Dit is een belasting ten laste van ieder gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar is ingeschreven in de bevolkingsbestanden van de gemeente en waarvan geen enkel lid onderworpen is aan de algemene heffing op bedrijven en vrije beroepen.
Bedrag: € 40,00 per gezin per begonnen jaar (volledig verschuldigd volgens de toestand op 1 januari).
Tot 2019 waren enkel personen die recht hadden op het leefloon vrijgesteld van deze belasting. Gezinshoofden die recht hadden op een verhoogde tegemoetkoming kregen een vermindering van € 20 en betaalden € 20 i.p.v. € 40.
Vanaf 2020 zijn ook gezinshoofden die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming vrijgesteld van deze belasting.
Ten opzichte van vorig jaar wijzigt niets.
REGELGEVING:
OVERWEGINGEN:
BESLUIT:
Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2024 wordt ten behoeve van de gemeente Hamme een jaarlijkse algemene heffing op gezinnen geheven voor een termijn eindigend op 31 december 2024.
Artikel 2: Deze heffing is ten laste van ieder gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar is ingeschreven in de bevolkingsbestanden van de gemeente en waarvan geen enkel lid onderworpen is aan de algemene heffing op bedrijven en vrije beroepen.
Artikel 3: §1. Onder gezin wordt verstaan:
§2. De heffing wordt gevestigd ten laste van een gezinsverantwoordelijke, d.w.z. namens één van de gezinsleden ouder dan 18 jaar, dat in het gezin eigen belangen en desgevallend die van de medegezinsleden behartigt en zich tegenover derden als dusdanig kenbaar gemaakt heeft, optreedt of gekend is.
Artikel 4: §1. De belasting is verschuldigd per woning of woongelegenheid, hoe dan ook genaamd, op het grondgebied van de gemeente Hamme gelegen en door het gezin gebruikt of tot gebruik voorbehouden als hoofdverblijf.
§2. Een woning of woongelegenheid wordt beschouwd als gelegen in de gemeente wanneer zij haar adres heeft in de gemeente of de hoofdingang in de gemeente gelegen is.
Artikel 5: De belasting wordt bepaald op 40,00 euro per gezin.
Artikel 6: Het begonnen jaar is volledig verschuldigd, met dien verstande dat alleen de op 1 januari bestaande toestand in aanmerking genomen wordt.
Artikel 7: Kunnen ontheffing van deze belasting bekomen:
Artikel 8: De heffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9: De heffing is betaalbaar binnen de twee maand na toezending van het aanslagbiljet.
Artikel 10: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.