Dit is een belasting op goederen die palen aan een verkeersweg die op kosten van de gemeente is geopend, verbreed, verlengd of recht getrokken. De belasting is verschuldigd door alle eigenaars, bezitters of personen hiermee gelijkgesteld op 1 januari van het belastingjaar voor het ganse jaar.
De belasting kan worden afgekort in jaarlijkse schijven of kan ineens betaald worden. Belastingbedragen van minder dan € 50,00 moeten ineens afbetaald worden.
Aan dit reglement wijzigt niets t.o.v. vorig jaar.
REGELGEVING:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022, een belasting geheven overeenkomstig de beschikkingen van de onderhavige verordening op het openen, verbreden, verlengen of rechttrekken van straten.
Artikel 2: Deze belasting is verschuldigd door alle eigenaars of gelijkgestelde wier onroerende goederen palen aan verkeerswegen welke tijdens de heffingstermijn van deze verordening en op kosten van de gemeente zullen geopend, verbreed, verlengd of rechtgetrokken worden.
Artikel 3: §1. De belasting bezwaart de eigendom. Zij is verschuldigd door de bezitter, zoals inzake onroerende voorheffing.
Zij is voor het ganse jaar verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van het aangeslagen goed.
§2. Wat het eerste belastingjaar aangaat zal de taks nochtans verschuldigd zijn door de bezitter van het betrokken onroerend goed op het ogenblik van de volledige verwerving der nodige gronden of van de voltooiing der werken. Deze voltooiing wordt bepaald door het proces – verbaal en vastgesteld bij besluit van het college van burgemeester en schepenen.
§3. Het eerste dienstjaar van de belasting stemt overeen met het kalenderjaar, tijdens hetwelk het werk zal voltooid zijn (in voorkomend geval voorlopige aanvaarding) of de grondverwervingen volledig doorgevoerd.
§4. Wanneer het werk echter slechts voltooid wordt (voorlopige aanvaarding) of de grondverwervingen volledig doorgevoerd worden tijdens het laatste kwartaal van een kalenderjaar, zal het eerste dienstjaar van de belasting overeenstemmen met het eerste daaropvolgend kalenderjaar.
§5. In geval van eigendomsoverdracht is de nieuwe eigenaar de taks verschuldigd, te rekenen van 1 januari die volgt op de datum van de akte die hem de eigendom toekent.
§6. Ingeval de eigendom nochtans belast is met recht van erfpacht of opstal, zal de belasting eisbaar zijn van de bezitter, ten titel van erfpacht of opstal.
Artikel 4: De opbrengst van de belasting zal in principe gelijk zijn aan de intrest en de aflossing van het gebruikte kapitaal.
Aflossingstermijn en intrestvoet zijn in principe dezelfde als voor de lening door de gemeente aangegaan tot financiering van de grondverwervingen en (of) de werken.
Ingeval de gemeente de uitgaven met eigen middelen financiert zal het verschuldigde kapitaal met tien jaarlijkse afkortingen worden afbetaald.
In dit geval zal de intrest aan marktwaarde worden aangerekend voor de leningen met terugbetalingstermijn van 10 jaar.
De schuldenaar van de belasting kan zich nochtans ontmaken van de betaling van jaarlijkse belasting:
Belastingbedragen van 50 EUR in min moeten steeds in éénmaal worden afbetaald.
Artikel 5: De globale waarde van de aangeworven percelen grond voor het openen, verbreden, verlengen of rechttrekken van straten door de gemeente, of voor haar rekening uitgevoerd, zal aan de gemeente terugbetaald worden door de aanpalende eigenaars door middel van een belasting, genaamd ‘openingstaks’.
Artikel 6: De eenheid van deze belasting zal vastgesteld worden door de globale prijs van de verworven percelen grond, afgezien van de waarde van de gebouwen, die er zich gebeurlijk op bevonden, te delen door de totale lengte van de boordeigendommen aan weerszijden van de weg op de rooilijn.
De belasting, door de aanpalende eigenaars verschuldigd, wordt verrekend pro-rata van het aantal strekkende meter eigendom op de rooilijn gemeten.
Nochtans, zo de weg gemeen is met een andere gemeente, zal de deling geschieden door de totale lengte der eigendommen, uitsluitend aan de zijde van Hamme.
De belasting mag niet meer dan 6 m² per strekkende meter van het goed aan de rooilijn treffen.
Artikel 7: De belasting wordt uitgesteld:
3. de niet-bebouwde eigendommen in de landelijke zone.
Bij de voorziene opheffing van uitstel, beginnen de afbetalingen te lopen van 1 januari af van het jaar, volgend op de opheffing. De verjaring mag niet ingeroepen worden.
Artikel 8: Voor de eigendommen, gelegen op de hoeken van straten en pleinen wordt de belastbare lengte enkel gerekend langs de grootste zijde, vermeerderd met de lengte van de afgeronde of afgeknotte hoek.
Indien de grondverwervingen of de werken, vermeld onder artikel 1 van dit reglement alleen uitgevoerd worden langs de kleinst ontwikkelde kant, dan zal de aanslag hierop gevestigd worden.
Worden de werken uitgevoerd langs de grootst ontwikkelde kant, nadat zij uitgevoerd werden langs de kleinste, dan zal de belastbare lengte, alvorens tot de grondslag te dienen voor de aanslag, eerst verminderd worden met het aantal strekkende meter eigendom aan de kleinste kant.
In geen geval zal de ontlasting meer dan 30 lopende meter mogen bedragen.
Artikel 9: De eigendommen, welke op twee straten uitgeven, zonder nochtans een hoek te vormen, zijn belastbaar voor de twee zijden.
Artikel 10: De bepalingen van het vroeger van kracht zijnde belastingreglement, toegepast bij het vaststellen van het eerste kohier op vroeger uitgevoerde werken, blijven op deze werken van toepassing.
Artikel 11: De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 12: De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. De kennisgeving van het aanslagbiljet aan de belastingplichtige gebeurt onverwijld na de uitvoerbaarverklaring van het kohier.
Artikel 13: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 14: De regels betreffende de invordering, de verwijlintresten en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelasting op de inkomsten zijn toepasselijk op deze gemeentebelastingen.