Terug
Gepubliceerd op 04/01/2024

Besluit  gemeenteraad

wo 20/12/2023 - 20:00

Algemene heffing op gezinnen - besluit

Aanwezig: Jan Laceur, raadsvoorzitter
Luk De Mey, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, Lotte Peeters, An Geerinck, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Christel Vanhoyweghen, Mustafa Tokgoz, gemeenteraadsleden
André Reuse, algemeen directeur
Verontschuldigd: Herman Vijt, burgemeester
Guy Bogaert-De Clercq, Ignace Sertijn, Frank Van Erum, gemeenteraadsleden

Dit is een belasting ten laste van ieder gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar is ingeschreven in de bevolkingsbestanden van de gemeente en waarvan geen enkel lid onderworpen is aan de algemene heffing op bedrijven en vrije beroepen.

Een gezin is:

  • een persoon die gewoonlijk alleen woont
  • een vereniging van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk éénzelfde woning of woongelegenheid betrekken en samen leven

De heffing wordt gevestigd:

  • ten laste van de gezinsverantwoordelijke
  • per woning of woongelegenheid op het grondgebied van de gemeente gebruikt door het gezin of tot gebruik voorbehouden als hoofdverblijf

Bedrag: € 40,00 per gezin per begonnen jaar (volledig verschuldigd volgens de toestand op 1 januari).

Tot 2019 waren enkel personen die recht hadden op het leefloon vrijgesteld van deze belasting. Gezinshoofden die recht hadden op een verhoogde tegemoetkoming kregen een vermindering van € 20 en betaalden € 20 i.p.v. € 40.

Vanaf 2020 zijn ook gezinshoofden die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming vrijgesteld van deze belasting.

Ten opzichte van vorig jaar wijzigt niets.

REGELGEVING:

  • Wetboek van de inkomstenbelastingen.
  • Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen van 14 juli 1994.
  • Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 3 mei 2008.
  • Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40§3 dat de bevoegdheid tot het vaststellen van reglementen bij de gemeenteraad legt.
  • Het gemeenteraadsbesluit van 14 december 2022 betreffende het belastingreglement algemene heffing op gezinnen.

OVERWEGINGEN:

  • De financiële toestand van de gemeente.
Publieke stemming
Aanwezig: Jan Laceur, Luk De Mey, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, Lotte Peeters, An Geerinck, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils, Christel Vanhoyweghen, Mustafa Tokgoz, André Reuse
Voorstanders: Jan Laceur, Luk De Mey, Ann Verschelden, Koen Mettepenningen, Mieke De Keyser, Kurt De Graef, Jan Ketels, Pieter Bieseman, Jan De Graef, Lotte Peeters, An Geerinck, Robby Van der Stock, Jan Rosschaert, Fatima Gökce, Yentl Scheirs, Christel Vanhoyweghen, Mustafa Tokgoz
Onthouders: Christoff Van Gaeveren, Mathieu Weyn, Agnes Onghena, Gilles Verbeke, Leo Van der Vorst, Mario Michils
Resultaat: Met 17 stemmen voor, 6 onthoudingen

BESLUIT:

Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2024 wordt ten behoeve van de gemeente Hamme een jaarlijkse algemene heffing op gezinnen geheven voor een termijn eindigend op 31 december 2024.

Artikel 2: Deze heffing is ten laste van ieder gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar is ingeschreven in de bevolkingsbestanden van de gemeente en waarvan geen enkel lid onderworpen is aan de algemene heffing op bedrijven en vrije beroepen.

Artikel 3: §1. Onder gezin wordt verstaan:

  • hetzij een persoon die gewoonlijk alleen woont;
  • hetzij een vereniging van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk éénzelfde woning of woongelegenheid betrekken en samen leven.

§2. De heffing wordt gevestigd ten laste van een gezinsverantwoordelijke, d.w.z. namens één van de gezinsleden ouder dan 18 jaar, dat in het gezin eigen belangen en desgevallend die van de medegezinsleden behartigt en zich tegenover derden als dusdanig kenbaar gemaakt heeft, optreedt of gekend is.

Artikel 4: §1. De belasting is verschuldigd per woning of woongelegenheid, hoe dan ook genaamd, op het grondgebied van de gemeente Hamme gelegen en door het gezin gebruikt of tot gebruik voorbehouden als hoofdverblijf.

§2. Een woning of woongelegenheid wordt beschouwd als gelegen in de gemeente wanneer zij haar adres heeft in de gemeente of de hoofdingang in de gemeente gelegen is.

Artikel 5: De belasting wordt bepaald op 40,00 euro per gezin.

Artikel 6: Het begonnen jaar is volledig verschuldigd, met dien verstande dat alleen de op 1 januari bestaande toestand in aanmerking genomen wordt.

Artikel 7: Kunnen ontheffing van deze belasting bekomen:

  • De gezinnen die het bewijs leveren dat de gezinsverantwoordelijke op 1 januari van het aanslagjaar geniet van het recht op maatschappelijke integratie op basis van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
  • De gezinnen die het bewijs leveren dat de gezinsverantwoordelijke van het gezin op 1 januari van het aanslagjaar geniet van de voorkeurtarieven inzake de verzekering voor geneeskundige verzorging op basis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met latere wijzigingen.

Artikel 8: De heffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 9: De heffing is betaalbaar binnen de twee maand na toezending van het aanslagbiljet.

Artikel 10: De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.