het besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 2017 houdende de mogelijkheid voor gemeentebesturen om de opstart van de omgevingsvergunning uit te stellen tot uiterlijk 1 juni 2017.
  • Decreet houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning van 2 juni 2017. 
  • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40§3 dat de bevoegdheid tot het vaststellen van reglementen bij de gemeenteraad legt.
Juridische context
  • Het gemeenteraadsbesluit van 20 december 2023 betreffende de belasting op de vergunningsaanvragen en meldingen bedoeld in artikel 5 van het decreet van 25/4/2014 betreffende de omgevingsvergunning.

OVERWEGINGEN:

Feiten en context
  • Dit is een gemeentebelasting geheven op de aanvraag van een omgevingsvergunning, die de vroegere stedenbouwkundige vergunning, de verkavelingsvergunning en de milieuvergunning integreert.

    Ze is verschuldigd:

    • Voor het verkavelen van gronden door de eigenaar.
    • Voor het exploiteren of veranderen van een ingedeelde inrichting of activiteit door de exploitant.
    • Voor stedenbouwkundige handelingen door de bouwheer.
  • Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning trad in werking vanaf 1 januari 2018 ten gevolge van het decreet van 2 juni 2017: vanaf deze datum worden stedenbouwkundige handelingen, verkavelingen en de exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten onderworpen aan één procedure, ingesteld door het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
  • De bestaande reglementen aangaande deze materie werden daartoe samengevoegd tot één reglement, zijnde het reglement 'belasting op de vergunningsaanvragen en meldingen bedoeld in artikel 5 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.'
Motivering
  • Aangezien dit belastingreglement jaarlijks wordt gestemd door de gemeenteraad dient dit reglement vernieuw te worden voor aanslagjaar 2025. Verder verandert niets aan dit reglement t.o.v. vorig jaar.
  • Aan het toekomstig bestuur zal worden gevraagd om bepaalde reglementen per legislatuur goed te keuren, daar dit efficiënter is voor zowel de administratie als het bestuur.
Publieke stemming
Aanwezig: Jan Laceur, Ann Verschelden, Luk De Mey, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Etienne De Prijcker, Jan De Graef, Lotte Peeters, Robby Van der Stock, Jo Laureys, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Christel Vanhoyweghen, Mustafa Tokgoz, André Reuse
Voorstanders: Jan Laceur, Ann Verschelden, Luk De Mey, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Etienne De Prijcker, Jan De Graef, Lotte Peeters, Robby Van der Stock, Jo Laureys, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Guy Bogaert-De Clercq, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Christel Vanhoyweghen, Mustafa Tokgoz
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

BESLUIT:

Artikel 1:

Voor een termijn ingaand op 1 januari 2025 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting geheven op de aanvraag van omgevingsvergunningen.

Art. 2:

Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor het verkavelen van gronden, is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de te verkavelen gronden. Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor het exploiteren of veranderen van een ingedeelde inrichting of activiteit, is de belasting verschuldigd door de exploitant van de ingedeelde inrichting of activiteit. Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor stedenbouwkundige handelingen, is de belasting verschuldigd door de bouwheer.

Art. 3:

De belasting bedraagt:

  • 12,50 euro voor stedenbouwkundige werken van geringe omvang (kleiner dan 100 m³), niet inbegrepen de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die daaraan verbonden kan zijn.
  • 12,50 euro voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen.
  • 62,00 euro voor aanvraag stedenbouwkundig attest.
  • 62 euro voor een eengezinswoning, niet inbegrepen de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die daaraan verbonden kan zijn.
  • 62,00 euro per woongelegenheid voor de aanvragen tot het bouwen, verbouwen of herbouwen van meergezinswoningen.
  • 125 euro voor de aanvragen tot het bouwen, verbouwen of herbouwen van gebouwen, installaties, infrastructuren met commerciële, socio-culturele, pedagogische e.a. functies, zoals industriële bedrijven, ambachtelijke bedrijven, ateliers en werkplaatsen, winkels, warenhuizen, horeca, kantoren, ziekenhuizen, rustoorden, sportcomplexen, logement-huizen enz., niet inbegrepen de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die daaraan verbonden kan zijn.
  • 50,00 euro per lot van een aangevraagde verkaveling.
  • 25,00 euro per lot voor de wijziging van een verkaveling.
  • 50 euro voor de meldingen van ingedeelde inrichtingen of activiteiten van klasse 3.
  • 25 euro voor de vereenvoudigde meldingen van ingedeelde inrichtingen of activiteiten van klasse 3 (ingedeelde inrichtingen of activiteiten bij een woning en onlosmakelijk verbonden aan de woonfunctie).
  • 250 euro voor de exploitatie of verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit van klasse 2 en voor de mededeling van omzetting van een milieuvergunning klasse 2 naar een omgevingsvergunning voor onbeperkte termijn indien dit niet kan via de korte procedure.
  • 500 euro voor de exploitatie of verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit van klasse 1 zonder MER- of VR-verplichting en voor de mededeling van omzetting van een milieuvergunning klasse 1 naar een omgevingsvergunning voor onbeperkte termijn indien dit niet kan via de korte procedure.
  • 1000 euro voor de exploitatie of verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit van klasse 1 met MER- of VR-verplichting.
  • 250 euro voor de verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit klasse 3 die daardoor een ingedeelde inrichting of activiteit klasse 2 wordt.
  • 75 euro voor de mededeling van kleine verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit van klasse 2.
  • 100 euro voor de mededeling, via de korte procedure, van omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning voor onbeperkte termijn.
  • 500 euro voor het wijzigen van de milieuvoorwaarden van een ingedeelde inrichting of activiteit klasse 1.
  • 250 euro voor het wijzigen van de milieuvoorwaarden van een ingedeelde inrichting of activiteit klasse 2.
  • 50 euro voor een melding van de overdracht van de vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit.
  • 75 euro voor een tijdelijke ingedeelde inrichting of activiteit of een eenmalige activiteit.

Art. 4:

Het belastingbedrag zal verhoogd worden met:

  • De publicatiekosten voor het openbaar onderzoek zoals dit blijkt uit de facturen van de desbetreffende krantengroepen.
  • De kosten van aangetekende zendingen met betrekking tot de organisatie van het openbaar onderzoek.
  • De kosten van de aangetekende zendingen betreffende het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek indien de aanvraag niet digitaal ingediend werd.
  • De kosten van de aangetekende zendingen betreffende het meedelen van de beslissing indien de aanvraag niet digitaal ingediend werd.

Art. 5:

Vrijstelling van belasting wordt verleend aan:

  • De staat, het gewest, de provincies en de gemeenten voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten bestemd voor een dienst van openbaar nut.
  • De intercommunales.
  • Het O.C.M.W. en de kerkfabrieken.
  • Instellingen die zich inlaten met onderwijs, zieken- en bejaardenzorg.
  • Inrichtingen geëxploiteerd door beschutte werkplaatsen.
  • Autonome gemeentebedrijven.

Art. 6:

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.

Art. 7:

De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Art. 8:

De regels betreffende de invordering, de verwijlintresten en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelasting op de inkomsten zijn toepasselijk op deze gemeentebelasting.