NB. Gezien de maatregelen, noodzakelijk n.a.v. de coronacrisis, ten gevolge van de opnieuw algemeen stijgende coronacijfers, gaat de zitting door via videoconferentie/Teams.
Livestreaming ten behoeve van de bevolking is voorzien; de audio-opname ter vervanging van het zittingsverslag, eveneens.
De heer raadsvoorzitter opent de zitting.
BESLUIT:
Keurt het proces-verbaal van 24 november 2021 met ... goed.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Neemt akte van het bereiken van de einddatum (3 januari 2022) van het schepenmandaat van Tom Vermeire.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Neemt akte van de eedaflegging van de heer Jan Rosschaert.
Artikel 2: De heer Jan Rosschaert is van rechtswege geïnstalleerd als tweede schepen met ingang vanaf de datum waarop het mandaat van de heer Tom Vermeire als schepen van rechtswege beëindigd wordt.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Enig artikel: De gemeenteraad neemt akte van het ontslag van de heer Tom Waterschoot als gemeenteraadslid, met ingang vanaf 1 januari 2022. Neemt eveneens akte van het feit dat de heer Tom Waterschoot het mandaat van gemeenteraadslid blijft uitoefenen tot de opvolger geïnstalleerd wordt.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Enig artikel: Navolgende artikelen van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel worden als volgt gewijzigd of toegevoegd:
Art 5 : §1 Met behoud van de toepassing van de specifieke regels per procedure wordt een vacante betrekking, ongeacht haar rangindeling, vervuld op één van de volgende manieren :
Bij de aanwervingsprocedure worden tegelijk personen extern aan het gemeentebestuur en personeelsleden van het gemeentebestuur uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de betrekking.
Bij de bevorderingsprocedure en de procedure van interne personeelsmobiliteit worden alleen leden van het gemeentepersoneel uitgenodigd om zich voor de vacante betrekking kandidaat te stellen.
De aanstellende overheid bepaalt bij de vacant verklaring van de betrekking volgens welke procedure of procedures ze vervuld wordt. Er wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van bevordering en mobiliteit voor de invulling van vacante betrekkingen.
§2 De aanstellende overheid verklaart de betrekking open.
Art 5 bis wordt geschrapt.
Art 15 : §1 De selecties worden uitgevoerd door een selectiecommissie.
Voor de samenstelling van de selectiecommissies gelden de volgende algemene regels :
1° de selectiecommissie bestaat uitsluitend uit deskundigen
2° elke selectiecommissie bestaat uit ten minste drie leden en per lid uit een plaatsvervanger die optreedt bij afwezigheid van de persoon die hij vervangt
3° ten minste een derde van de leden zijn deskundigen die extern zijn aan het eigen gemeentebestuur
4° de selectiecommissie bestaat bij voorkeur uit leden van verschillend geslacht
5° de leden van de gemeenteraad, en van het college van burgemeester en schepenen en van het BCSD kunnen geen lid zijn van een selectiecommissie in een selectieprocedure voor het eigen bestuur;
6° bij afloop van de selectieactiviteiten beraadslaagt de selectiecommissie voltallig over het eindresultaat en het eindverslag van de kandidaten
7° de deskundigen hebben minimum hetzelfde administratieve niveau als de functie waarover de selectie gaat.
§2 Onder deskundig wordt verstaan dat de leden van de selectiecommissie over de specifieke deskundigheden moeten beschikken om de kandidaten te beoordelen op de voor de functie vastgestelde selectiecriteria.
§3 Voor de selectie van ambtenaren in decretale graden, niveau A en niveau B van deze rechtspositieregeling, worden psychotechnische proeven en persoonlijkheidstests afgenomen door een extern selectiebureau of door een persoon die daartoe bevoegd is. Het rapport omschrijft gemotiveerd de geschiktheid van de kandidaten, zo nodig met aanbevelingen. Het rapport dat zij afleveren verandert niet de quoteringen en rangschikking toegekend door de selectiecommissie bedoeld in §1 van dit artikel. Kandidaten die deelnemen aan een selectieprocedure binnen hetzelfde niveau en die op dat niveau voor een volledige procedure geslaagd zijn, worden vrijgesteld.
Art 20 : §1 Binnen de grenzen van de algemene bepalingen in afdeling I, bepaalt de aanstellende overheid:
1° de selectiecriteria
2° de keuze van de selectietechniek(en)
3° het verloop van de selectie, met inbegrip van de timing
4° het minimale resultaat om als geslaagd beschouwd te worden bij de afsluiting van de selectieprocedure en in voorkomend geval, het minimale resultaat om toegelaten te worden tot een volgende stap in de selectieprocedure.
§2 Als de aanstellende overheid kiest voor een combinatie van de aanwervingsprocedure en de bevorderingsprocedure en de gelijktijdige toepassing daarvan, worden de externe en de interne kandidaten onderworpen aan dezelfde selectieproeven.
Eventuele schriftelijke kennisproeven met dezelfde inhoud worden op hetzelfde tijdstip afgenomen.
§3 De selectieprocedures bestaan uit minimum 2 gedeelten afgestemd op de inhoud en het niveau van de functie:
1. een schriftelijk, praktisch gedeelte en/of fysiek gedeelte
2. een mondeling gedeelte dat met een schriftelijke voorbereiding kan gecombineerd worden.
In het geval dat de selectieprocedure geheel of gedeeltelijk is uitbesteed aan een extern selectiebureau dan kan de aanstellende overheid hiervan afwijken.
§4 Als een aanwervingsprocedure of een combinatie ervan met een andere personeelsprocedure wordt georganiseerd, kan de aanstellende overheid beslissen om tot een beperking van het aantal deelnemers over te gaan, op basis van een vergelijkende preselectie die kan bestaan uit een preselectieproef of een screening op basis van CV. De preselectie maakt geen deel uit van de eigenlijke selectieprocedure, maar gaat eraan vooraf. De aanstellende overheid bepaalt voorafgaand aan de publieke oproep het kandidatenaantal op basis waarvan een preselectie georganiseerd zal worden en de vorm van de preselectieproef of de criteria voor de CV-screening. Voor de eventuele preselectieproef moet vijftig procent van de punten behaald worden, zo niet kan de kandidaat niet deelnemen aan de selectieonderdelen. De voor deze preselectieproef behaalde punten zullen niet in aanmerking worden genomen bij de rangschikking van de geslaagde kandidaten voor de selectieprocedure, behalve wanneer kandidaten op alle selectieonderdelen een gelijke score behalen. De score van de preselectieproef telt slechts mee voor de eindrangschikking en opname in de wervingsreserve met rangschikking van de geslaagde kandidaten die op alle selectieonderdelen een gelijke score behalen.
Hoofdstuk Externe personeelsmobiliteit (in te voegen na het hoofdstuk interne personeelsmobiliteit)
Afdeling I. Externe personeelsmobiliteit voor personeelsleden van overheden met hetzelfde werkingsgebied
Art. 127.1.
Deze afdeling is enkel van toepassing op personeelsleden van het eigen OCMW en het eigen autonoom gemeentebedrijf/de eigen autonome gemeentebedrijven.
Art. 127.2.
De externe personeelsmobiliteit voor personeelsleden in dit hoofdstuk wordt verwezenlijkt op de volgende manieren :
1° door deelname aan de procedure voor interne personeelsmobiliteit;
2° door deelname aan de bevorderingsprocedure.
Bij de toepassing van de externe personeelsmobiliteit voor personeelsleden worden dus niet alleen personeelsleden in dienst bij de gemeente uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de vacante functie, maar ook de externe personeelsleden bedoeld in vorig artikel.
Art. 127.3.
De externe personeelsmobiliteit voor personeelsleden is enkel van toepassing op de volgende functies:
1° de statutaire functies;
2° bestendige contractuele functies op de personeelsformatie van de gemeente.
Ze is niet van toepassing op de functie van algemeen directeur of financieel directeur.
Art. 127.4. Kandidaten
De volgende personeelsleden kunnen zich kandidaat stellen voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit of voor deelname aan de bevorderingsprocedure voor een vacature:
1° de vast aangestelde statutaire personeelsleden, ongeacht hun administratieve toestand;
2° de contractuele personeelsleden die beantwoorden aan de criteria om bij hun eigen overheid in aanmerking te komen voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit, respectievelijk aan de bevorderingsprocedure.
Art. 127.5.
Als de aanstellende overheid bij de vacantverklaring van een functie beslist, dat ze een beroep doet op externe personeelsmobiliteit deelt ze haar beslissing mee aan het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf, samen met het verzoek aan het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf om de vacature intern bekend te maken.
Art. 127.6. Bekendmaking vacature
De regels over het vacaturebericht, over de wijze van kandidaatstelling en over de termijn voor de kandidaatstelling die van toepassing zijn bij de procedure van interne personeelsmobiliteit en bij de bevorderingsprocedure, zijn ook van toepassing als de aanstellende overheid een beroep doet op kandidaten van het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf.
De bekendmaking van de vacature door het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf gebeurt via de interne bekendmakingskanalen van het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf die gebruikt worden bij de toepassing van de procedure van interne personeelsmobiliteit, respectievelijk de bevorderingsprocedure.
Art. 127.7. Aanstellingsvoorwaarden
Het personeelslid van het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf dat zich kandidaat stelt voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit, moet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de voorwaarden voor de interne personeelsmobiliteit.
Het personeelslid van het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf dat zich kandidaat stelt voor deelname aan de bevorderingsprocedure, moet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan bevorderingsvoorwaarden voor de vacante functie.
Art. 127.8. Selectie
Kandidaten van het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf moeten op dezelfde wijze als kandidaten van de gemeente:
1° aantonen dat ze voldoen aan de competentievereisten voor de vacante functie bij deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit;
2° slagen voor de selectieprocedure bij deelname aan de bevorderingsprocedure.
Art. 127.9. Aanstelling
De geselecteerde kandidaat die overkomt van het OCMW of het autonoom gemeentebedrijf, wordt aangesteld in de functie waarvoor hij zich kandidaat gesteld heeft. De kandidaat voor een statutaire functie wordt in statutair dienstverband aangesteld. De kandidaat voor een contractuele functie wordt in contractueel dienstverband aangesteld.
Het personeelslid wordt naar aanleiding van een bevorderingsprocedure onderworpen aan een evaluatie tijdens de minimale periode van functioneren volgend op de indiensttreding waarvan de duurtijd dezelfde is als die voor interne personeelsleden van de gemeente voor deze functie.
Art. 127.10.
De aanstellende overheid bezorgt een kopie van de aanstellingsbeslissing aan de overheid van herkomst van de kandidaat.
De aanstellende overheid bepaalt de datum of de termijn van indiensttreding van het geselecteerde personeelslid.
Het personeelslid dat overkomt van het OCMW of het autonoom gemeentebedrijf legt bij zijn indiensttreding opnieuw de eed af.
Art. 127.11. Salarisschaal, schaalanciënniteit en geldelijke anciënniteit
§1. Het personeelslid dat overkomt van het OCMW of het autonoom gemeentebedrijf als gevolg van deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit behoudt na zijn aanstelling in de nieuwe functie de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het verworven had in de functionele loopbaan van zijn vorige functie, als met de nieuwe functie dezelfde functionele loopbaan verbonden is.
Als het personeelslid aangesteld wordt in een functie van dezelfde rang waarmee een andere functionele loopbaan met andere salarisschalen verbonden is, dan behoudt het zijn schaalanciënniteit en wordt het met die schaalanciënniteit ingeschaald in de daarmee overeenstemmende salarisschaal van de nieuwe functionele loopbaan. Personeelsleden met de weddeschaal C1-C2-C3 die overstappen naar een rang met weddeschaal C1-C2 kunnen de oude weddeschaal te persoonlijken titel behouden.
§2. Het personeelslid dat overkomt van het OCMW of het autonoom gemeentebedrijf als gevolg van deelname aan de bevorderingsprocedure krijgt na zijn aanstelling in de nieuwe functie de eerste salarisschaal van de functionele loopbaan die verbonden is met de nieuwe functie. De schaalanciënniteit begint opnieuw vanaf nul te lopen.
De regeling van de gegarandeerde salarisverhoging bij bevordering naar een graad van een hoger niveau is ook van toepassing op het personeelslid dat als gevolg van een bevordering naar een graad van een hoger niveau overkomt van het OCMW of het autonoom gemeentebedrijf.
