Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het reglement 'belasting op de vergunningsaanvragen en meldingen bedoeld in artikel 5 van het decreet van 25/4/2014 betreffende de omgevingsvergunning' goed te keuren.
Aangezien dit belastingreglement jaarlijks wordt gestemd door de gemeenteraad dient dit reglement vernieuw te worden voor aanslagjaar 2025. Verder verandert niets aan dit reglement t.o.v. vorig jaar.
Aan het toekomstig bestuur zal worden gevraagd om bepaalde reglementen per legislatuur goed te keuren, daar dit efficiënter is voor zowel de administratie als het bestuur.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
Dit is een gemeentebelasting geheven op de aanvraag van een omgevingsvergunning, die de vroegere stedenbouwkundige vergunning, de verkavelingsvergunning en de milieuvergunning integreert.
Ze is verschuldigd:
BESLUIT:
Artikel 1:
Voor een termijn ingaand op 1 januari 2025 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting geheven op de aanvraag van omgevingsvergunningen.
Art. 2:
Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor het verkavelen van gronden, is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de te verkavelen gronden. Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor het exploiteren of veranderen van een ingedeelde inrichting of activiteit, is de belasting verschuldigd door de exploitant van de ingedeelde inrichting of activiteit. Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor stedenbouwkundige handelingen, is de belasting verschuldigd door de bouwheer.
Art. 3:
De belasting bedraagt:
Art. 4:
Het belastingbedrag zal verhoogd worden met:
Art. 5:
Vrijstelling van belasting wordt verleend aan:
Art. 6:
De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Art. 7:
De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Art. 8:
De regels betreffende de invordering, de verwijlintresten en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelasting op de inkomsten zijn toepasselijk op deze gemeentebelasting.