§3. In afwijking van paragraaf 1 wordt ervaring in de privésector of als zelfstandige die bij het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf gevaloriseerd werd in de schaalanciënniteit, alleen gevaloriseerd in de schaalanciënniteit binnen de grenzen van de valorisatieregeling bij de gemeente zoals bepaald in deze rechtspositieregeling.
Ervaring in de privésector of als zelfstandige die bij het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf gevaloriseerd werd in de geldelijke anciënniteit, wordt alleen gevaloriseerd in de geldelijke anciënniteit binnen de grenzen van de valorisatieregeling bij de gemeente zoals bepaald in deze rechtspositieregeling.
Art. 127.12. Andere administratieve anciënniteiten
De niveau-anciënniteit en de dienstanciënniteit die het personeelslid verworven had bij het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf, worden volledig in aanmerking genomen voor de vaststelling van de niveau-anciënniteit en de dienstanciënniteit.
De regels voor de vaststelling van de graadanciënniteit na aanstelling in een andere graad bij de toepassing van de procedure van interne personeelsmobiliteit zijn ook van toepassing op het personeelslid dat overkomt van het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf en dat aangesteld wordt in een andere graad.
Na bevordering neemt de graadanciënniteit in de nieuwe graad een aanvang.
Art. 127.13. Verloven en afwezigheden
Het personeelslid dat overkomt van het OCMW of het autonoom gemeentebedrijf, is onderworpen aan de regels over de jaarlijkse vakantie, de feestdagen en de andere verloven en afwezigheden die gelden bij de gemeente. Er zijn geen overgangsbepalingen van toepassing.
De regels over het ziektekrediet bij de gemeente zijn van toepassing, met dien verstande dat de jaren dienstactiviteit en de al opgenomen ziektekredietdagen bij het OCMW en het autonoom gemeentebedrijf, meegerekend worden voor de vaststelling van het aantal dagen ziektekrediet en dienstvrijstellingen.
Bijlage Bijzondere aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden
In deze bijlagen worden de specifieke examenprogramma’s en de opgelegde samenstellingen van de selectiejury’s geschrapt.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Enig artikel: Het organogram van het gemeentepersoneel wordt aangepast zoals in bijlage.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Enig artikel: De telewerkpolicy voor het gemeentepersoneel wordt als volgt vastgesteld:
Vanaf 1 januari 2022 wordt vast telewerken mogelijk gemaakt binnen het lokaal bestuur Hamme (gemeentebestuur-OCMW). Om de wederzijdse rechten en plichten duidelijk te communiceren, wordt deze policy ingevoerd.
Telewerk is een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarin, door het gebruik van informatietechnologie, in het kader van een arbeidsovereenkomst of statutaire aanstelling, werkzaamheden die ook op de werkplek van de werkgever zouden kunnen worden uitgevoerd, op regelmatige basis en niet incidenteel buiten die bedrijfslocatie worden uitgevoerd.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen structureel en occasioneel telewerken:
Structureel telewerken: Men spreekt van structureel telewerk als op een vaste dag telewerk wordt gedaan. Om een te groot isolement van de telewerker te vermijden en ook om organisatorische redenen, is het telewerk per week beperkt.
Occasioneel telewerken: Men spreekt van occasioneel telewerk als er geen regelmaat in het telewerken is. Het heeft een ad hoc karakter. Dit is o.a. in geval van moeilijkheden om naar de werkplaats te komen, bv. bij stakingen, extreme weersomstandigheden,… Dit kan enkel op voorwaarde dat de medewerker voorafgaand reeds een afspraak tot telewerken had, zodat hij/zij beschikt over de middelen om te telewerken.
Indien de omstandigheden dat vereisen bv. omwille van veiligheid kan het college/vast bureau tijdelijk de toepassing of modaliteiten uitbreiden.
Deze policy is van toepassing op alle medewerkers van het lokaal bestuur Hamme van wie de werkzaamheden op afstand kunnen worden verricht. Alle medewerkers kunnen dus gebruik maken van telewerk, met uitzondering van diegenen waarvan de aard van de functie dit niet toelaat (bijvoorbeeld: onthaal- en baliemedewerker, werkmannen, loketbediende, etc.).
De leidinggevende bekijkt binnen de dienst of en in welke mate het takenpakket en de autonomie van de medewerker telewerk mogelijk maakt.
Volgende basisvoorwaarden moeten gelijktijdig vervuld worden :
Telewerken is een gunst, geen recht. De continuïteit van de dienstverlening en de permanentie op de dienst primeren op de mogelijkheid tot telewerken. Indien de leidinggevende oordeelt dat de werkorganisatie de aanwezigheid van de betrokken telewerker op kantoor vereist, kan de leidinggevende het telewerken tijdelijk intrekken tot de werkorganisatie dit terug toelaat. De leidinggevende brengt de werknemer hiervan op de hoogte. De leidinggevende heeft de mogelijkheid om de telewerker naar het werk te laten komen indien hij/zij dit wegens organisatorische redenen opportuun acht.
Bij wijziging van dienst of functie wordt het telewerken herbekeken met de (nieuwe) leidinggevende.
Bij misbruik van telewerken (bv. Afgesproken opdrachten niet uitgevoerd, niet bereikbaar op de afgesproken momenten,…) wordt er een einde gesteld aan de mogelijkheid tot telewerken.
Het telewerken gebeurt op vrijwillige basis vanuit de medewerker en het bestuur. De medewerker kan het telewerken niet opeisen, noch kan hij/zij verplicht worden om te telewerken.
De medewerker die gebruik wenst te maken van telewerk dient hiervoor een aanvraag in bij de leidinggevende waarin de volgende zaken vermeld staan:
De leidinggevende zal zo snel mogelijk beslissen over de aanvraag van de werknemer. De leidinggevende kan ook wijzigingen of aanvullingen doen aan het te verrichten werk en de te verwachten doelstelling. Indien de aanvraag zou worden geweigerd, zal de leidinggevende ook motiveren waarom. Dit kan via het aanvraagformulier gecommuniceerd worden of via mail.
Deze policy gaat in voege vanaf 1 januari 2022.
Alle medewerkers die gebruik maken van de optie telewerk, kunnen deze policy nalezen op intranet of krijgen deze per mail van de leidinggevende. Door de aanvraag in te dienen, verklaren zij zich akkoord met de inhoud van de policy.
Telewerken kan zowel voor voltijdse als voor deeltijdse medewerkers en gebeurt in halve of volle dagen. Voor een voltijds personeelslid geldt een halve dag voor 3u48 en een volle dag voor 7u36. Voor een deeltijds personeelslid of een personeelslid met een afwijkend uurrooster gebeurt de aanrekening volgens normtijd (=aantal te werken uren volgens uurrooster op die dag).
De telewerker presteert deze uren binnen de grenzen van 7u30 tot 18u00, rekening houdend met de afspraken rond bereikbaarheid. Hij/zij neemt bovendien een half uur pauze na 6u onafgebroken te werken.
Een medewerker die voltijds of meer dan halftijds werkt, kan maximaal een dag per week telewerken. Wie halftijds of minder werkt, kan maximaal een halve dag telewerken per week. De telewerker bepaalt in onderling overleg met zijn leidinggevende op welke dag hij/zij telewerkt. Is het moeilijk om een vaste dag vast te leggen, dan kan dit in overleg met de leidinggevende flexibel vastgelegd worden.
In gelijk welk geval van telewerk (vaste dag of flexibel) moet dit voorafgaand in de prikklok worden geregistreerd. Dit is belangrijk in het kader van de arbeidsongevallenverzekering. Telewerk kan geen aanleiding geven tot overwerk of opbouwen van balansuren.
Telewerken kan gecombineerd worden met een andere afwezigheid, bijvoorbeeld verlof, overuren, ouderschapsverlof, loopbaanonderbreking,…
De telewerker wordt geacht bereikbaar te zijn tijdens de werkuren. Bij afwijking wordt er duidelijk afgesproken met de leidinggevende op welke tijdstippen de telewerker beschikbaar is en wat deze beschikbaarheid inhoudt (alle telefoons en mails beantwoorden of enkel dringende zaken b.v. omwille van een online opleiding). De afspraken met de telewerker worden ook duidelijk met de collega’s gedeeld. De werktelefoon wordt meegenomen naar huis of doorgeschakeld zodat de medewerker bereikbaar is of wordt afgemeld wanneer men niet beschikbaar is, zodat collega’s buiten de dienst dit juist kunnen inschatten. Het is belangrijk dat de status in het telefoniesysteem juist wordt opgegeven voor efficiënt doorschakelen door het onthaal. Er is een smartphoneapp beschikbaar die dit zeer eenvoudig maakt.
De verwachte output van een telewerker per dag moet gelijkstaan met een prestatie van een volledige dag (indien voltijds 7u36) of een dagdeel (indien halftijds 3u48). Concrete resultaten kunnen door de leidinggevende gespecifieerd worden.
Het telewerken gebeurt in een vertrouwensrelatie. Net zoals op de werkvloer zal de telewerker zijn werk zorgvuldig, eerlijk, nauwgezet en met de nodige discretie en vertrouwelijkheid verrichten. De telewerker verbindt zich ertoe regelmatig op eigen initiatief te rapporteren over de output van het telewerken aan de direct leidinggevende.
Telewerk is pas mogelijk wanneer de medewerker over de nodige hardware, software en toegangen beschikt om vanop afstand te werken. De telewerker maakt gebruik van een computer toegewezen door de werkgever (zijn persoonlijke werklaptop of eventueel een dienstlaptop die daartoe geschikt is) om te telewerken en gaat zorgvuldig om met deze apparatuur. Andere randapparatuur bv. printer, internet,… voorziet de medewerker zelf. De bepalingen van de e-policy zijn ook van toepassing op telewerkers. In geval van beëindiging van het telewerk, worden de hiervoor ter beschikking gestelde werkingsmiddelen ingeleverd, tenzij deze voor de gewone werking noodzakelijk zijn. De telewerker verbindt zich ertoe het ter beschikking gestelde materiaal niet voor privédoeleinden te gebruiken.
De telewerker brengt zo spoedig mogelijk de leidinggevende en de dienst ICT op de hoogte van diefstal, verlies of schade aan het computermaterieel.
De medewerker draagt de nodige zorg voor de werkmiddelen. De kosten voor verlies of beschadiging van de ter beschikking gestelde apparatuur zijn voor rekening van de werkgever. Als het verlies of beschadiging het gevolg zijn van bedrog, zware fout of veel voorkomende lichte fout zijn de kosten ten laste van de telewerker.
De telewerker brengt onmiddellijk zijn leidinggevende op de hoogte bij technische defecten aan de apparatuur of bij een geval van overmacht waardoor de telewerker zijn werk niet kan verrichten. Er kan dan worden voorzien in vervangende taken of een tijdelijke terugkeer naar de werkvloer. Indien het technisch defect betrekking heeft op de door de werkgever ter beschikking gestelde werkingsmiddelen, zal de werkgever de nodige stappen ondernemen om hieraan zo snel mogelijk te verhelpen en de kosten hiervan dragen.
De telewerker is zich bewust van de risico’s en verantwoordelijkheden betreffende informatieveiligheid, zowel wat betreft digitale als papieren dossiers en volgt de deontologische code, de e-policy en alle andere richtlijnen hierrond strikt op. Bij voorkeur wordt er zoveel mogelijk gewerkt met digitale dossiers. Indien het noodzakelijk is dat een papieren dossier dat uniek, authentiek en/of vertrouwelijk is, mee wordt genomen dient dit te worden gemeld op dienst, zowel bij het meenemen als het terugbrengen van het dossier. Er worden geen kopieën van dossiers permanent thuis bewaard.
Er wordt geen onkostenvergoeding voor telewerken voorzien aangezien dit als een gunst en faciliteit voor de medewerkers wordt beschouwd.
De telewerker zorgt ervoor dat hij ongestoord en geconcentreerd kan werken op de gekozen telewerkplek.
De telewerker is verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid op zijn eigen telewerkplek. De telewerker kan altijd ten rade gaan bij de preventieadviseur. Onze preventieadviseur moet dan ook de werkplek kunnen controleren, zodat die kan nagaan of de verplichtingen inzake veiligheid en gezondheid correct worden toegepast. Zo’n bezoek gebeurt steeds met goedkeuring van de medewerker en is vooraf aangekondigd.
Conform de bepaling in het arbeidsreglement moet ook de telewerker in geval van ziekte of ongeval waardoor hij/zij arbeidsongeschikt is, vóór het verplichte aanvangsuur zijn/haar leidinggevende telefonisch op de hoogte brengen.
Het telewerken wordt beschouwd als werken. Daarom is de bestaande regeling inzake arbeidsongevallen ook van toepassing tijdens het telewerken. Een correcte aanvraag in de prikklok voorafgaand aan de telewerkdag is daarom van belang. Ongevallen die zich voordoen buiten het normale uurrooster of op een andere locatie dan deze vermeld in de individuele telewerkovereenkomst worden niet erkend als arbeidsongeval.
Ongevallen overkomen tijdens het telewerken die als arbeidsongevallen zouden kunnen erkend worden, worden zo spoedig mogelijk telefonisch of per e-mail door het slachtoffer, zijn rechtverkrijgenden of ieder ander belanghebbend persoon meegedeeld aan de leidinggevende en de personeelsdienst.
De werkgever is niet aansprakelijk voor schade aan persoonlijke roerende en onroerende goederen (of deze die hij/zij huurt, gebruikt of in bewaring heeft) ten gevolge van het telewerken.
Het telewerken binnen de dienst zal op geregelde tijdstippen moeten geëvalueerd worden om na te gaan of het haalbaar blijft voor de dienstverlening. Telewerk vormt zo nodig een item op feedback- en evaluatiegesprekken.
Gedurende het telewerk, behoudt de medewerker dezelfde rechten en plichten o.a. wat betreft arbeidsvoorwaarden, loopbaan en vorming die van toepassing zijn tijdens het werken op kantoor.
Tijdens het telewerk blijven de deontologische code en alle andere bestaande procedures en reglementen van toepassing. In het bijzonder blijven ook de regels met betrekking tot de veiligheid en preventie op de werkplek van toepassing.
Het telewerk kan bij een wijziging van het takenpakket en/of na overleg tussen de medewerker en de leidinggevende worden stopgezet. In geval van misbruik, kan het telewerk door de werkgever (eventueel tijdelijk) worden stopgezet.
De leidinggevende en de medewerker bespreken samen de taken die tijdens het telewerk worden uitgevoerd en het verwachte resultaat. De leidinggevende volgt dit van nabij op en ondersteunt of stuurt bij waar nodig. Voor elke dag telewerk doet de medewerker het nodige zodat zijn/haar collega’s de nodige informatie hebben om hun werkzaamheden uit te voeren.
De medewerker is verantwoordelijk voor een veilige en comfortabele (thuis)werkplek.
De medewerker is verantwoordelijk voor een goede werkplanning en een werkomgeving die efficiënt werken mogelijk maakt.
Het toestaan van telewerk is gekoppeld aan een bereikbaarheidsverplichting. Deze bereikbaarheidsverplichting wordt opgenomen in de taakafspraken met de leidinggevende.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2022 worden ten bate van de gemeente 1.039 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2: De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor het aanslagjaar 2022 een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2: De belasting wordt vastgesteld op 8,00 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3: De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2022 wordt ten behoeve van de gemeente Hamme, een jaarlijkse algemene heffing op bedrijven en vrije beroepen geheven, voor een termijn eindigend op 31 december 2022.
Artikel 2: De algemene gemeentebelasting op bedrijven en vrije beroepen is verschuldigd door alle natuurlijke en rechtspersonen die op 1 januari van het belastingjaar, als hoofdactiviteit en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente:
Artikel 3: §1. De belasting is verschuldigd afzonderlijk per vestiging, hoe dan ook genaamd, gelegen op het grondgebied van de gemeente en door de belastingplichtige gebruikt of tot zijn gebruik is voorbehouden.
§2. De belasting wordt, ongeacht de kadastrale indeling vastgesteld rekening houdend met de totale bebouwde en onbebouwde oppervlakte van het goed waarop de vestiging zich bevindt. Als bebouwde oppervlakte wordt die van de laagste bovengrondse verdieping in aanmerking genomen.
Artikel 4: De basisbelasting wordt als volgt vastgesteld:
A. Voor land – en tuinbouwbedrijven:
A.1. Landbouwbedrijven:
Voor de schijf tot 7,5 ha |
74,00 EUR |
Voor de schijf boven 7,5 ha tot 12 ha |
105,00 EUR |
Voor de schijf boven 12 ha tot 25 ha |
148,00 EUR |
Voor de schijf boven 25 ha |
247,00 EUR |
Onder ‘landbouw’ wordt verstaan: akkerbouw, bosbouw en (pluim)veeteelt.
A.2. Tuinbouwbedrijven
A.2.1. Uitsluitend in open lucht.
Voor de schijf tot 1 ha | 74,00 EUR |
Voor de schijf boven 1 ha tot 3 ha |
105,00 EUR |
Voor de schijf boven 3 ha tot 6 ha |
148,00 EUR |
Voor de schijf boven 6 ha |
247,00 EUR |
A.2.2. Uitsluitend onder glas.
Voor de schijf tot 999 m² |
74,00 EUR |
Voor de schijf van 1.000 m² tot 6.999 m² |
105,00 EUR |
Voor de schijf van 7.000 m² tot 14.999 m² |
148,00 EUR |
Voor de schijf vanaf 15.000 m² |
247,00 EUR |
Gemengde tuinbouwbedrijven (exploitaties zowel in open lucht als onder glas) die in beide categorieën vallen, betalen een bedrag dat overeenkomt met de hoogste schijf waarin ze vallen.
B. Voor de andere bedrijven en de vrije beroepen:
Tot |
49 m² |
123,00 EUR |
van 50 m² tot |
99 m² |
154,00 EUR |
Van 100 m² tot |
249 m² |
185,00 EUR |
Van 250 m² tot |
499 m² |
310,00 EUR |
Van 500 m² tot |
749 m² |
371,00 EUR |
Van 750 m² tot |
999 m² |
635,00 EUR |
van 1.000 m² tot |
4.999 m² |
930,00 EUR |
van 5.000 m² tot |
9.999 m² |
1240,00 EUR |
van 10.000 m² tot |
24.999 m² |
1859,00 EUR |
van 25.000 m² tot |
49.999 m² |
2478,00 EUR |
meer dan 50.000 m² |
|
3100,00 EUR |
Artikel 5: Vrijstellingen en verminderingen:
§1. Is vrijgesteld van deze belasting:
De belastingplichtige die de activiteit bedoeld in artikel 2 van dit besluit heeft aangevat in het jaar dat het aanslagjaar voorafgaat EN die vóór de aanvang van de bedoelde activiteit de hoedanigheid van uitkeringsgerechtigde werkloze of schoolverlater had, of die genoot van een bestaansminimum.
Deze vrijstelling kan slechts voor 3 opeenvolgende jaren worden toegepast.
§2. Op de overeenkomstig artikel 4 van dit besluit berekende belasting wordt een vermindering toegestaan van:
§3. De verminderingen waarvan sprake in §2 zijn cumuleerbaar, zonder dat evenwel de belasting minder mag bedragen dan 25,00 EUR.
Artikel 6: Elke belastingplichtige is gehouden per vestiging aangifte te doen bij middel van een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de er in vermelde datum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. De aangifte blijft geldig tot ze wordt opgezegd.
Artikel 7: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege belast, conform artikel 6 van de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 8: Overtredingen op de aangifteverplichting geven aanleiding tot volgende belastingverhogingen:
De overtredingen op de aangifteverplichting worden vastgesteld door de ambtenaren van het gemeentebestuur van Hamme, speciaal daartoe aangesteld door het college van burgemeester en schepenen. De vastgestelde overtredingen worden genoteerd in processen – verbaal die bewijskracht hebben tot het tegendeel bewezen is.
De belastingverhoging wordt ingekohierd samen met het recht.
Artikel 9: De heffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2022 wordt ten behoeve van de gemeente Hamme een jaarlijkse algemene heffing op gezinnen geheven voor een termijn eindigend op 31 december 2022.
Artikel 2: Deze heffing is ten laste van ieder gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar is ingeschreven in de bevolkingsbestanden van de gemeente en waarvan geen enkel lid onderworpen is aan de algemene heffing op bedrijven en vrije beroepen.
Artikel 3: §1. Onder gezin wordt verstaan:
§2. De heffing wordt gevestigd ten laste van een gezinsverantwoordelijke, d.w.z. namens één van de gezinsleden ouder dan 18 jaar, dat in het gezin eigen belangen en desgevallend die van de medegezinsleden behartigt en zich tegenover derden als dusdanig kenbaar gemaakt heeft, optreedt of gekend is.
Artikel 4: §1. De belasting is verschuldigd per woning of woongelegenheid, hoe dan ook genaamd, op het grondgebied van de gemeente Hamme gelegen en door het gezin gebruikt of tot gebruik voorbehouden als hoofdverblijf.
§2. Een woning of woongelegenheid wordt beschouwd als gelegen in de gemeente wanneer zij haar adres heeft in de gemeente of de hoofdingang in de gemeente gelegen is.
Artikel 5: De belasting wordt bepaald op 40,00 euro per gezin.
Artikel 6: Het begonnen jaar is volledig verschuldigd, met dien verstande dat alleen de op 1 januari bestaande toestand in aanmerking genomen wordt.
Artikel 7: Kunnen ontheffing van deze belasting bekomen:
Artikel 8: De heffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9: De heffing is betaalbaar binnen de twee maand na toezending van het aanslagbiljet.
Artikel 10: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een periode ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022 een kohierbelasting geheven om de kosten op ambtshalve door de gemeente of door derden in opdracht van de gemeente, voor derden uitgevoerde werken, terug te vorderen.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de perso(o)n(en): natuurlijke of rechtspersonen die – na ingebrekestelling – nalaten te voldoen aan de hen opgelegde verplichtingen opgenomen in een wet, decreet, reglementaire bepaling of zelfs gemeentelijke vergunning of gemeentelijke verordening. Een ingebrekestelling is niet vereist indien er sprake is van onmiddellijk gevaar. In geval twee of meer natuurlijke of rechtspersonen nalatig zijn, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld als volgt:
1. Voor de inzet van gemeentepersoneel:
2. Ingezet materieel/prestaties:
a. Voertuigen (vergoeding per begonnen uur):
b. Gereedschappen (vergoeding per begonnen uur):
c. Tijdelijke verkeerssignalisatie:
Per bord/baken/hek (inclusief steunen en voeten):
3. Verwerkte materialen:
Worden aan kostprijs doorgerekend aan de belastingplichtige(n). De kostprijs wordt bepaald aan de hand van een recente factuur van aankoop van het materiaal door ons bestuur.
4. Inzet van derden bij de uitvoering van de gevraagde prestatie(s):
Worden aan kostprijs doorgerekend aan de belastingplichtige(n). De uiteindelijke kostprijs van de prestatie(s) wordt bepaald aan de hand van de factuur die ons bestuur ontvangt van de derde-ondernemer.
Artikel 4: De kohieren inzake gemeentebelastingen worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar, door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente.
Artikel 5: De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 6: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022 wordt een belasting geheven op de foorinrichtingen opgericht op privaat terrein. De belasting is verschuldigd door de uitbater van de inrichting.
Artikel 2: Deze belasting zal berekend worden in evenredigheid tot de oppervlakte van de inrichting aan 0,50 EUR /m².
Artikel 3: De foorkramer zal minstens acht dagen voordat hij de uitbating van zijn inrichting begint, aan het college van burgemeester en schepenen, een verklaring sturen waarin hij het opstellen van zijn inrichting laat kennen, alsook de aard en de oppervlakte hiervan, alsmede de duur van de opstelling.
Artikel 4: Het opmeten van de beslagen oppervlakte gebeurt door de zorgen van het gemeentebestuur.
Artikel 5: De belasting is éénmalig verschuldigd voor de duur van de bezetting.
Artikel 6: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 7: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaande op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022 een gemeentebelasting gevestigd op de voor de bestemmelingen kosteloze verspreiding aan huis van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter.
Artikel 2: Onder verspreiding aan huis wordt verstaan op het grondgebied van de gemeente (of een deel ervan) achterlaten van drukwerk zonder adressering in de brievenbussen en zonder initiatief van de bestemmeling.
Onder drukwerk met handelskarakter wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken en merknamen, en die erop gericht is de potentiële klant er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder tegen betaling.
Artikel 3: De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken.
Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan of niet gekend is, wordt de belasting gevestigd lastens de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.
De drukker en de fysieke persoon of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4: De belasting wordt vastgesteld op:
Grotere formaten worden omgerekend naar A4-formaat.
Artikel 5: Van de belasting is vrijgesteld de verspreiding van drukwerken waarvan de bedrukte oppervlakte voor 50% of meer ingenomen wordt door tekst en/of afbeelding zonder handelskarakter.
Artikel 6: Van de belasting zijn eveneens vrijgesteld:
Artikel 7: De belastingplichtige is gehouden ten minste 24 uren voor de verspreiding van het drukwerk hiervan aangifte te doen aan het gemeentebestuur. Hierbij dient de belastingplichtige een blanco specimen van het te verspreiden drukwerk, een verklaring van het aantal exemplaren en een overzicht van de straten waar de folder zal bedeeld worden, ter beschikking te stellen.
Voor de periodieke verspreiding mag de aangifte bij voorbaat gedaan worden voor een periode van hoogstens 12 maanden.
Artikel 8: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte kan de belasting ambtshalve gevestigd worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure - de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepalingen van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van de verzending van de betekening om zijn opmerkingen voor te dragen.
Artikel 9: De bij artikel 8 van dit reglement ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
Artikel 10: De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 11: De kohieren worden door de financieel beheerder ingevorderd.
Artikel 12: De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 13: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor het aanslagjaar 2022 een gemeentebelasting gevestigd op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein bij het uitvoeren van bouw–, verbouw- en /of afbraakwerken.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd voor:
1° het plaatsen van materiaal, materieel en voertuigen, die nodig zijn voor de uitvoering van de geplande werken. De oppervlakte die in aanmerking wordt genomen, is diegene van de rechthoek die rond het voorwerp of de groep voorwerpen, die de openbare weg innemen, kan getrokken worden.
2° het afsluiten of laten afsluiten van een deel van het openbaar domein.
Artikel 3: §1. De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de machtiging tot inneming van het openbaar domein.
§2. De aannemer van de werken, de eigenaar, de huurder, de bewoner, de bouwheer, de architect of alle andere personen die bij de privatisering betrokken partij zijn, zijn hoofdelijk gehouden tot het betalen van de belasting.
Artikel 4: De belasting wordt vastgesteld als volgt:
Delen van een m² worden als een volledige m² beschouwd;
De belasting is ondeelbaar en steeds voor een ganse periode van 15 kalenderdagen verschuldigd.
Artikel 5: Van de belasting zijn vrijgesteld de tijdelijke privatiseringen in opdracht van instellingen die ingevolge bijzondere wetten vrijgesteld zijn van alle gemeentelijke belastingen.
Artikel 6: §1. De aanvraag tot inname van het openbaar domein dient online ingediend te worden via het e-loket binnen de hierna vermelde termijnen:
In bovenstaande gevallen is enkel een beslissing van de gemachtigd ambtenaar nodig.
In deze laatste gevallen is een beslissing van het college van burgemeester en schepenen nodig.
§ 2. Naar aanleiding van deze aangifte wordt aan de belastingplichtige een vergunning afgeleverd voor de privatisering van het openbaar domein. Deze vergunning dient verplicht geafficheerd te worden op de plaats waar de inname van het openbaar domein gebeurt.
§ 3. Deze aangifte geldt tevens als fiscale aangifte.
Artikel 7: Bij innames zonder vergunning vervalt de vrijstelling van de eerste 15 kalenderdagen en wordt deze vrijstelling vervangen door een belasting van 9,00 euro per m².
Artikel 8: Vooraleer de vergunning wordt afgeleverd is de belastingplichtige verplicht een bedrag gelijk aan de vermoedelijke belasting in bewaring te geven tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contantbelasting worden geboekt en ten opzichte van de belastingplichtige met een kwitantie worden bevestigd nadat de inname is beëindigd. Betaalde bedragen zijn niet terugvorderbaar.
Artikel 9: Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze eisbaar overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 10: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: §1. Er wordt voor een periode ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022 een gemeentebelasting van 9 EUR per eenheid en per breuk van KW gevestigd op de motoren gebruikt voor nijverheids-, landbouw- en handelsdoeleinden, evenals op deze gebruikt door de beoefenaars van vrije beroepen, ongeacht de krachtbron welke deze in beweging brengt, vanaf een globale capaciteit van 18,38 KW.
§2. De belasting is verschuldigd voor de motoren die de belastingplichtige voor de exploitatie van zijn inrichting of van haar bijgebouwen gebruikt. Dienen als bijgebouw van een inrichting beschouwd te worden: iedere instelling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente gevestigd is.
§3. Voor de motoren, gebruikt voor een zoals in vorige paragraaf bedoeld en op het grondgebied van een andere gemeente overgebracht bijgebouw, is geen gemeentebelasting verschuldigd voor het tijdvak van het gebruik in de andere gemeente.
§4. Wanneer, hetzij een inrichting, hetzij een zoals hierboven bedoeld bijgebouw, geregeld en duurzaam een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met één of meer bijgebouwen, of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting enkel verschuldigd, indien hetzij de inrichting zelf, hetzij het voornaamste bijgebouw in de gemeente gevestigd is.
Artikel 2: De kracht van de hydraulische toestellen wordt uitgedrukt in KWh.
Artikel 3: De belasting wordt niet geheven op:
Artikel 4: Iedere belastingplichtige, houder van in of buiten werking zijnde motoren, waarvan hij al dan niet eigenaar is, moet er aangifte van doen door middel van het formulier dat hem ten huize zal besteld worden door het gemeentebestuur. De belastingplichtige die het formulier niet zou ontvangen hebben moet deze aangifte spontaan doen binnen dezelfde termijn(en). Ook de kracht van de volgens artikel 3 van dit reglement, onbelastbare motoren dient te worden aangegeven.
Artikel 5: §1. De verdwijning of het definitief buiten gebruik stellen in de loop van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar van een belastbare motor, brengt een belastingvermindering met zich mee. Deze vermindering gaat in vanaf de maand volgend op het bericht, gezonden aan het gemeentebestuur, betreffende de verdwijning of het buiten gebruik stellen.
§2. Het stilleggen van een ononderbroken tijdvak gelijk aan of groter dan een maand, met uitzondering van de jaarlijks verplichte vakantieperiode, geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden dat het toestel gedurende het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar ononderbroken buiten werking is geweest. Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de activiteit die beperkt is tot één dag op vier weken of één week werk na vier weken inactiviteit in de bedrijven die met de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een akkoord hebben aangegaan inzake de activiteitsvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen.
§3. Om deze evenredige vermindering te kunnen genieten moet de belanghebbende aan het gemeentebestuur schriftelijk bericht gegeven hebben van de dag waarop de motor stilligt en na de dag waarop hij terug in werking wordt gesteld. Een ontvangstbewijs zal aan de belanghebbende worden afgeleverd.
Dit bericht moet om de drie maanden hernieuwd worden. De vermindering van belasting geldt van de maand af volgende op de datum van ontvangst van het bericht van stillegging tot de maand volgend op deze van wederinwerkingstelling.
De berichtgeving is van substantiële aard en op straffe van verval voorgeschreven.
§4. Wat het eerste jaar van belastingheffing aangaat, is het bewijs van tijdelijke non-activiteit of van de definitieve buiten gebruikstelling nochtans met alle mogelijke rechtsmiddelen te leveren.
Indien vastgesteld wordt dat de motor werkt voor het geven van het bericht van wederinwerkingstelling, zal geen vermindering toegestaan worden, hoelang de stillegging ook heeft geduurd.
Artikel 6: De belasting wordt gevestigd op grond van belastbare motorenkracht tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Ze wordt berekend per maand en elk gedeelte ervan wordt voor een volledige maand geteld. Indien een motor evenwel tijdens dezelfde maand belastbaar is in verschillende gemeenten, is de belasting verschuldigd aan de gemeente met het grootste aantal dagen gebruik.
Is dit aantal gelijk dan wordt de belasting evenredig per halve maand verdeeld.
Een motor die voor de eerste maal in werking wordt gesteld, is belastbaar vanaf de volgende maand.
Artikel 7: Bij staking van bedrijfsactiviteiten op het grondgebied van de gemeente in de loop van het belastingjaar om welke reden ook, wordt bij afwijking van bepaalde in voorafgaand artikel, een bijzondere, eventueel bijkomende, aanslag gevestigd, berekend op basis van de motoren tijdens voren bedoeld jaargedeelte of jaar gebruikt en verbonden aan het jaar waarin de staking van de bedrijfsactiviteiten plaats heeft.
De belastingplichtigen die onder de toepassing van deze bepaling vallen zijn verplicht, uiterlijk acht dagen na de staking van de bedrijfsactiviteiten, hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur.
Artikel 8: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
De kennisgeving van aanslagbiljet aan de belastingplichtige gebeurt onverwijld na de uitvoerbaarverklaring van het kohier.
Artikel 10: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022, een belasting geheven overeenkomstig de beschikkingen van de onderhavige verordening op het openen, verbreden, verlengen of rechttrekken van straten.
Artikel 2: Deze belasting is verschuldigd door alle eigenaars of gelijkgestelde wier onroerende goederen palen aan verkeerswegen welke tijdens de heffingstermijn van deze verordening en op kosten van de gemeente zullen geopend, verbreed, verlengd of rechtgetrokken worden.
Artikel 3: §1. De belasting bezwaart de eigendom. Zij is verschuldigd door de bezitter, zoals inzake onroerende voorheffing.
Zij is voor het ganse jaar verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van het aangeslagen goed.
§2. Wat het eerste belastingjaar aangaat zal de taks nochtans verschuldigd zijn door de bezitter van het betrokken onroerend goed op het ogenblik van de volledige verwerving der nodige gronden of van de voltooiing der werken. Deze voltooiing wordt bepaald door het proces – verbaal en vastgesteld bij besluit van het college van burgemeester en schepenen.
§3. Het eerste dienstjaar van de belasting stemt overeen met het kalenderjaar, tijdens hetwelk het werk zal voltooid zijn (in voorkomend geval voorlopige aanvaarding) of de grondverwervingen volledig doorgevoerd.
§4. Wanneer het werk echter slechts voltooid wordt (voorlopige aanvaarding) of de grondverwervingen volledig doorgevoerd worden tijdens het laatste kwartaal van een kalenderjaar, zal het eerste dienstjaar van de belasting overeenstemmen met het eerste daaropvolgend kalenderjaar.
§5. In geval van eigendomsoverdracht is de nieuwe eigenaar de taks verschuldigd, te rekenen van 1 januari die volgt op de datum van de akte die hem de eigendom toekent.
§6. Ingeval de eigendom nochtans belast is met recht van erfpacht of opstal, zal de belasting eisbaar zijn van de bezitter, ten titel van erfpacht of opstal.
Artikel 4: De opbrengst van de belasting zal in principe gelijk zijn aan de intrest en de aflossing van het gebruikte kapitaal.
Aflossingstermijn en intrestvoet zijn in principe dezelfde als voor de lening door de gemeente aangegaan tot financiering van de grondverwervingen en (of) de werken.
Ingeval de gemeente de uitgaven met eigen middelen financiert zal het verschuldigde kapitaal met tien jaarlijkse afkortingen worden afbetaald.
In dit geval zal de intrest aan marktwaarde worden aangerekend voor de leningen met terugbetalingstermijn van 10 jaar.
De schuldenaar van de belasting kan zich nochtans ontmaken van de betaling van jaarlijkse belasting:
Belastingbedragen van 50 EUR in min moeten steeds in éénmaal worden afbetaald.
Artikel 5: De globale waarde van de aangeworven percelen grond voor het openen, verbreden, verlengen of rechttrekken van straten door de gemeente, of voor haar rekening uitgevoerd, zal aan de gemeente terugbetaald worden door de aanpalende eigenaars door middel van een belasting, genaamd ‘openingstaks’.
Artikel 6: De eenheid van deze belasting zal vastgesteld worden door de globale prijs van de verworven percelen grond, afgezien van de waarde van de gebouwen, die er zich gebeurlijk op bevonden, te delen door de totale lengte van de boordeigendommen aan weerszijden van de weg op de rooilijn.
De belasting, door de aanpalende eigenaars verschuldigd, wordt verrekend pro-rata van het aantal strekkende meter eigendom op de rooilijn gemeten.
Nochtans, zo de weg gemeen is met een andere gemeente, zal de deling geschieden door de totale lengte der eigendommen, uitsluitend aan de zijde van Hamme.
De belasting mag niet meer dan 6 m² per strekkende meter van het goed aan de rooilijn treffen.
Artikel 7: De belasting wordt uitgesteld:
3. de niet-bebouwde eigendommen in de landelijke zone.
Bij de voorziene opheffing van uitstel, beginnen de afbetalingen te lopen van 1 januari af van het jaar, volgend op de opheffing. De verjaring mag niet ingeroepen worden.
Artikel 8: Voor de eigendommen, gelegen op de hoeken van straten en pleinen wordt de belastbare lengte enkel gerekend langs de grootste zijde, vermeerderd met de lengte van de afgeronde of afgeknotte hoek.
Indien de grondverwervingen of de werken, vermeld onder artikel 1 van dit reglement alleen uitgevoerd worden langs de kleinst ontwikkelde kant, dan zal de aanslag hierop gevestigd worden.
Worden de werken uitgevoerd langs de grootst ontwikkelde kant, nadat zij uitgevoerd werden langs de kleinste, dan zal de belastbare lengte, alvorens tot de grondslag te dienen voor de aanslag, eerst verminderd worden met het aantal strekkende meter eigendom aan de kleinste kant.
In geen geval zal de ontlasting meer dan 30 lopende meter mogen bedragen.
Artikel 9: De eigendommen, welke op twee straten uitgeven, zonder nochtans een hoek te vormen, zijn belastbaar voor de twee zijden.
Artikel 10: De bepalingen van het vroeger van kracht zijnde belastingreglement, toegepast bij het vaststellen van het eerste kohier op vroeger uitgevoerde werken, blijven op deze werken van toepassing.
Artikel 11: De belasting wordt ingevorderd bij middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 12: De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. De kennisgeving van het aanslagbiljet aan de belastingplichtige gebeurt onverwijld na de uitvoerbaarverklaring van het kohier.
Artikel 13: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 14: De regels betreffende de invordering, de verwijlintresten en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelasting op de inkomsten zijn toepasselijk op deze gemeentebelastingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: §1. Vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 wordt een belasting geheven op het overwelven van grachten langs percelen langs de gemeentelijke openbare wegen.
§2. Deze belasting wordt vastgesteld op 125 EUR per strekkende meter.
Zij is verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 2: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 3: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 4: De regels betreffende de invordering, de verwijlintresten en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelasting op de inkomsten zijn toepasselijk op deze gemeentebelasting.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: § 1. De belasting op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente is een kohierbelasting ten laste van de in artikel 2 van dit reglement vermelde personen.
§ 2. Met ingang van 1 januari 2022 en voor een termijn eindigend op 31 december 2022 wordt een belasting gevestigd op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd door iedere persoon die afvalstoffen achterlaat, opslaat of stort op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze die niet overeenstemt met het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en het gebruik van het containerpark en andere wettelijke bepalingen.
Artikel 3: § 1. Bij het ambtshalve opruimen van sluikstorten door de gemeente wordt het bedrag van deze belasting als volgt vastgesteld:
1.Voor de inzet van gemeentepersoneel:
2.Ingezet materieel/prestaties:
a. Voertuigen (vergoeding per begonnen uur):
b. Gereedschappen (vergoeding per begonnen uur):
c. Tijdelijke verkeerssignalisatie:
Per bord/baken/hek (inclusief steunen en voeten):
3.Verwerkte materialen:
Worden aan kostprijs doorgerekend aan de belastingplichtige(n). De kostprijs wordt bepaald aan de hand van een recente factuur van aankoop van het materiaal door ons bestuur.
4. 0,70 EURO per kilometer transport van de afvalstoffen;
5. 0,20 EURO per kg opgeruimde afvalstoffen;
De voormelde bedragen zijn verschuldigd per aangevangen uur en/of ingezamelde kg en/of begonnen km.
§ 2. In ieder geval wordt een administratieve kost aangerekend van 40,00 EURO.
§ 3. Bij het ambtshalve opruimen van sluikstorten door derden in opdracht van de gemeente wordt het factuurbedrag van deze derde, vermeerderd met een administratieve kost van 40 EURO, doorgerekend aan de in artikel 2 van dit reglement vermelde belastingplichtige.
Artikel 4: De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 5: De in artikel 2 van dit reglement vermelde belastingplichtige beschikt voor de betaling van de belasting over een termijn van twee maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 6: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 7: Ter kennis zal eveneens een afschrift worden toegezonden aan de OVAM.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022 een gemeentebelasting geheven op sommige tussenkomsten van de lokale politie.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd door degenen die de interventie noodzakelijk maken. Degene die hen opdracht of toelating gaf en de eigenaar, voor zover aangenomen en bewezen kan worden dat de eigenaar effectief schuldig of medeplichtig is, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 3: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:
§1. Het weghalen van autovoertuigen: terugvorderen van de door de gemeente betaalde takelkosten. Het gemeentebestuur zal de door haar te betalen factuur van de takelkosten ter staving van de aanslag voorleggen aan de belastingplichtige.
§2. Het bewaren en stallen van autovoertuigen: 6,25 euro/dag. Elke begonnen dag wordt als een volledige dag geteld.
§3. Nodeloos alarmeren van de politie zoals bepaald in het K.B. van 28 mei 1991 en het M.B. van 08 oktober 1993: 150 euro per oproep vanaf het derde nodeloos alarm.
§4. Vervoer van dronken personen of van personen die zich in soortgelijke toestand bevinden ten gevolge van het gebruik van verdovende of hallucinatieverwekkende middelen naar huis, naar een verpleeginstelling of naar een politiekantoor: 150,00 euro.
§5. Vervoer van bestuurlijk aangehouden personen naar een politiekantoor of naar een andere eindbestemming die naargelang het geval meer aangewezen zou kunnen zijn (thuis, verpleeginstelling, bij de meerderjarige die het ouderlijk gezag of feitelijk toezicht uitoefent, enz.): 150,00 euro.
Artikel 4: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 5: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 6: Verwijl- en moratoriumintresten zijn toepasselijk zoals inzake directe rijksbelastingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022 een gemeentebelasting geheven op tweede verblijven, gelegen op het grondgebied van de gemeente Hamme, ongeacht het feit of ze al dan niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Artikel 2:
1. Als tweede verblijf wordt beschouwd: elke constructie met woon- of verblijfgelegenheid – hoe primitief ook - en waarvoor op het adres van het tweede verblijf niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters voor het hoofdverblijf.
2. Worden niet beschouwd als tweede verblijf:
Artikel 3: De belasting is verschuldigd door diegene die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar of vruchtgebruiker is van het tweede verblijf, de hoedanigheid van tweede verblijf wordt op diezelfde datum beoordeeld.
Artikel 4: Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:
Artikel 5: De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier.
Artikel 6: Het belastingkohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 7: De belasting is eisbaar na ontvangst, door de financieel beheerder, van het uitvoerbaar kohier. Zij is betaalbaar binnen de twee maand volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 8: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Belastingstermijn en belastbare grondslag
§1. Er wordt voor het jaar 2022 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.
Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.
Artikel 2: Belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum.
§2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.
Artikel 3: Tarief van de belasting
De belasting bedraagt:
Artikel 4: Vrijstelling
4.1 De belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een ziekenhuis. Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening, de instelling of het ziekenhuis waar de belastingplichtige verblijft. De vrijstelling geldt voor een periode van maximum drie jaar, volgend op de datum van opname van de belastingplichtige. De vrijstelling geldt uitsluitend voor de woning, kamer of overige woongelegenheid die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in de erkende ouderenvoorziening, de psychiatrische instelling of het ziekenhuis.
4.2 De belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, kamer of overige woongelegenheid, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling wordt automatisch toegekend op basis van het attest dat door de instrumenterende notaris dient te worden afgeleverd aan de administratie, binnen 7 dagen na het verlijden van de verkoopsakte en gaat in op datum van het verlijden van de verkoopsakte. Deze vrijstelling geldt niet indien het zakelijk recht werd verkregen ingevolge:
4.3 De belastingplichtige die eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige overige woongelegenheid en die de geïnventariseerde woning zelf bewoont. De vrijstelling geldt alleen voor woningen, voor een periode van maximum drie jaar, volgend op de datum van opname in het register van verwaarloosde woningen.
4.4 Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
Artikel 5: Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6: Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7: Bezwaar
De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 een activeringsheffing geheven op onbebouwde bouwgronden in woongebied en onbebouwde kavels.
Artikel 2: Het bedrag wordt vastgesteld op 0,60 euro per vierkante meter oppervlakte van de bouwgrond of kavel, evenwel met een minimum aanslag van 300,00 euro per bouwgrond of kavel.
Voor het tweede opeenvolgende aanslagjaar waarin de heffing wordt gevestigd op dezelfde bouwgrond of kavel, wordt de aanslagvoet verhoogd tot 1,20 EUR per vierkante meter oppervlakte van de bouwgrond of kavel, met een minimale aanslag van 600,00 EUR per bouwgrond of kavel.
Voor het derde opeenvolgende aanslagjaar waarin de heffing wordt gevestigd op dezelfde bouwgrond of kavel, wordt de aanslagvoet verhoogd tot 1,80 EUR per vierkante meter oppervlakte van de bouwgrond of kavel, met een minimale aanslag van 900,00 EUR per bouwgrond of kavel.
Vanaf het vierde opeenvolgende aanslagjaar waarin de heffing wordt gevestigd op dezelfde bouwgrond of kavel, wordt de aanslagvoet verhoogd tot 2,40 EUR per vierkante meter oppervlakte van de bouwgrond of kavel, met een minimale aanslag van 1200,00 EUR per bouwgrond of kavel.
Artikel 3: De activeringsheffing is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het heffingsjaar eigenaar is van de bouwgrond of kavel. In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. Indien er een erfpacht of opstalrecht bestaat, is de heffing verschuldigd door de erfpachter of opstalhouder. In geval van mede-eigendom, zijn de niet-vrijgestelde mede-eigenaars hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde activeringsheffing.
Artikel 4: Als niet bebouwde bouwgrond wordt beschouwd elke grond waarop de oprichting van een voor bewoning bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het belastingsjaar.
Als niet bebouwde kavels worden beschouwd: alle kavels, als zodanig vermeld in een niet vervallen verkavelingsvergunning, met uitzondering van deze waarop, op 1 januari van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, de oprichting van een voor bewoning of industrie bestemd gebouw reeds werd aangevat overeenkomstig de stedenbouwkundige hoofdbestemming van de kavel en overeenkomstig een uitvoerbare en niet vervallen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
Artikel 5: Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld:
Artikel 6: De activeringsheffing wordt niet geheven op bouwgronden en kavels die tijdens het heffingsjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd:
Artikel 7: De activeringsheffing wordt opgeschort in hoofde van de houders van een in laatste administratieve aanleg verleende verkavelingsvergunning, en dit gedurende één jaar te rekenen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg, respectievelijk, wanneer de verkaveling werken omvat, vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van afgifte van het in artikel 4.2.16, §2 VCRO vermelde attest, desgevallend voor die fase van de verkavelingsvergunning waarvoor het attest wordt verleend.
Artikel 8: Enkel de vrijstellingen zoals bepaald in artikels 5, 6 en 7 van dit reglement worden toegepast.
Artikel 9: De opname van de belastbare kavel of grond zal door de zorgen van het college van burgemeester en schepenen gebeuren, ingevolge aangifte te doen bij middel van een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier dat door de belastingplichtige, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde datum moet worden ingestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen voor 31 november van het aanslagjaar.
Artikel 10: Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden.
Overtredingen op de aangifteverplichting geven aanleiding tot volgende belastingverhogingen:
De overtredingen op de aangifteverplichting worden vastgesteld door de ambtenaren van het gemeentebestuur van Hamme, speciaal daartoe aangesteld door het college van burgemeester en schepenen. De vastgestelde overtredingen worden genoteerd in processen-verbaal die bewijskracht hebben tot het tegendeel.
De belastingverhoging wordt ingekohierd, samen met het recht.
Artikel 11: De heffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 12: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 13: De aan deze belasting onderworpen kavels kunnen niet aangeslagen worden in de belasting op de niet-bebouwde gronden, gelegen in het woongebied en palende aan een openbare uitgeruste weg.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Ten behoeve van de gemeente Hamme, zullen volgende plaatsrechten op de markten en op andere plaatsen van de gemeente die tot het openbaar domein behoren, geheven worden voor een termijn ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022.
Artikel 2: De tarieven worden als volgt samengesteld:
MARKTEN:
a) wekelijkse zaterdagmarkt:
b) wekelijkse zondagmarkt: wordt in concessie gegeven tegen een opbrengst van 744 euro per kwartaal, te betalen door de concessiehouder(s).
c) bloemenverkopers aan begraafplaatsen ter gelegenheid van Allerheiligen:
FOREN:
a) Kermissen:
Deze tarieven gelden per lopende meter.
HAMME |
HAMME |
HAMME |
MOERZEKE |
MOERZEKE |
MOERZEKE |
|
9,78 |
9,78 |
9,78 |
3,83 |
3,83 |
3,83 |
alleen wulken, suikerspin, suikerkraam, snoepkraam |
13,18 |
17,85 |
22,10 |
11,05 |
11,05 |
11,05 |
hotdogs, pitta, belegde broodjes, hamburgers |
15,30 |
18,28 |
21,25 |
11,05 |
11,05 |
11,05 |
wulken + broodjes |
17,85 |
22,10 |
26,78 |
4,68 |
4,68 |
4,68 |
levende paarden, kindervliegtuig, visspel, schietkraam, krachtbal, pottenkraam, derbyrace, muizenspel, bak-pikspel, ballenspel, yellyball, ringenspel, koordjetrek, magnetenspel, rugbyspel, rugbybal, kleine loterij (radio-spel), boksbal, rad, fortuin, basketbalspel, cinéscoop |
17,85 |
22,10 |
26,78 |
5,10 |
5,10 |
5,10 |
rattenspel, casino, tombola, stedenspel, kindervliegmolen, spookkasteel, boogschieten, flessenschieten |
22,53 |
26,78 |
31,03 |
5,10 |
5,10 |
5,10 |
kindermolen, kinderbuggy, paardenmolen |
22,53 |
26,78 |
31,03 |
5,10 |
5,10 |
5,10 |
schuivenspel, bulldozerspel, bumpers, hobbykranen |
23,80 |
28,05 |
32,73 |
6,38 |
6,38 |
6,38 |
autoscooter |
26,78 |
31,03 |
35,70 |
7,65 |
7,65 |
7,65 |
rupsmolen, automatische spelen, vliegmolen, bidule, polype, lambada, grote molen, cakewalk |
31,03 |
35,70 |
39,95 |
11,05 |
11,05 |
11,05 |
frituur |
b) Wijkkermissen:
c) Winterkermis:
De standplaatsen voor kermissen in Hamme-Centrum en Moerzeke-centrum zullen volgens voormelde tarieven contractueel vastgelegd worden.
De contracten worden in de loop van de eerste maand volgend op de installatie van de nieuwe gemeenteraad hernieuwd voor een periode van zes jaar.
De standplaatsen zullen volgens voormelde tarieven contractueel vastgelegd worden door het schepencollege, rekening houdend met de aard van de inrichting.
Voormelde tarieven gelden voor de ganse duur van de kermissen.
Artikel 3:
Artikel 4: De lengte der kramen zal berekend worden op de meest belastbare gebruikte lengte.
Het gedeelte van een meter wordt steeds voor een lopende meter aangerekend.
In geval van geschil bij de meting zullen de kramers of kooplieden zich gedragen en onderwerpen, zonder beroep, aan de meting door een afgevaardigde van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 5: Zijn van betaling vrijgesteld:
De voorwerpen welke ter gelegenheid van openbare veilingen op de straat worden gebracht voor huizen, waar de veiling plaats heeft, zo ook voorwerpen welke verkocht worden bij openbare verkoop, alsmede dieren, die op de dagen der jaarmarkten mededingen aan prijskampen door de gemeente uitgeschreven of door haar gesteund.
Artikel 6: De belasting is contant te betalen tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 7: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Algemene bepalingen
Er wordt voor het aanslagjaar 2022 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen, kamers, gebouwen en overige woongelegenheden die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister, te rekenen vanaf datum van eerste registratie.
Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid en het gemeentelijk reglement inzake leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden.
Artikel 2: Definities
2.1 De definities uit het gemeentelijk reglement betreffende het opmaken van een leegstandsregister voor woningen en gebouwen van 20/12/2017 zijn van toepassing voor dit reglement.
2.2 De definities van woningen en gebouwen uit artikel 1.2 van het decreet grond- en pandenbeleid zijn toepasselijk, evenals de andere definities van artikel 1.2 van het decreet grond- en pandenbeleid.
2.3 Leegstaande gebouwen zijn gebouwen zoals omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid.
2.4 Leegstaande woningen zijn woningen zoals omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid.
2.5 Een ramp is een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en die het onroerend goed dermate beschadigt dat het gebruik onmogelijk is. Voorbeelden zijn ernstige brand, gasontploffing, overstroming, hevige storm, …
2.6 Een renovatienota is een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota die door het college van burgemeester en schepenen wordt goedgekeurd en waarin minstens volgende elementen zijn opgenomen:
2.7 Een sociale woonorganisatie is een organisatie, vermeld in artikel 2 § 1, eerste lid, 26° van de Vlaamse Wooncode; een sociale huisvestingsmaatschappij, het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, een sociaal verhuurkantoor of een huurdersorganisatie.
Artikel 3:
3.1 De belasting voor een leegstaande woning, kamer, overige woongelegenheid of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning, kamer, overige woongelegenheid of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden vanaf de initiële inventarisatiedatum is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
3.2 Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning, kamer of overige woongelegenheid niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Artikel 4:
4.1 De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of leegstaande woning, kamer of overige woongelegenheid op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
4.2 Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
4.3 De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.
Artikel 5:
5.1 De belasting bedraagt:
5.2 Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op de inventaris staat, wordt herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.
Artikel 6: Vrijstellingen
6.1 Aanvraag vrijstelling:
De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting moet hiervoor zelf schriftelijk het aanvraagformulier en de nodige bewijsstukken indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
6.2 Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:
6.3 Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
De nieuwe vrijstellingsmaatregelen kunnen enkel toegepast worden voor nieuw opgestarte dossiers. Lopende vrijstellingen kunnen hun termijn uitlopen. Lopende vrijstellingen voor renovatiewerken op basis van een renovatienota kunnen in geen geval verlengd worden zoals bedoeld in punt 6.3 f.
Artikel 7: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 8: De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 9: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn aanvang nemend op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022 een belasting geheven op het gebruik van de openbare weg of het openbaar domein voor publicitaire doeleinden d.m.v. reclamevoertuigen, lastens de natuurlijke of rechtspersoon die de reclame voert.
Artikel 2: Onder reclamevoertuigen wordt verstaan: aanhangwagens of voertuigen, al dan niet uitgerust met een motor, dewelke op de openbare weg of het openbaar domein worden geplaatst met het oog op louter publicitaire doeleinden.
Artikel 3: Worden niet als reclamevoertuig aanzien: de voertuigen die publiciteit voeren die betrekking heeft op de handel of de nijverheid van de vervoerder en bovendien uitsluitend dienen voor het vervoer van koopwaar, de voertuigen die bijkomstig voorzien zijn van publiciteit en niet met uitsluitend publicitaire doeleinden de openbare weg gebruiken.
Artikel 4: De belasting wordt vastgesteld op € 25 per dag en per voertuig. Breuken van dagen worden als volledige dagen geteld.
Artikel 5: De belastingplichtige is gehouden ten minste 24 uren voor het plaatsen van het reclamevoertuig aangifte te doen aan het gemeentebestuur.
Artikel 6: Deze belasting wordt contant geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 7: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 8: Verwijl- en moratoriumintresten zijn toepasselijk zoals inzake directe rijksbelastingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor de periode ingaand op 1 januari 2022 tot 31 december 2022 een gemeentebelasting geheven op het verwijderen van onrechtmatige aanplakkingen door de diensten van het gemeentebestuur, van allerhande aanplakkingen op de gemeentelijke aanplakborden.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd door diegene die onrechtmatig heeft aangeplakt.
Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld op 123,95 euro voor het verwijderen van affiches per gemeentelijk aanplakbord.
Artikel 4: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 5: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 6: De regels betreffende de invordering, de verwijl- en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelasting op de inkomsten zijn toepasselijk op deze gemeentebelasting.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Voor een termijn ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022 wordt een gemeentebelasting geheven op de aanvraag van omgevingsvergunningen.
Artikel 2: Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor het verkavelen van gronden, is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de te verkavelen gronden. Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor het exploiteren of veranderen van een ingedeelde inrichting of activiteit, is de belasting verschuldigd door de exploitant van de ingedeelde inrichting of activiteit. Indien de omgevingsvergunning aangevraagd wordt voor stedenbouwkundige handelingen, is de belasting verschuldigd door de bouwheer.
Artikel 3: De belasting bedraagt:
Artikel 4: Het belastingbedrag zal verhoogd worden met:
Artikel 5: Vrijstelling van belasting wordt verleend aan:
Artikel 6: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 7: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 8: De regels betreffende de invordering, de verwijlintresten en moratoire intresten, de vervolgingen, de voorrechten, de wettelijke hypotheek en de verjaring inzake rijksbelasting op de inkomsten zijn toepasselijk op deze gemeentebelasting.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt voor een termijn ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022 een gemeentebelasting geheven op het bewaren van dieren.
Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het dier.
Artikel 3: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt: een forfaitair bedrag van 90 euro per bewaard dier verhoogd met 8,70 euro verblijfskost per dag met een minimum van 14 dagen.
Artikel 4: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 5: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Artikel 6: Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent door middel van een verzoekschrift op tegenspraak, waarvan sprake is in de artikelen 1034 bis tot 1034 sexies van het Gerechtelijk Wetboek. Het beroep moet, op straffe van verval, worden ingesteld binnen drie maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing aan de bezwaarindiener of zijn vertegenwoordiger.
Artikel 7: Verwijl- en moratoriumintresten zijn toepasselijk zoals inzake directe rijksbelastingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 een belasting geheven op de ontgraving van kisten en de verplaatsing en de ontgraving van asurnen op de gemeentelijke begraafplaatsen.
Artikel 2: De aanslagvoet bedraagt:
Artikel 3: De belasting is niet verschuldigd voor:
Artikel 4: De belasting is verschuldigd door degene die om de opgraving verzoekt.
Artikel 5: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 6: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
BESLUIT:
Artikel 1: Er wordt een belasting geheven op de afgifte van administratieve stukken, voornaamswijzigingen, identiteitsbewijzen voor kinderen van minder dan 12 jaar, identiteitskaarten en afgifte van verblijfsbewijzen voor vreemdelingen door het gemeentebestuur, ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2022.
De belasting is verschuldigd door natuurlijke personen of rechtspersonen aan wie het stuk wordt afgeleverd.
Artikel 2: Het bedrag van de gemeentebelasting voor de afgifte van administratieve stukken en afsluiten van huwelijken wordt vastgesteld als volgt:
1. Elektronische identiteitskaarten afgeleverd aan personen vanaf de leeftijd van 12 jaar:
Deze belastingen komen bovenop de bedragen die door de FOD Binnenlandse Zaken van de gemeente worden geïnd.
2. Elektronische identiteitskaarten, identiteitsstukken en identiteitsbewijzen afgeleverd voor personen minder dan 12 jaar:
Deze belastingen komen bovenop de bedragen die door de FOD Binnenlandse Zaken van de gemeente worden geïnd.
3. Verblijfsbewijzen voor vreemdelingen:
Attest van immatriculatie (model A en B):
Alle bijlagen behalve de bijlage 22, bijlage 3ter en de bevelen om het grondgebied te verlaten.
4. Afgifte van paspoorten & reisdocumenten:
Het bedrag van de gemeentebelasting voor de afgifte van paspoorten in uitvoering van de Wet van 14 augustus 1974 en gelet op het KB van 1 oktober 2001, gelet op de Omzendbrief van 2 augustus 2004 en op de omzendbrief van 20 september 2017, wordt als volgt vastgesteld:
Voor de gewone procedure:
Voor de uitzonderingsprocedure:
5. Slachtbewijzen
6. Verlenen stedenbouwkundige inlichtingen en stedenbouwkundige uittreksels
6.1 Verlenen van stedenbouwkundige inlichtingen betreffende onroerende goederen: 62 euro per onroerend goed.
6.2 Verlenen van een uittreksel uit het plannenregister: 25 euro per onroerend goed.
6.3 Verlenen van een uittreksel uit het vergunningenregister: 25 euro per onroerend goed.
7. Adresaanvragen of inlichtingen uit het bevolkingsregister:
Voor de toepassing van adresaanvragen of inlichtingen uit het bevolkingsregister wordt rekening gehouden met het KB van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister art. 3 en art 6.
7.1. adresaanvragen per adres: 2,50 euro
7.2. jaarabonnement: 75 euro
7.3. verstrekken van lijsten: 0,50 euro per blad met een minimum van 5 euro
7.4. Genealogische opzoekingen en opzoekingen voor derden:
Zijn van belasting vrijgesteld:
De particulier of rechtspersoon die om een verzending van de administratieve stukken verzoekt, is eveneens de verzendingskosten verschuldigd aan het bestuur, zelfs als de afgifte kosteloos is.
8.Afsluiten huwelijk:
8.1. Trouwboekje: Voor trouwboekjes, exclusief de taks voor het huwelijksgetuigschrift in het boekje aangebracht: 15 euro.
8.2. Ceremonietaks: 50 euro.
9. Aanvraag van een rijbewijs, een voorlopig rijbewijs en een internationaal rijbewijs.
Er wordt voor de aflevering van een papieren rijbewijs een vergoeding gevorderd zoals voorzien in het Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 april 2011.
Er wordt 4 euro gevoegd bij de kostende prijs die de gemeente aan de FOD Mobiliteit en Vervoer moet betalen (16 euro).
Er wordt voor aflevering van het rijbewijs in bankkaartmodel een vergoeding gevorderd zoals voorzien in het Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 april 2011. Er wordt 4 euro gevoegd bij de kostende prijs die de gemeente aan de FOD Mobiliteit en Vervoer moet betalen (20 euro), zowel voor de eerste aflevering als voor de duplicaten.
Bij eventuele wijzigingen in de kostprijs die door de FOD Mobiliteit en Vervoer aangerekend wordt, zal het vermeld tarief aangepast worden, op die wijze dat het bedrag van de gemeentebelasting onveranderd blijft.
10. Jaarabonnement agenda gemeenteraadsvergaderingen
Het afleveren van een per post toegestuurd jaarabonnement op de agenda van de gemeenteraadsvergaderingen inclusief verzendings- en materiaalkosten: 50,00 euro per abonnement.
11. Wijziging voornaam
11.1 De belasting voor voornaamswijziging wordt vastgesteld op 250,00 euro zonder mogelijkheid tot vermindering.
11.2 Bij een voornaamswijziging die wordt aangevraagd door transgenders, wordt de belasting vastgelegd op 25 euro.
11.3 Vreemdelingen die bij hun nationaliteitsverklaring geen voornaam hebben en een verzoek indienen om een voornaam te krijgen, zijn vrijgesteld van de belasting.
De belasting dient te worden geïnd op het moment dat de verklaring tot voornaamswijziging wordt afgelegd.
Artikel 3: De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingswijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 4: De belasting is niet van toepassing op de afgifte van stukken welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is.
Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen en waarvan in het besluit van de regent van 26 juli 1948 sprake is.
Artikel 5: Zijn van belasting vrijgesteld:
Artikel 6: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2022 wordt een retributie gevestigd op de volgende ingezamelde fracties van huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong:
Haalmethode (huis-aan-huisinzameling of op afroep)
Artikel 2: Het bedrag van de retributie wordt voor de haalmethode als volgt vastgesteld:
Fractie Retributie
a) Huisvuil/restafval 1,75€ /zak van 60 L
0,90 €/zak van 30 L
3€/horecazak Gemeente Hamme van 60 L 1,75€ per gebruik/opening van afvalcontainer in afvalstraat
b) Grofvuil 25 €/per aanbieding
c) GFT-afval 0,75 €/per aanbieding rolcontainer van 120 L 0,25 €/per aanbieding van container van 40 L 1,50 €/per aanbieding van rolcontainer van 240 L 0,75 € per gebruik/opening van afvalcontainer in afvalstraat
d) PMD 0,12 €/zak 0,12€ per gebruik/opening van afvalcontainer in afvalstraat
e) Voor de volgende fracties worden voor de haalmethode geen retributie geheven: papier en karton, gemengde metalen, snoeihout
f) afvaleilanden: restafval: 6€ per container
GFT-afval: 6€ per container
PMD, glas, papier en karton: geen retributie
Transport: 30€ per afvaleiland
Artikel 3:
§1. De retributie vermeld in artikel 2, a) is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van de dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van huisvuil/restafval en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval, door of in opdracht van de gemeente.
§2. De retributie vermeld in artikel 2, b) is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van de dienstverlening inzake op afroep van grofvuil door of in opdracht van de gemeente.
§3. De retributie vermeld in artikel 2, c) is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van de dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van GFT-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval door of in opdracht van de gemeente;
§4. De retributie vermeld in artikel 2, d) is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van de dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons door of in opdracht van de gemeente.
§5. De retributie vermeld in artikel 2, f) is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van de dienstverlening inzake de afvaleilanden.
Artikel 4:
§1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven gele zakken met groene opdruk zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). Een betalingsbewijs wordt op eenvoudig verzoek afgeleverd.
§2. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers voor de inzameling van GFT zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop van de door de gemeente voorgeschreven stickers op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). De sticker dient op een achteraf eenvoudig te verwijderen wijze op de container aangebracht te worden aan het handvat van de container. Een betalingsbewijs wordt op eenvoudig verzoek afgeleverd.
§3. Personen die gebruik maken van de gemeentelijke dienstverlening inzake de huis-aan-huisinzameling van grofvuil dienen de retributie te betalen aan het loket of door middel van een overschrijving op rekeningnummer BE 89 091-0002869-85, tenminste twee werkdagen vóór de dag van de inzameling. Een betalingsbewijs wordt op eenvoudig verzoek afgeleverd.
§4. Personen die gebruik maken van de door gemeente voorgeschreven zakken voor de inzameling van PMD zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). Een betalingsbewijs wordt op een eenvoudig verzoek afgeleverd.
§5. Personen die gebruik maken van afvalcontainers in afvalstraten betalen de retributie via een toegangsbadge gekoppeld aan de rekening van de houder van de badge.
Artikel 5:
Het retributiereglement betreffende de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, van 22 oktober 2014, gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2015, wordt hierbij opgeheven.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: De gemeenteraad bevestigt de prijssubsidiefactoren van het prijssubsidiereglement voor het dienstjaar 2021 voor het 1ste tot en met 3de kwartaal 2021 ten voordele van het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij, zoals vastgesteld op 16 december 2020.
Artikel 2: De gemeenteraad keurt de aanpassing van het prijssubsidiereglement voor het dienstjaar 2021 voor het 4de kwartaal 2021, vermeld in artikel 3 van de huidige beslissing, ten voordele van het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij, goed.
Artikel 3: PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT AGB Hamse Investeringsmaatschappij - dienstjaar 2021 - Q4 - vrijetijdsinfrastructuur:
§1. Het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2021. Op basis van deze ramingen heeft het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2021 de inkomsten uit de toegangsgelden voor de vrijetijdsinfrastructuur te Hamme minstens 338 329,65 euro exclusief BTW dienen te bedragen om economisch rendabel te zijn.
§2. Om economisch rendabel te zijn wenst het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij vanaf 1 oktober 2021 tot en met 31 december 2021, de voorziene toegangsprijzen (inclusief btw) voor de toegang tot de vrijetijdsinfrastructuur te Hamme te vermenigvuldigen met een factor 11.
De gemeente Hamme erkent dat het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief btw) voor de toegangsgelden voor de vrijetijdsinfrastructuur te Hamme dient te vermenigvuldigen met een factor 11 om economisch rendabel te zijn.
§3. Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van de vrijetijdsinfrastructuur wenst de gemeente Hamme dat er tijdens het kalenderjaar 2021 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de vrijetijdsinfrastructuur. De gemeente Hamme wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat de vrijetijdsinfrastructuur toegankelijk is voor iedereen. De gemeente Hamme verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De waarde van de prijssubsidie toegekend door de gemeente Hamme voor de toegangsgelden voor de vrijetijdsinfrastructuur te Hamme bedraagt de prijs (inclusief btw) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt vermenigvuldigd met een factor 4,69 voor het 1ste tot en met 3de kwartaal 2021 en met een factor 10 voor het 4de kwartaal 2021.
De gesubsidieerde toegangsgelden (inclusief btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de gemeente Hamme deze steeds documenteren.
§4. Het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij moet op de 5de werkdag van elke kwartaal de gemeente Hamme een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens het voorbije kwartaal tot de vrijetijdsinfrastructuur. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij uitreikt aan de gemeente Hamme. De gemeente Hamme dient deze debet nota te betalen aan het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij binnen de 5 werkdagen na ontvangst.
Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2022 is het voorwerp van een afzonderlijk besluit dat is onderhandeld tussen de gemeente Hamme en het Gemeentelijk Autonoom Bedrijf Hamme Hamse Investeringsmaatschappij en dat eveneens aan deze gemeenteraad wordt voorgelegd.
Artikel 4: De provinciegouverneur in kennis te stellen van dit besluit op de wijze zoals bepaald in artikel 231, derde lid van het Decreet over het lokaal bestuur.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: De toekenning van een ‘Coronatoelage’ aan het AGB HIM als tussenkomst in de geschatte verliezen van het AGB gedurende de periode 01/01/2021 - 30/09/2021 ten gevolge van de maatregelen ter bestrijding van het Coronavirus voor een bedrag van 217 513,67 euro goed te keuren.
Artikel 2: Kennis van dit besluit te geven aan de financieel directeur van de gemeente Hamme.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
Ten gevolge van een materiële misslag ontbraken de namen van sommige begunstigden, nl. het agentschap voor onderwijsdiensten, maatwerkbedrijf Spoor2 en het noodfonds bij rampen, in de lijst die voorlag op de gemeenteraad van maart 2021. Deze werden opnieuw opgenomen in de huidige lijst.
BESLUIT:
Artikel 1: De nominatieve subsidies voor het jaar 2021 worden als volgt vastgesteld:
BP2020_2025-4/2021/GBB/0420-00/6494000/GEMEENTE/CBS/433/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan andere overheidsinstellingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | EVA Dienst 112 Hamme VZW 0686.707.738 | ||||||||||||||
Bedrag: | 121 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-447/0500-00/6496999/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Andere toegestane werkingssubsidies | |||||||||||||||
Begunstigde: | Ondernemend Hamme VZW 0897.731.040 | ||||||||||||||
Bedrag: | 132 500,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0520-00/6496300/GEMEENTE/CBS/433/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | EVA Toerisme Hamme vzw 0410.874.380 | ||||||||||||||
Bedrag: | 47 350,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0520-00/6496300/GEMEENTE/CBS/440/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Projectvereniging Regionaal Landschap Schelde-Durme 0680.397.590 | ||||||||||||||
Bedrag: | 3 737,25 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Regionaal Landschap Schelde Durme vzw 0889.859.093 | ||||||||||||||
Bedrag: | 2 348,35 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Regionaal Landschap Schelde Durme vzw 0889.859.093 | ||||||||||||||
Bedrag: | 2 384,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0521-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Wuitenscomité vzw 0448.711.706 | ||||||||||||||
Bedrag: | 13 168,75 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0530-00/6496999/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Andere toegestane werkingssubsidies | |||||||||||||||
Begunstigde: | Bedrijfsgilde Hamme | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Dierenwelzijn MILADI | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 500,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Jaarmarktcomité Broekstraat | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 750,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Jaarmarktcomité Hamme | ||||||||||||||
Bedrag: | 3 500,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Jaarmarktcomité Hamme-Sint Anna | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 750,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Jaarmarktcomité Hamme-Zogge | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 750,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Jaarmarktcomité Kastel | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 750,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Jaarmarktcomité Moerzeke | ||||||||||||||
Bedrag: | 2 625,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Landbouwcomité | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0550-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Maatwerkbedrijf Spoor2 vzw 0454.343.743 | ||||||||||||||
Bedrag: | 20 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-1382/0550-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | OTC Spoor2 0454.994.732 | ||||||||||||||
Bedrag: | 75 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-1381/0550-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | OTC Spoor2 0454.994.732 | ||||||||||||||
Bedrag: | 35 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0629-00/6495001/GEMEENTE/CBS/430/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan andere overheidsinstellingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | H.I.M. 0265.753.274 | ||||||||||||||
Bedrag: | 258 494,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0629-00/6494000/GEMEENTE/CBS/460/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Algemene werkingssubsidies | |||||||||||||||
Begunstigde: | 0265.753.274 HIM | ||||||||||||||
Bedrag: | 217 514,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0705-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Carnavalshallen Hamme & Moerzeke 0670.928.313 | ||||||||||||||
Bedrag: | 12 600,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | De Vrienden van de durme- en scheldehoek vzw 0409.326.835 | ||||||||||||||
Bedrag: | 12 500,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | subsidie aan Dekenale Werken vzw - O.N. 408 166 003 (Neerlandt) | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-324/0705-01/6496999/GEMEENTE/CBS/433/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Andere toegestane werkingssubsidies | |||||||||||||||
Begunstigde: | EVA Jan Tervaert VZW 0450.210.949 | ||||||||||||||
Bedrag: | 40 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0710-00/6496300/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | AB Hamme | ||||||||||||||
Bedrag: | 125,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | AB Moerzeke | ||||||||||||||
Bedrag: | 125,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | De Bolhoeden | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Hamse Wuiten | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 325,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | nieuwe aanvragen op voorstel van het college | ||||||||||||||
Bedrag: | 125,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | NSB Moerzeke | ||||||||||||||
Bedrag: | 125,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Oudstrijders Sint Anna | ||||||||||||||
Bedrag: | 125,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Oudstrijders Zogge | ||||||||||||||
Bedrag: | 125,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Sint Martinusfeesten | ||||||||||||||
Bedrag: | 735,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0710-00/6496200/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven | |||||||||||||||
Begunstigde: | FIETS-PROMO 0447.414.280 | ||||||||||||||
Bedrag: | 10 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0710-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Carnavalcomité Moerzeke vzw 0849 582 715 | ||||||||||||||
Bedrag: | 5 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0710-00/6496999/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Andere toegestane werkingssubsidies | |||||||||||||||
Begunstigde: | Fantasia | ||||||||||||||
Bedrag: | 10 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0740-00/6496999/GEMEENTE/CBS/432/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Andere toegestane werkingssubsidies | |||||||||||||||
Begunstigde: | EVA Sportcentra vzw 0413.691.043 | ||||||||||||||
Bedrag: | 30 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0740-00/6496300/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Gemeentelijke sportraad | ||||||||||||||
Bedrag: | 3 937,50 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0740-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | KFC Vigor Wuitens Hamme vzw 0415.009.848 | ||||||||||||||
Bedrag: | 22 000,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | SVK Zogge - Voetbalpromo 0692.758.657 | ||||||||||||||
Bedrag: | 2 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | VK Robur vzw 0413.103.994 | ||||||||||||||
Bedrag: | 3 952,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0742-07/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | F.C. BONDGALM.BOS vzw ON 0414.326.491 | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 100,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-247/0750-00/6496300/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Kindercarnaval Moerzeke | ||||||||||||||
Bedrag: | 250,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Pieto!nk | ||||||||||||||
Bedrag: | 4 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-247/0750-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Habbekrats vzw 0445 495 561 | ||||||||||||||
Bedrag: | 40 000,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Jeugdhuis 't Klokhuis vzw 0852 002 864 | ||||||||||||||
Bedrag: | 37 000,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Speelpleinen Hamme vzw - 0436.598.285 | ||||||||||||||
Bedrag: | 10 292,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-281/0751-00/6496300/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | gemeentelijke jeugdraad | ||||||||||||||
Bedrag: | 5 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0790-01/6494000/GEMEENTE/CBS/480/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Andere toegestane werkingssubsidies | |||||||||||||||
Begunstigde: | Verenigde Protestantse Kerk Dendermone 0211 242 442 | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 342,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0820-00/6496400/GEMEENTE/CBS/300/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan andere overheidsinstellingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Agentschap voor onderwijsdiensten AgOdi 0865.204.564 | ||||||||||||||
Bedrag: | 64 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0820-01/6496400/GEMEENTE/CBS/300/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan andere overheidsinstellingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Agentschap voor onderwijsdiensten AgOdi 0865.204.564 | ||||||||||||||
Bedrag: | 35 500,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-1383/0900-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Habbekrats vzw ON 0445.495.561 | ||||||||||||||
Bedrag: | 30 000,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Katholiek Onderwijs Hamme ON 0419.171.246 | ||||||||||||||
Bedrag: | 11 585,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-1383/0900-00/6496100/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan andere overheidsinstellingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Gemeentebestuur Hamme ON 0207.445.782 | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 309,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Het Leercollectief ON 0267.381.686 | ||||||||||||||
Bedrag: | 3 318,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-713/0900-10/6496100/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan gezinnen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Spoor 56 vzw 0420.851.326 jeugdzorg St Vincentius | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 575,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-622/0900-10/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Maatwerkbedrijf Spoor2 vzw 0454.343.743, vestiging 2 156 449 956 | ||||||||||||||
Bedrag: | 127 475,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-719/0900-10/6496999/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Andere toegestane werkingssubsidies | |||||||||||||||
Begunstigde: | KVG 0416.061.605 | ||||||||||||||
Bedrag: | 275,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | VFG 0454.020.574 | ||||||||||||||
Bedrag: | 275,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-741/0909-00/6496999/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Andere toegestane werkingssubsidies | |||||||||||||||
Begunstigde: | Noodfonds bij rampen | ||||||||||||||
Bedrag: | 5 000,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-708/0911-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Blijdorp 0409 371 771 | ||||||||||||||
Bedrag: | 1 175,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | dagcentrum Sint-Niklaas vzw 0415 468 816 | ||||||||||||||
Bedrag: | 275,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | De Tandem vzw 0675.709.918 - 2.268.872.560 | ||||||||||||||
Bedrag: | 150,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Dienstverleningscentrum Zevenbergen (maakt deel uit van Emmaüs) 0411 515 075 | ||||||||||||||
Bedrag: | 50,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Emiliani vzw 0421 911 297 | ||||||||||||||
Bedrag: | 25,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Ganspoel vzw 0410 917 437 | ||||||||||||||
Bedrag: | 25,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | K.O.C. Snt. Gregorius 0406.633.304 | ||||||||||||||
Bedrag: | 25,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | nieuwe aanvragen op voorstel van het college | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Tanderius 0462.234.001 | ||||||||||||||
Bedrag: | 600,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Vesta vzw 0415 298 669 | ||||||||||||||
Bedrag: | 25,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0943-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | BGJG Hamme 0406605192 | ||||||||||||||
Bedrag: | 275,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | BGJG Moerzeke 0406605192 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | CAW Oost-Vlaanderen 0457.984.114 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Dienst familiehulp 0409 533 604 | ||||||||||||||
Bedrag: | 325,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Familiezorg Oost-Vlaanderen 0412 914 845 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Thuishulp vzw 0416 337 460 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-710/0959-00/6496300/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Gepensioneerde liberalen RR33123007197 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Gepensioneerden H.Familie RR39032308664 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Gepensioneerden H.Hart RR 46052608638 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Gepensioneerden Kastel RR48112729280 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Gepensioneerden Moerzeke RR45103125029 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Gepensioneerden Zogge RR40010506154 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-710/0959-00/6496300/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | NEOS 0420.664.848 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | nieuwe aanvragen op voorstel van het college | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | OKRA Trefpunt Hamme 0412.022.346 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | S-Plus 0409.572.206 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/ACT-709/0959-00/6496300/GEMEENTE/CBS/500/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen | |||||||||||||||
Begunstigde: | Seniorenraad | ||||||||||||||
Bedrag: | 3 675,00 | ||||||||||||||
BP2020_2025-4/2021/GBB/0985-00/6496999/GEMEENTE/CBS/800/IP-GEEN/U | |||||||||||||||
Andere toegestane werkingssubsidies | |||||||||||||||
Begunstigde: | Belgische Rode Kruis afdeling Hamme 0406 729 809 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Medison Thuisverpleging vzw 0444 930 288 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Solidariteit voor het Gezin 0416 603 716 | ||||||||||||||
Bedrag: | 200,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Thuishulp vzw (Reddie Teddy) 0416 337 460 | ||||||||||||||
Bedrag: | 325,00 | ||||||||||||||
Begunstigde: | Wit Gele Kruis van Oost-Vlaanderen 0410 442 335 Hamme & Moerzeke | ||||||||||||||
Bedrag: | 325,00 |
Artikel 2: De toegekende subsidie zal door de begunstigde uitsluitend worden gebruikt ten bate van de vereniging.
Artikel 3: De toekenning van een nominatieve subsidie houdt een controlerecht in. Indien de subsidie niet wordt aangewend voor de algemene werking of specifiek opgegeven doel kan ze eventueel gedeeltelijk of geheel worden teruggevorderd.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Het gedeelte van de aanpassing 4 van het meerjarenplan 2020-2025 dat betrekking heeft op de gemeente, met een aanpassing van de kredieten van boekjaar 2021 en de beginkredieten voor boekjaar 2022, wordt vastgesteld.
Artikel 2: Het gedeelte van de aanpassing 4 van het meerjarenplan 2020-2025 dat betrekking heeft op het OCMW wordt goedgekeurd.
Artikel 3: Het geheel van de aanpassing 4 van het meerjarenplan 2020-2025 wordt aangenomen.
Artikel 4: Aan de Vlaamse Overheid zal digitaal over de aanpassing 4 van het meerjarenplan 2020-2025 worden gerapporteerd, conform de daartoe vastgestelde bepalingen.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Anna, behorend tot het Centraal Kerkbestuur Hamme, goed te keuren, met volgende waarden voor de gemeentelijke exploitatie- en investeringstoelagen:
Bestuur |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Sint-Anna |
|
|
|
|
|
|
Exploitatie |
€ 13 911,00 |
€ 14 119 |
€ 14 331,00 |
€ 14 546,00 |
€ 14 767,00 |
€ 14 986,00 |
Investeringen |
€ 0,00 |
€ 35 000,00 |
€ 0,00 |
€ 0,00 |
€ 0,00 |
€ 0,00 |
Artikel 2: Het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Pietersbanden, behorend tot het Centraal Kerkbestuur Hamme, niet goed te keuren, met volgende waarden voor de gemeentelijke exploitatie- en investeringstoelagen en een Z-waarde, na aanpassing, van 0,00 euro:
Bestuur |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Sint-Pietersbanden |
|
|
|
|
|
|
Exploitatie |
€ 49 462,00 |
€ 50 941,00 |
€ 50 957,00 |
€51 721,00 |
€ 52 497,00 |
€ 53 283,00 |
Investeringen |
€ 0,00 |
€ 10 000,00 |
€ 20 000,00 |
€ 20 000,00 |
€ 20 000,00 |
€ 20 000,00 |
Artikel 2: Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen, het Erkend Representatief Orgaan, het Centraal Kerkbestuur Hamme en de kerkfabrieken Sint-Anna en Sint-Pietersbanden, behorend tot het Centraal Kerkbestuur Hamme.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Neemt akte van de budgetwijziging 2021/1 van het kerkbestuur Sint-Anna en van de budgetwijziging 2021/2 van het kerkbestuur Sint-Martinus, met volgende waarden:
Kerkfabriek Sint-Anna |
|
Totaal exploitatie ontvangsten zonder financiering |
€ 12 993,00 |
Totaal exploitatie uitgaven |
€ 23 324,00 |
Exploitatie voor overboekingen |
€ -10 331,00 |
Overboekingen |
€ -5 200,00 |
Overschot vorige dienstjaren |
€ 1 412,00 |
Saldo voor gemeentelijke toelage |
€-14 119,00 |
Gemeentelijke toelage waarvan ¾ tlv Hamme |
€14 119,00 |
Kerkfabriek Sint-Anna |
|
Totaal investeringsontvangsten |
€ 198 000,00 |
Totaal exploitatie uitgaven |
€ 239 289,00 |
Resultaat |
€ -41 289,00 |
Overschot vorige dienstjaren |
€5 366,00 |
Overboekingen |